De Forum-stelling van de week luidt: berichtgeving over Joden en Israël wordt gekleurd door activisme. Ernst Lissauer, Hans Knoop, Max Arian en Robbert Baruch reageren.
Helaas
Ernst Lissauer
De Code van Bordeaux (hoor en wederhoor) lijkt vervangen door clickbait.
Journalistiek activisme zoals de NRC die bedrijft, is gedreven door economisch belang en opzettelijk. De krant schrijft wat de lezers willen lezen. Likoed Nederland en anderen melden onjuistheden, maar de krant weigert te rectificeren.
Gekleurde berichtgeving – eenzijdige keuzes van ‘nieuws’ en feiten – ligt gecompliceerder. Waarom is de bloedige aanslag op het gezin Salomon (drie doden!) in Halamish tijdens sjabbat geen nieuws? Omdat de Palestijnse terrorist niet werd doodgeschoten, maar neergeschoten en verpleegd in een Israëlisch ziekenhuis?
De Code van Bordeaux (hoor en wederhoor) lijkt te zijn vervangen door clickbait: het loslaten van feiten zodat politiek (correct) kan worden ingekleurd of weggelaten. Niet altijd opzettelijk, maar uit onwetendheid, gemakzucht of beide. Feiten worden niet gecheckt. Jeruzalem werd door een collega aangeduid als hoofdstad van Palestina. Een andere collega vertelde me dat de Joden in 1948 naar Palestina voeren om de Palestijnen eruit te gooien en in kampen op te sluiten. Ik heb nooit durven vragen of dit sarcasme was of dat hij echt dacht dat dit waar was. Tijdens de recente hongerstaking door Palestijnen in Israëlische gevangenissen kwam ik de kop tegen: ‘Palestijnen in hongerstaking in Palestina’. De term ‘bezet gebied’ voor Israëlisch grondgebied vormt nooit een probleem. De schrijver vraagt zich niet af op welk land dat gebied is veroverd. Ik houd me gewoon aan de feiten. Zouden meer mensen moeten doen.
Ernst Lissauer (1957), parlementair verslaggever, www.zoomin.tv.
Ik durf de stelling aan dat de berichtgeving over Israël niet gekleurder is.
Is activisme in de journalistiek goed of slecht? Na ruim een halve eeuw in dit vak hoef ik hierover niet lang na te denken. Activisme in de journalistiek is een doodzonde. Journalisten horen trends en nieuws te verslaan, vanaf de zijlijn en niet vanuit het veld. Als zij de wereld willen verbeteren, moeten ze welzijnswerker, predikant of politicus worden. Het adagium van de New York Times en de gehele Angelsaksische journalistiek luidt: feiten zijn heilig, commentaar is vrij. Tussen meningen en feiten dient een firewall te staan. Als journalisten al meningen geven, dienen die als persoonlijke opvatting herkenbaar te zijn. Onder geen voorwaarde mag een mening in een verslag van een nieuwsgebeurtenis doordringen.
Het NIW is een opinie- en nieuwsmagazine. Duidelijk worden berichtgeving en meningen in dit blad (ook grafisch) uit elkaar gehouden. Maar er bestaan goede en slechte journalisten. Lezers van het NIW zijn gefocust op de berichtgeving over Israël en betrappen sommige media en journalisten soms op vooringenomenheid en eenzijdigheid en winden zich daarover op. Maar ik durf de stelling aan dat de berichtgeving over Israël niet gekleurder is en een hoger foutpercentage kent dan die over andere conflicten. Journalistiek is geen exacte wetenschap. Een journalist dient gecompliceerde issues soms in 150 woorden samen te vatten. Voor deskundigen kan de journalistiek het per definitie nooit goed doen. Berichtgeving over Israël vormt daarop geen uitzondering.
Hans Knoop (1943), journalist.
Of is het alleen een kwestie van perceptie?
Waar komt toch, juist ook in het NIW, de schrille toon vandaan in de berichtgeving over Joden en Israël? Misschien door het voortdurende gevoel bedreigd te worden. Maar even vaak lijkt het erom te gaan nog scherpere termen te gebruiken dan je buurman. Berichtgeving wordt dan tot commentaar en commentaar tot gescheld. Brievenschrijvers doen daar graag nog een schepje bovenop.
Of is het alleen een kwestie van perceptie? Vinden we al snel dat mensen met wie we het oneens zijn zich schuldig maken aan schelden en is bijvoorbeeld NIW-redacteur Bart Schut in de ogen van anderen een heel gematigde commentator?
Zelf doe ik – ik kan het moeilijk ontkennen – ook mee aan dat verderfelijke activisme. In het blad De Brug van SIVMO geef ik vaak de mening weer van een Israëlische vredes- en mensenrechtenorganisatie, en misschien klinkt hun taal Bart Schut en Esther Voet in de oren als gescheld op Israël en noemen ze dat stiekem of openlijk ‘Joodse zelfhaat’.
Toch zou het, denk ik, de informatieve waarde van het NIW ten goede komen als de stem van die vredesactivisten af en toe in het blad kan worden gehoord. Hoe lang is het bijvoorbeeld geleden dat er een stuk van de – in mijn ogen – eminente Israëlische journalist en – jawel – vredesactivist Uri Avnery in dit blad stond? Al is het maar als erudiet tegengeluid.
Max Arian (1940), redacteur De Brug van SIVMO (Steuncomité Israëlische Vredes- en Mensenrechten Organisaties).
Helaas beschrijven veel media de werkelijkheid als opmerkelijke uitzondering.
Wie weet nog wat je moet vinden van de situatie in Israël? De mensen die het zeker weten wel, die hebben een standpunt en vinden er door selectief te shoppen in de geschiedenis vanzelf de feiten bij. Met de Eeuwige aan hun kant maken ze het zich bovendien een stuk makkelijker: dan heb je immers altijd gelijk. Maar voor de meeste mensen geldt dat ze de tragiek van meer kanten beschouwen: kinderen die het leger in moeten, mensen die een uitzichtloos bestaan leiden, een land dat zichzelf gevangen ziet in strenge beveiliging, en een hele generatie die opgroeit met het idee dat de mensen aan de andere kant niets anders willen dan ze dwarszitten, of erger.
De werkelijkheid is complexer. Joden, Arabieren, moslims gaan in verreweg de meeste gevallen vriendschappelijk met elkaar om. Zelfs in Israël, waar veel initiatieven voor dialoog en samenwerking plaatsvinden. Helaas beschrijven de meeste media deze werkelijkheid als opmerkelijke uitzondering op de – volgens de wetten van de medialogica – meer toepasselijke stereotypen van moslims, Berbers en Arabieren als Jodenhaters of slachtoffers, en Joden als onderdrukkers of verdedigers van een eigen staat.
Ook ons eigen NIW zou meer een faciliterende rol moeten spelen in dit debat dan alleen maar één kant beschouwen. De achterban van het NIW is immers net zo verdeeld als de echte wereld.
Robbert Baruch(1967), lobbyist en bestuurder.
Het NIW-forum bestaat uit personen van diverse pluimage, van links tot rechts, atheïstisch tot orthodox, man en vrouw, van jong tot oud. Met enige regelmaat wordt leden gevraagd te reageren op een stelling die samenhangt met hun maatschappelijke interesse en expertise.
De stelling voor volgende week luidt: hetzelfde verhaal kan steeds iets anders vertellen.
Wilt u meediscussiëren? Mail naar karendejager@planet.nl