Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Cultuur

Méér dan moeite

Redactie 30 augustus 2015, 00:00
Méér dan moeite

tamarahProbeer maar eens een boek te schrijven dat de rode draden in het bestaan van het Joodse volk ook voor leken inzichtelijk maakt. Tamarah Benima is dat gelukt, op bewonderenswaardige wijze.

Auteur: Anet Bleich

Joden zijn volgens Tamarah Benima, rabbijn, columniste en schrijfster, ‘een soort familie die zich over de hele wereld bij elkaar thuisvoelt’. Maar tegelijkertijd verschillen Joden onderling sterk, van volledig seculiere atheïsten tot ultraorthodoxen die dag in dag uit de 613 voorschriften uit de halacha bestuderen. In haar boek Joodser dan dit krijgt u het niet; de levenskunst van de Joodse Beschaving heeft Benima het over de betekenis van Joodse feestdagen en de sjabbat, over het ‘lernen’, over opvattingen van de rabbijnen over seksueel genot en over de relatie, soms spanning, tussen het oudtestamentische jodendom en dat van de Talmoed, de rabbijnse geschriften uit de diaspora. Kern van haar analyse is dat zich in de loop van de tijd een Joodse beschaving heeft ontwikkeld met een eigen juridisch systeem, een herkenbare fi losofi e en literatuur. Die beschaving is niet identiek met de religie, maar is daar wel op gebaseerd.

Chocoladetaart
Cruciaal voor de Joodse beschaving is het lernen, het bestuderen en interpreteren van teksten, religieuze en vervolgens logischerwijze ook wereldlijke. Al rond het begin van de christelijke jaartelling instrueerde een van de laatste hogepriesters (een functie die verdween na de verwoesting van de Tweede Tempel in het jaar 70) Joodse mannen om hun zoons te leren lezen. Bij het begrijpen en zich eigen maken van de talrijke geboden en verboden is het stellen van vragen van essentieel belang. Die vragende houding is diep verankerd in de Joodse cultuur. Benima illustreert dat op een hilarische, tevens heel herkenbare manier met een denkbeeldig nieuw gebod: ‘Bak een chocoladetaart die door iedereen kan worden gegeten.’ Dit lijkt op het eerste gezicht volkomen duidelijk. Benima: ‘Pas als je de opdracht wilt gaan uitvoeren, dient de ene vraag na de andere zich aan. Wat is een chocoladetaart? Wat zijn de bestanddelen? Hoe hoog moet hij zijn? Hoe laag mag hij zijn? Moet het per se een taart zijn, of is een chocoladecake ook acceptabel? En waarom een taart, waarom geen koekjes?’ Zo gaat ze vijf bladzijden door om te besluiten met de opmerking: ‘Als u ooit wilde weten wat het is om Joods te zijn… Joodser dan dit krijgt u het niet.’

Invoelbaar
Om deel te hebben aan de Joodse beschaving is het volgens Benima niet nodig om religieus te zijn. Zo zijn er in Nederland circa veertigduizend Joden, maar niet meer dan vierduizend die regelmatig naar sjoel gaan. Zij zelf is wél gelovig, ze omschrijft zichzelf als een mysticus die een andere werkelijkheid ervaart ‘die zich achter en onder de dagdagelijkse werkelijkheid bevindt’. Als agnostische, seculiere Jodin krijg ik dan de neiging om af te haken, maar het knappe van Benima is dat ze woorden vindt waarmee ze haar ervaring toch invoelbaar weet te maken. Met haar verwijzing naar de schilderijen van Mark Rothko bijvoorbeeld, die in zijn kleuren iets oproept van een andere wereld ‘zonder voor, achter, rechts, links, boven of onder’. Of met wat ze zegt over tekst, woorden, die materieel gezien niets anders zijn dan lijnen op papier, maar toch betekenissen, beelden en gedachten oproepen. Enfi n, zoals Benima elders schrijft: God is een axioma, een onbewijsbaar uitgangspunt dat aangenomen moet worden. Of niet. Ook zonder dit axioma bevat de Joodse geschiedenis en traditie genoeg dat als waardevol kan worden ervaren. Niet alleen de vragende, in principe dus open houding of de als reactie op hachelijke omstandigheden ontstane humor, vooral de humanistische waarden zoals die al werden verwoord door Hillel in de 1e eeuw voor de christelijke jaartelling. Zijn uitspraken: ‘Wie één mens redt, redt de hele wereld’ en ‘Als ik alleen voor mezelf opkom, wat ben ik dan voor iemand?’ zijn voor veel universalistisch ingestelde Joden essentieel voor de Joodse beschaving. Volgens Benima voegde Hillel aan die laatste zin nog toe: ‘Dat is de hele Tora, de rest is uitleg’. Verrukkelijk!

Chacham
Door tal van ontwikkelingen in de moderne tijd, positieve als de Verlichting en het ontstaan van Israël, bittere als de Sjoa, zal, schrijft Benima, ‘het Joodse volk zich opnieuw moeten uitvinden’. Eenvoudig zal dat niet zijn, zeker niet omdat de op zichzelf zo verheugende terugkeer naar Jeruzalem óók de in het Talmoedisch jodendom gekoesterde waarden van geweldloosheid en zachtmoedigheid ter discussie stelt. Hoe de jiddisje Mensch zich zal weten te handhaven naast de nieuwe Israëlische macho is een vraag waarop ook Benima nog geen antwoord heeft. Maar met haar hoogst persoonlijke en tegelijk stevig onderbouwde interpretatie van wat ‘de Eeuwige (of wie ook die voorschriften gegeven heeft) precies in gedachten heeft’, neemt ze haar eigen plaats in in de lange rij van chachamiem, Joodse wijsgeren. Een bezoek aan de ‘Rabbinale Friettent van Benima. Voor al uw vragen’, zoals ze het vol zelfspot noemt, is meer dan de moeite waard. 

 

Tamarah Benima, Joodser dan dit krijgt u het niet; de levenskunst van de Joodse Beschaving, uitgeverij Prometheus, 288 pag., €19,95

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *