
Een Iron Dome raket in aktie boven Tel Aviv. Photo by Matanya Tausig/Flash90
De Iron Dome houdt de meeste raketten uit Gaza tegen. Operation Protective Edge is zijn derde week ingegaan. Vorige week begon de IDF een grondoffensief tegen Hamas. Israëli’s van Nederlandse komaf schetsen hoe de oorlog hun dagelijks leven binnendringt.
Op een strand in het centrum van Tel Aviv gaat op dinsdag om elf uur ’s ochtends het luchtalarm af. Er ligt een grote groep jonge kinderen in het water. Het is zomervakantie en ze krijgen surfles. De instructeurs beginnen te schreeuwen, de moeders, die tijdens de les alert in de buurt van de branding blijven, doen mee. De kinderen rennen het water uit, de surfplanken blijven achter. Gezien de situatie gaat het eigenlijk heel ordelijk. De begeleiders in oranje wetsuits dirigeren hen naar de betonnen overkapping van de surfschool. Daar staan ze een tijdje opeen gepropt tussen badgasten in bikini. Drie doffe explosies volgen; de Iron Dome schiet de raketten uit de Gazastrook uit de lucht. Elders in Tel Aviv vallen de brokstukken neer. Tien minuten later liggen de meeste kinderen weer in het water. „Zag je dat?” vraagt een vrouw die gewoon in haar stoel op het strand is blijven zitten tijdens het alarm. „Die kleine kinderen wisten precies wat ze moesten doen en vonden het normaal. Dat is onze tragiek.”
Op eigen houtje
Max de Jong en Joyce van de Bildt, beiden 26, wonen vlak bij dit strand samen in een gezellig appartement in een rustige straat. Max studeert aan de universiteit in Herzlya en werkt als beveiliger bij een ambassade, Joyce promoveert in Midden-Oosten-studies aan de Universiteit van Tel Aviv. „Ik kan me sinds de militaire operatie is begonnen maar moeilijk concentreren op mijn studie,” zegt Max, die in Den Haag opgroeide voor hij alia maakte. Hij zit aan het nieuws gekluisterd. Via social media blijft hij door soldaten die hij kent op de hoogte van het laatste nieuws van het front. Max moet klaarstaan voor reservistendienst bij zijn gevechtseenheid, maar het leger heeft hem nog niet opgeroepen. „Toen de operatie begon was ik in Haifa, vertelt Joyce. „Ik ging direct bezorgd naar huis, omdat Max reservist is. Sindsdien zitten we samen onbehaaglijk af te wachten.” Max kon na een paar dagen niet langer stilzitten en organiseerde in de nacht voor het grondoffensief op eigen houtje een transport van benodigdheden naar soldaten die in het zuiden gelegerd zijn. „Ik voel me ontzettend verbonden met hen en vraag me af: waarom zij wel en ik niet?” Het einde van de oorlog is nog niet zicht. Later op dinsdag werd bekend dat aan een oproep van de Amerikaanse president Obama tot staak-het-vuren door beide partijen geen gehoor is gegeven. Joyce en Max denken dat de gevechten nog wel even kunnen duren. „De oplossing moet voor een groot deel van Egypte komen en die maken niet veel haast omdat ze Hamas niet welgezind zijn,” zegt Joyce, die Arabisch beheerst en veel onderzoek naar Egypte doet. „Het is nu verschrikkelijk voor de Palestijnse burgers in Gaza en voor ons,” verzucht ze.
Lees verder in NIW 41