Niet iedereen is blij met de beslissing een standbeeld uit het zicht te verplaatsen in het Amsterdamse Olympisch stadion. Dat besluit is genomen naar aanleiding van een Kunsjt-aflevering van NIW-columnist Jaron Beekes. Het beeld uit 1928 toont een atleet die de olympische groet brengt, maar volgens de stadiondirectie wekt het bij velen een associatie met de Hitlergroet.
Historisch snijdt dat argument weinig hout, het beeld werd geplaatst vijf jaar voordat Adolf Hitler rijkskanselier van Duitsland werd. Om die reden kreeg de directie op sociale media de nodige kritiek te verwerken. Yoeri Albrecht, directeur van het Amsterdamse debatcentrum De Balie, wees de leiding van het Olympisch Stadion terecht: “Het gaat hier alleen om schijn, niet om de feiten.”
Die feiten zouden zijn dat de olympische groet – en dus het beeld – niets met fascisme te maken heeft, maar is gebaseerd op het schilderij De eed van de Horatii van Jean-Louis David uit 1784. Albrecht kreeg bijval van voormalig Rijksmuseumdirecteur Wim Pijbes. “Uit angst voor mensen die niet weten hoe het precies zit, maar menen dat, wordt nu een rijksmonumentaal ensemble vernield,” schreef Pijbes op Twitter.
Filmmaker Eddy Terstall vatte de hele affaire rond de moderne beeldenstorm sarcastisch samen met de woorden: “Dit is 2020, feiten zijn iets van vroeger.”