Wat is werken bij het NIW toch leuk, interessant en afwisselend. Mocht ik drie weken geleden GroenLinks-coryfee Bram van Ojik aan de tand voelen over wat velen zien als het institutionele antisemitisme binnen zijn partij, vorige week interviewde ik Forum voor Democratie-senator in spe Annabel Nanninga over een aantal tweets die volgens even zo velen een uitdrukking van Jodenhaat zijn.
Twee artikelen van twee pagina’s over twee totaal verschillende, maar beide interessante politici en hun relatie met de Joodse gemeenschap. Uiteraard deed ik het volgens de critici in beide gevallen helemaal verkeerd. Na publicatie van mijn interview met Van Ojik las ik vanuit pro-Israëlische – laten we voor het gemak zeggen rechtse – hoek dat ik mij in de luren had laten leggen. Natuurlijk was Van Ojik wel een antisemiet, ik had in mijn grenzeloze naïviteit zijn straatje schoon geveegd. Deze kritiek werd op sociale media vergezeld van uitspraken en foto’s van Van Ojik, die ik in sommige gevallen niet kende – als ik ze had gekend zou ik ze wellicht gebruikt hebben in het artikel – en waarvan in andere de authenticiteit niet vast te stellen was. Soit.
Jammerlijke mislukking
De afgelopen week herhaalde dit ritueel zich. Volgens critici uit anti-Israëlische – laten we voor het gemak zeggen linkse – hoek was mijn interview met Nanninga enkel bedoeld om het geschonden FvD-blazoen op te poetsen. Ditmaal was ik niet alleen naïef geweest, ik had bewust geprobeerd Nanninga’s uitspraken goed te praten. Ook ditmaal werd de kritiek vergezeld van andere tweets van Nanninga die ik in sommige gevallen niet kende – als ik ze had gekend zou ik ze wellicht gebruikt hebben in het artikel – en waarvan in andere de authenticiteit niet vast te stellen was. Soit.
Als je als journalist beschuldigd wordt van hetzelfde professionele ‘vergrijp’ ten aanzien van twee politieke tegenpolen, doe je volgens mij iets goed, dus las ik de boze opmerkingen aan mijn adres met een voldane grijns op het gelaat. Waarbij het mij opviel dat na het interview met Nanninga het artikel niet of nauwelijks gedeeld werd door FvD-aanhangers. Als het inderdaad mijn bedoeling was geweest Nanninga absolutie te geven – alsof dat aan mij zijn – zou je toch verwachten dat de Forummers daar bovenop gesprongen waren. De rechtse opiniemaker Jan Roos vond het artikel en de vraagstelling zelfs ‘onzin’. Operatie Straatje Schoon bleek een jammerlijke mislukking.
Als de regel was dat je geen bevriende politici mag interviewen, zou er geen Pauw, Jinek of De wereld draait door meer bestaan
Oud-collega Bert Vuijsje meldde op Twitter dat ik ‘bevriend’ ben met Nanninga. Dat was ik ooit, inderdaad, maar ook de beste vrienden drijven uit elkaar, en ik heb Annabel de afgelopen twee jaar eenmaal langer dan twee minuten gesproken. Daarvoor werkten wij samen bij opiniesite Jalta.nl, zoals ik onderaan het artikel heb vermeld. O, en ik heb op 20 maart Forum voor Democratie gestemd en dat open en bloot op sociale media gedeeld; anders dan de meeste van mijn collega’s vind ik het belangrijk dat de lezer weet waar een journalist politiek staat. En als de regel was dat je geen bevriende politici mag interviewen, zou er geen Pauw, Jinek of De wereld draait door meer bestaan. Of dacht u dat Jeroen, Eva en Matthijs bij elke verkiezing blanco stemmen?
Maar omdat ik Annabel inderdaad redelijk goed ken(de), kan ik in deze opinie schrijven wat ik in mijn niet-opiniërende artikel niet zou wagen: Nanninga is geen antisemiet en als zij het wel is, verbergt zij dat op fenomenale wijze. Niemand die haar ook maar enigszins kent, zal dat dan ook beweren. (Hetzelfde geldt overigens voor de door en door beminnelijke Van Ojik.) Daarin hoeft u mij niet op mijn blauwe ogen te geloven, maar misschien neemt u het aan van rabbijn Tamarah Benima. In ditzelfde tijdschrift schreef zij over Nanninga: “Ik durf met mijn hand op mijn hart te verklaren dat zij geen racist is. Die vrouw deugt.” Denkt echt iemand dat Benima bezig is antisemitische straatjes schoon te vegen?