Anderhalve week na de aanslagen van 18 augustus lijkt de rust in het zuiden van Israël enigszins teruggekeerd. Gaat Egypte nu wel of niet meer troepen sturen?
Dinsdagochtend startten Egyptische veiligheidstroepen een operatie in de noordelijke Sinaï, aldus een onafhankelijke lokale krant. 1500 soldaten met pantserwagens en tanks kamden de streek rond Rafah, El-Arish en Sheikh Zwaid uit, aldus de krant Al-Masry al-Youm. Caïro was bang dat terreurorganisaties in de Sinaï deze week, als het islamitische Eid al-Fitr-feest gevierd wordt, aanslagen zouden plegen. De Egyptenaren willen volgens diverse bronnen een bufferzone aanleggen langs de veertien kilometer lange Egyptische grens met de Gazastrook, en daarbij smokkeltunnels verwoesten waarmee de Palestijnen nu al te makkelijk toegang krijgen tot de Sinaï. Ook Israël staat op scherp. Zondagavond gaf stafchef Benny Gantz de opdracht om versterkingen te ontplooien rond de Gazastrook en de grens met Egypte, omdat er aanwijzingen waren voor een dreigende terreuraanval van de Islamitische Jihad. Enkele weken geleden hadden de Egyptenaren ook al extra troepen naar de Sinaï gestuurd om het noordelijk deel ervan. De Egyptenaren willen al een tijd meer troepen sturen, maar de overeenkomst tussen Egypte en Israël beperkt dat soort ontplooiingen. Ha’aretz en The Economist berichtten aanvankelijk dat Barak na overleg met Netanyahu had gezegd geen bezwaren te hebben tegen troepenuitbreidingen. Duizenden Egyptenaren, met helikopters en pantserwagens, maar niet met tanks, zouden naar het westen mogen oprukken. Maar vrijdag liet Knessetvoorzitter Reuven Rivlin aantekenen dat hij wilde laten uitzoeken of deze maatregel niet de toestemming van de Knesset nodig had, omdat het immers ging om een aanpassing van het vredesverdrag met Egypte. Barak, geslepen tacticus die hij is, liet zaterdagavond ijlings weten dat Israël niet van plan was extra Egyptische troepen toe te staan. Hoe de Egyptische manoeuvres van dinsdagochtend zich tot Baraks uitspraken verhielden blijft onduidelijk: bleef de troepensterkte binnen de bepalingen van het verdrag, of hebben de Israëli’s achter de schermen de Egyptenaren inmiddels toch de vrije teugel gegeven, vanuit een welbegrepen eigenbelang? Zeker is dat de veiligheidsdiensten van de twee landen intensief samenwerken als er gedeelde belangen zijn.
Aanpassingen
Recentelijk hebben diverse senior IDF-officials aangedrongen op aanpassingen van het verdrag, want dat zou Israëlisch belang zijn. Ha’aretz verdedigde een dergelijke ‘souplesse’ maandag in een redactioneel. Israël weet ‘al een tijdje dat de beperkingen op de Egyptische aanwezigheid in de Sinaï ook een nadeel kunnen zijn voor Israël’, aldus de krant. De Egyptische president Mubarak stond het destijds de Israëli’s toe hun militaire aanwezigheid langs de Philadelphi-route (tussen de Gazastrook en Egypte) te versterken – er is dus al een precedent. De beperkingen aan materieel en mankracht uit het verdrag van ’79 waren gericht tegen een massaal Egyptisch oprukken, maar daarvan is nu geen sprake. Escalatie moet nu worden voorkomen, meent Ha’aretz: het verdient de voorkeur om nú een beperkte, lichtbewapende Egyptische macht tot de Sinaï toe te laten om later een confrontatie met een grotere en zwaarder bewapende macht te vermijden, een strijd die zou kunnen ontbranden als de situatie in het grensgebied zou escaleren. Takfiri De bedoeïenen die in de noordelijke Sinaï feitelijk de dienst uitmaken, zijn de laatste decennia tot vijanden van Egypte uitgegroeid. Sinds jaar en dag vallen ze Egyptische politieposten aan. Ook doemen er verhalen op over de positie van Al-Qaïda, die in de Sinaï successen zou boeken. Ook al heeft de organisatie, die deze week tweede man Al-Rahman kwijtraakte, nooit een aanslag in Israël kunnen plegen, de dreiging komt dichterbij. Maar volgens de arabist Martin Janssen (Volkskrant, maandag) gaat het werkelijke gevaar uit van de takfirs, om precies te zijn de radicale islamitische groep Takfir wa’l hidjra, opgericht door Shukri Mustafa, die nu met Palestijnen en bedoeïenen zou samenwerken. Volgens Janssen waren de aanslagen van 18 augustus erop gericht een crisis te veroorzaken tussen Egypte en Israël, ‘en wellicht zelfs een oorlog’. Weer een reden voor de Israëlische machthebbers om een koel hoofd te houden en geen acties te organiseren die niet tot solide resultaten, maar wel tot escalatie leiden.