Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Opinie

Opinie Hans Knoop: Israël zou met het ICC moeten meewerken

Marianne 27 februari 2021, 10:58
Opinie Hans Knoop: Israël zou met het ICC moeten meewerken

De afgelopen jaren heb ik in Israël en elders met tal van deskundigen op het gebied van internationaal recht gesproken over de positie van Israël versus het Internationaal Straf of en vice versa. Zoals bekend, hebben Israël en de VS als enige westerse democratieën het Statuut van Rome niet geratificeerd. Aanvankelijk neigde Israël ernaar lid van het ICC te worden, maar uiteindelijk volgde het de Verenigde Staten. Beide staten vreesden dat hun militaire en politieke leiders ten onrechte van oorlogsmisdaden beschuldigd konden worden en dat het Straf of bevooroordeeld jegens hen zou zijn.

Geen enkele deskundige die ik consulteerde, stond achter de beslissing van Israël. Het was een illusie te veronderstellen dat als men het hof niet zou erkennen, men immuun zou zijn voor onderzoeken en vervolging. Het hof kan immers zeer wel vermeende oorlogsmisdaden onderzoeken in staten die het Statuut van Rome niet hebben geratificeerd. In het algemeen zal geen enkele advocaat een cliënt ooit adviseren gerechtelijke onderzoeken te obstrueren. Uiteraard kan en zal de advocaat wel in zijn verdediging de jurisdictie van het hof ter discussie stellen.

Israël staat door de afwijzing van het hof nu in feite al met 1-0 achter. Indien het wel tot het Statuut toegetreden zou zijn (met 125 andere staten!) zou het op zijn minst in beroep hebben kunnen gaan tegen de beslissing van de zogeheten preliminaire kamer van het hof. Die oordeelde dat het ICC gerechtigd is vermeende oorlogsmisdaden van Israël en Hamas in Gaza en op de Westoever te onderzoeken. Overigens betekent de uitspraak van de rechter niet dat de huidige aanklager dat ook daadwerkelijk moet doen. Zij heeft die beslissing doorgeschoven naar haar Britse opvolger, die deze zomer het stokje van haar overneemt.

Regeringsbeleid
Ik vermag niet te begrijpen waarom Israël zo furieus op de beslissing van het hof heeft gereageerd. Het ICC kan alleen vermeende misdaden onderzoeken als de staat die daarvoor verantwoordelijk zou zijn, weigert dat zelf te doen of geen fatsoenlijk rechtssysteem zou hebben. Israël heeft de dood van onschuldige burgers tijdens de Gaza-oorlog uitputtend onderzocht en functioneert alleszins als een fatsoenlijke rechtsstaat. Van intentionele oorlogsmisdaden is in het onderzoek van het leger nimmer iets gebleken. Wel zijn door operationele fouten en onjuiste inlichtingen onschuldige burgers om het leven gekomen. De verantwoordelijken hebben daarvan rekenschap moeten afleggen en in enkele gevallen werden sancties opgelegd.

Veel problematischer zijn de beschuldigingen van vermeende oorlogsmisdaden op de Westelijke Jordaanoever. Burgers vestigen in bezet gebied is volgens het internationaal recht een oorlogsmisdaad. Maar de nederzettingenpolitiek is sinds eind 1967 Israëlisch regeringsbeleid. Moet Israël dus zijn eigen politiek uitputtend gaan doorlichten en de verantwoordelijken voor het nederzettingenbeleid voor de rechter brengen?

Inhoudelijk zou Israël zeer wel kanttekeningen bij de ‘misdadigheid’ van het nederzettingenbeleid kunnen plaatsen. Het is verboden burgers te verplaatsen naar bezet gebied. Nazi-Duitsland verplaatste burgers naar Oekraïne en Poetin doet dit nu met Russische burgers die naar de geannexeerde Krim worden overgeplaatst. Turkije doet hetzelfde op bezet Noord-Cyprus.

Contraproductief
De staat Israël verplaatst van overheidswege geen burgers, doch faciliteert slechts hun vrijwillige verhuizing. Daarbij wordt met ‘bezet gebied’ bedoeld dat dit terrein eerder deel moet hebben uitgemaakt van een andere soevereine staat. Slechts twee staten ter wereld hebben ooit de annexatie van de Westoever door Jordanië erkend.

Bij die ‘bezetting’ in strikt juridische zin kan Israël terecht de nodige vraagtekens zetten. Maar in plaats van medewerking met het hof kiest de staat voor obstructie. Bibi noemde het ICC antisemitisch. Dat arrogante schieten uit de heup is contraproductief. Als je een sterke zaak hebt, is verdediging wenselijk. En een sterke zaak heeft Bibi. Ik zou geen tweedehandsauto van hem durven kopen, maar een oorlogsmisdadiger is hij niet. Overigens is het curieus hem nu tegenover het ICC Israëls rechtssysteem de hemel in te horen prijzen, terwijl hij drie jaar lang in zijn eigen strafzaak wegens corruptie datzelfde rechtssysteem heeft lopen bashen.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *