Met uitzondering van de Engelse koninklijke familie zullen er weinig families zijn waarover door de eeuwen heen zoveel geroddeld is als over de Joodse bankiersfamilie Rothschild. Het is vaak moeilijk feit van fictie te onderscheiden. Schrijver en producer Julian Fellowes, het brein achter de successerie Downton Abbey, werkt op dit moment aan een nieuw kostuumdrama voor televisie over deze dynastie. Het NIW portretteert in deze serie zes opvallende telgen uit dit roemruchte geslacht. Deze week deel 5: Philippine Mathilde Camille, barones de Rothschild.
Het moet voor Philippine de Rothschild een traumatische ervaring zijn geweest. Juni 1944, een paar weken na de invasie van de geallieerden op de Normandische kust, valt de Gestapo het huis in Parijs binnen en wordt haar moeder, Elisabeth Pelletier de Chambure, voor haar ogen opgepakt en weggevoerd. Philippine is dan tien jaar oud. Ze zal haar moeder nooit meer terugzien. Elisabeth wordt twee maanden in Parijs gevangen gehouden en vlak voor de bevrijding van Parijs in een van de laatste veewagons naar het oosten gedeporteerd. Zij is de enige Rothschild die in een concentratiekamp wordt vermoord, in Ravensbrück. De officiële datum van haar overlijden is 23 maart 1945, kort voordat de Russen het kamp bevrijden. Wat er precies met haar is gebeurd zal niemand ooit weten.
Als door een wonder wordt Philippine in Parijs gered. Alleen omdat tijdens de inval Philippine een SS’er doet denken aan zijn eigen dochtertje, dat net zo oud is als zij, laat hij haar gaan.
Bon vivant
Het verhaal van Philippine de Rothschild begint op 22 november 1933. Haar moeder, de mooie Elisabeth, maakt deel uit van de Franse aristocratie. Ze is getrouwd met de vijftien jaar oudere Belgische jonkheer Marc de Becker-Rémy. In 1933 schenkt Elisabeth het leven aan een dochtertje: Philippine. Maar de jonkheer is haar vader niet. Dat is Philippe de Rothschild, met wie Elisabeth al langer een gepassioneerde relatie heeft. Het veroorzaakt een groot schandaal. De jonkheer dreigt Philippine zelfs te ontvoeren en Elisabeth uit de ouderlijke macht te ontzetten. Er moet een rechtszaak aan te pas komen. Uiteindelijk scheidt Elisabeth in 1934 van De Becker-Rémy, waarna ze al snel met Philippe trouwt. Zij rooms-katholiek en van adel, hij een telg uit de roemruchte Rothschild-dynastie. Elisabeth zal zich nooit tot het jodendom bekeren, ze blijft katholiek.
Philippe is een flamboyante man, een playboy, een bon vivant. Hij wint als autocoureur met zijn Bugatti diverse grand-prixraces, grote prijzen in de zeilwereld, is theater- en filmproducent en schrijft filmscripts en toneelstukken. Dat laatste is een talent dat hij van zijn vader, baron Henri, heeft geërfd. Als Philippe twaalf is en de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, wordt hij door zijn familie in veiligheid gebracht op een landgoed van de De Rothschilds in het afgelegen Pauillac, een dorpje in de Médoc, een streek aan de Franse westkust.
(Wat betreft de namen Rothschild en De Rothschild: de Franse tak van de familie nam ooit het lidwoord aan bij haar verheffing in de adelstand. De andere families deden dat niet.)

In de Médoc wordt al sinds de Romeinse tijd wijn geproduceerd, vanwege het milde klimaat met invloed van de zee en de uitstekende samenstelling van de grond die voor een goede afwatering zorgt. De cabernet-sauvignondruif is hier heer en meester, daarnaast worden ook mindere ‘goden’ verbouwd, zoals de merlot. Het landgoed is al vanaf 1853 eigendom van de familie, maar tot dan toe toont nog niemand echt interesse in het kasteeltje en de bijbehorende wijngaard. Philippe wordt er echter verliefd op. Met grote gevolgen. Hij zal het gebied vanaf 1922 – hij is dan twintig – onder zijn hoede nemen, met als eerste resultaat dat hij in 1923 alle op het landgoed geproduceerde wijn op het chateau zelf laat bottelen, wat tot dan toe absoluut niet gangbaar is. De eerste officiële mis en bouteille au château is geboren.
Vluchten of niet?
Het huwelijksgeluk van Elisabeth en Philippe blijkt niet van lange duur. Er wordt in 1938 nog wel een tweede kindje geboren, een zoontje dat hetzelfde jaar nog overlijdt, maar in 1939 scheidt het echtpaar van tafel en bed. Elisabeth besluit dan ook haar meisjesnaam weer aan te nemen. Toch beschrijft Philippine later haar jeugd in Zuid-Frankrijk waar het gezin dan woont, als gelukkig: “Ik sprak zelfs met een Zuid-Frans accent waar iedereen altijd om moest lachen.” Dat Philippe en Elisabeth ondanks de bekoelde relatie on speaking terms blijven, blijkt in november 1942. Nadat de nazi’s het land zijn binnengevallen, ziet Philippe dat zijn dagen in la douce France – voor nu – zijn geteld. Hij wil vluchten. Zijn Franse staatsburgerschap is hem door de nazi’s al in 1940 ontnomen waarna hij zelfs enige tijd gevangen heeft gezeten. Nu wil hij zijn vrouw en dochter van de ondergang redden. Philippine vertelt daar tientallen jaren later over: “Het staat me nog levendig voor de geest: Mijn vader zei: ‘Het is tijd dat ik vertrek, als ik hier nog langer blijf, zal ik als Jood worden opgepakt.’ Hij wilde dat wij meegingen, maar mijn moeder weigerde dat. Een grote fout. Ze dacht dat ze als rooms-katholieke vrouw geen enkel risico liep, dus vertrokken mijn moeder en ik naar Parijs.” Elisabeth realiseert zich op dat moment niet dat een De Rothschild, aangetrouwd of niet, Joods of katholiek, voor de nazi’s een trofee is.
‘‘Papa!’ Ik sprong in zijn armen. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik erover praat’
Philippe vlucht eind 1942 over de Pyreneeën Frankrijk uit en zal zich later bij de troepen van generaal De Gaulle aansluiten. Philippine brengt de jaren daarop door met haar ‘lange, donkere, mooie, wat oppervlakkige en niet bepaald zorgzame’ moeder, zoals ze Elisabeth later zal beschrijven.
Philippine wordt na die noodlottige dag in juni 1944 door tussenkomst van haar opa, baron Henri, in veiligheid gebracht. “Ik ben een soort natuurwonder,” vertelt zij daarover in een interview. “Ze vragen me wel eens of ik daar nu iets aan over heb gehouden. Ik ben helemaal in orde, maar ik weet wel dat dingen niet alleen maar de ander overkomen. Het overkomt jou ook. Ik denk dat ik er op een of andere manier een bepaalde onzekerheid aan heb overgehouden.”
Anti-alles
Ze herinnert zich ook de hereniging met haar vader, jaren later: “Ik had hem tweeënhalf jaar niet gezien. In die tussentijd had ik geen moeder, geen vader. Ik herkende hem in eerste instantie niet. Ik zat met een paar meisjes te spelen toen iemand in gevechtsuniform met een baret schuin op zijn hoofd binnenkwam. Ik vroeg me af waarom die man zo lang naar me bleef staren. Dat duurde in mijn herinnering heel lang, langer dan de waarschijnlijke halve minuut. Opeens, toen ik zijn gezicht tot me liet doordringen: ‘Papa!’ Ik sprong in zijn armen. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik erover praat.”

Toch laat het wrede afscheid van haar moeder zijn sporen achter: “Ik benaderde de wereld tot tenminste tien jaar na haar dood agressief. Ik herinner me hoe ik mezelf door het leven vocht, in de wetenschap dat niets me zomaar zou komen aanwaaien. Ik voelde me altijd aangevallen, was wild, anti-alles. Pas toen ik relaties kreeg, met sommige mannen die behoorlijk veel ouder waren dan ik, hervond ik een bepaalde zachtheid.”
In die wilde jaren besluit ze al op haar zestiende van school te gaan en haar grote passie, die ze als klein meisje al had, na te jagen: het theater. Haar naam De Rothschild gebruikt ze niet. Ze maakt furore als Philippine Pascal, een eerbetoon aan haar grootvader Henri, die de naam Pascal ook gebruikte voor de theaterstukken die hij schreef. Ze speelt onder meer in het beroemde toneelstuk Harold and Maude, in zowel 1973 als 1980. Ze is aangesloten bij de Comédie Française, waar zij samenwerkt met onder anderen Catherine Deneuve. Daar ontmoet zij de beroemde acteur Jacques Sereys, met wie zij trouwt. Het echtpaar krijgt twee kinderen: dochter Camille (1961) en zoon Philippe (1963).
Wederopbouw
Terwijl Philippine triomfen viert op het toneel, werkt haar vader met hart en ziel aan de wederopbouw van de Rothschildwijngaarden in de Médoc. Hij heeft na de oorlog nogal wat te doen. De Gestapo, die tijdens de oorlog de wijngaard in beslag genomen heeft, heeft huisgehouden op zowel het landgoed als in het kasteel. Alles moet opnieuw worden opgebouwd. Dat lukt, met de hulp van een aantal toegewijde medewerkers die Philippe nog van voor de oorlog kent. Intussen schrijft hij met een collega ook nog even een toneelbewerking van Lady Chatterley’s Lover en vertaalt hij onder auspiciën van de Académie Française grote werken uit de Engelse literatuur in het Frans, zoals gedichten uit de tijd van koningin Elisabeth I.

Voor de oorlog had hij een aantal van zijn beste wijnen voorzien van een artistiek etiket, waarvoor hij wereldberoemde kunstenaars aantrok, – het eerste was van de hand van afficheontwerper Jean Carlu. Die traditie pakt hij weer op. In 1945, het jaar van de bevrijding, ontwerpt Philippe Jullian een etiket met de woorden ‘L’année de la victoire’, het jaar van de overwinning, waarop een duidelijke V te zien is, het symbool van Winston Churchill.
De etiketten blijven ook na de oorlog een succes: Georges Braque, Salvador Dalí, Pablo Picasso, Marc Chagall, Joan Miró en andere wereldberoemde kunstenaars creëren graag voor Philippe een uniek etiket. Zijn enige eis: zorg dat het horizontaal van opzet is. Andy Warhol trekt zich daar in 1975 niets van aan en stuurt een verticaal werk. De Rothschilds draaien het werk gewoon om, zodat de beeltenis liggend op het etiket komt.
Grand cru
Philippe heeft echter nog een heel andere uitdaging aan zijn hoofd. Decennialang strijdt hij ervoor om een smet op zijn wijnen weg te werken. Het begrip grand cru is een eeuwenoud systeem waarmee de kwaliteit van een wijn wordt aangeduid. En met eeuwenoud bedoelen we ook echt eeuwenoud. Al in 121 voor de gewone jaartelling bestonden er grand-cruwijnen avant la lettre. Het gaat om een onderscheid tussen kwaliteit en kwantiteit. Hoewel de wijnen van zijn landgoederen (hij heeft inmiddels ook een aantal andere chateaus in de regio, waaronder Château d’Armailhac, gekocht) van de allerhoogste kwaliteit zijn, worden die van Philippe volgens dit selectiesysteem nog altijd als ‘tweederangs’ beschouwd, een classificatie in de Bordeauxstreek die de wijngaard in 1855 kreeg toebedeeld. Philippe vecht er jarenlang voor, maar uiteindelijk, in 1973, krijgt hij dan toch het zo begeerde Premier Grand Cru-certifi caat. Hij is tot dan toe de enige die dat ooit is gelukt.
‘Ik ben mijn vader niet’, antwoordt de barones
Het is eind jaren zeventig. De inmiddels vier wijnen van Mouton (Haut-Brion, Lafite Rothschild, Margaux en Latour) worden wereldwijd beschouwd als de absolute top. Flessen van de beste oogstjaren zijn voor minder dan duizend euro niet verkrijgbaar. Maar Philippe wordt ouder. Philippine zegt langzaam maar zeker haar theaterleven vaarwel en gaat bij haar vader in de leer. Het huwelijk met acteur Jacques Sereys is dan al lang ontbonden. Met haar tweede man, Jean-Pierre de Beaumarchais, heeft ze in 1971 een derde kind gekregen, Julien.
Al snel blijkt dat Philippine zo haar eigen gedachten heeft over succesvol ondernemen. Niet dat ze zich nu per se op haar gemak voelt met zakenlieden. Veel liever omringt ze zich met journalisten en kunstenaars. Maar ze weet de twee werelden uitstekend te combineren. Zo besluit ze, na enige overredingskracht naar haar vader toe, in 1981 de originele werken openbaar te maken van alle kunstenaars die tot dan toe op de etiketten van de Mouton hebben geprijkt. Die liggen dan al jarenlang stof te vergaren in archie asten. Philippe ziet geen heil in het project: “Wie komt daar nu op af?” Maar Paintings for the Labels, zoals de reizende expositie gaat heten, is een doorslaand succes en wordt in maar liefst veertig landen tentoongesteld.
Gedomineerd door mannen
Philippe sterft in 1988. Hij wordt begraven op het landgoed Mouton. Philippine, zijn enige kind, erft van hem de drie kastelen: Château Mouton Rothschild, Château d’Armailhac en Château Clerc Milon. De wijnwereld wordt tot dan toe vrijwel exclusief gedomineerd door mannen. Zij is de eerste vrouw die aan het hoofd komt te staan van een groot bedrijf. En dan nog wel van zo’n prestigieuze naam. Worden er in 1988 1,3 miljoen dozen wijn per jaar verkocht, dat zijn er in 2000 2,1 miljoen. Phillipine moderniseert de wijngaarden, het productieproces en zet de etikettentraditie voort, tegen de standaardvergoeding van tien dozen exquise Mouton.
In 1990 neemt ze contact op met de Iers-Britse schilder Francis Bacon. Zou zij een van zijn werken kunnen gebruiken voor het etiket van dat jaar? Het gaat om een kunstwerk dat haar vader jaren eerder heeft afgewezen; het zou ‘te naakt’ zijn. Wat is er veranderd, vraagt een verbouwereerde Bacon. “Ik ben mijn vader niet,” antwoordt de barones.

In 1993 valt de eer te beurt aan de Zwitserse kunstenaar Balthus. Op de premier grand cru Château Mouton-Rothschild Pauillac prijkt een schets van een naakt meisje. Dat gaat veel preutse Amerikanen te ver. Het woord kinderporno valt. Philippine handelt snel: dan maar de flessen bestemd voor de VS zonder dat etiket sturen. Van 30.000 flessen wordt het etiket verruild voor een saai alternatief, zonder kunstwerk. Het blijkt een schot in de roos. Verzamelaars willen allebéi de etiketten: het saaie, maar zeker ook dat van Balthus. Op de Balthusetiketten ontstaat een run. Ze worden zelfs Amerika binnengesmokkeld.
‘De barones’
Ook de Britse prins Charles wil voor een aantal kisten Mouton wel een bijdrage leveren. In 2004 schrijft hij in een begeleidende brief: “Laat mij u een van mijn verschrikkelijke aquarellen sturen.” Het stelt een Zuid-Frans landschap met cipressen voor. Philippine vindt het helemaal niet verschrikkelijk en zo is er ook een etiket van de prins van Wales. Twee jaar later is schilder Lucian Freud aan de beurt.
‘De barones’, zo staat Philippine algemeen bekend. Zelf hecht ze helemaal geen waarde aan die titel. Liever laat ze zich aanspreken met ‘madame de Rothschild’. Interesse in mode heeft ze vrijwel niet. Voor haar geen haute couture. Wel heeft ze zo haar eigen voorliefdes: in het Londense Soho ontdekt ze in de etalage van een seksshop kousen met een luipaardprint. Op slag verliefd. Ze laat ze door een zakenrelatie met dozen tegelijk inslaan. En dan zijn er haar over the top accessoires: hoe groter, hoe beter, vooral de oorbellen en kettingen kunnen haar niet opvallend genoeg zijn.
Er zijn legio anekdotes over Philippine. Zo is ze in 1997 op zeilvakantie in een van haar favoriete landen, Griekenland. Er breekt op het schip brand uit. Iedereen moet van boord springen. Watertrappelend in de azuurblauwe zee roept ze naar een vriend: “Zie je, er zijn momenten waarop het echt niet helpt dat je een Rothschild bent!”

Er wordt een superieure witte wijn ontwikkeld, de Aile d’Argent, en een tweede rode bordeaux, Le Petit Mouton, genoemd naar het kleine huis waarin de barones en haar familie wonen, vlak naast het kasteel. Ze breidt verder uit, koopt een enorm landgoed in Limoux, de Languedoc, en noemt het Domaine de Baron’arques. Er komen wijngaarden in Californië en Chili.
Er wordt zelfs een Rothschildchampagne op de markt gebracht, die het vooral in Oost-Aziatische landen goed doet. Haar zoon Philippe, die daar later verantwoordelijk voor zal zijn, zal een bekentenis doen: “Champagne in een flûte? Je kunt het dan niet eens ruiken. Nee hoor, ik drink champagne gewoon uit een witte-wijnglas.”
Philippine implementeert de laatste technologische foefjes in de productie van de wijnen, maar, zegt ze in een interview met CNN in 2006: “Uiteindelijk draait het allemaal om de aarde, de terroir, een woord dat eigenlijk niet te vertalen valt. Het is een zeer Frans woord. Het betekent de wijngaard, de wijnrank, maar ook de zon, de hemel, de regen en de wind. Dat allemaal. Alles wat je ziet en waar je geen invloed op kunt uitoefenen.”
Ze laat het chateau Mouton Rothschild in 2013 volledig renoveren. Het is inmiddels een toeristische bestemming in de Médoc geworden. Niet alleen de omgeving en de beroemde kelders zijn prachtig, maar ook het Museum van Wijn in de Kunst is een bezoek waard, met wijnkelken uit verre windstreken, edelmetalen Duitse roemers uit de zeventiende eeuw, middeleeuwse wandtapijten met wijnvoorstellingen, zeldzame glazen, schatten afkomstig van de koningen van Napels, porselein uit China en Perzië; het is een ode aan de wijn. Ook de originele kunstwerken die langs veertig musea over de hele wereld trokken, hangen hier nu permanent.
Als Philippine in 2013 door het prestigieuze instituut Masters of Wine een Lifetime Achievement Award wordt toegekend, is ze daar om gezondheidsredenen niet bij, hoewel ze er enorm trots op is dat haar als eerste vrouw deze eer te beurt valt. Haar man Jean-Pierre en hun zoon Julien nemen de honneurs waar. Ze is dan ook al Officier de la Légion d’Honneur en Officier des Arts et des Lettres. Daarnaast wordt ze geroemd om haar ondersteuning van talloze charitatieve instellingen.
‘Humor en domheid’
Philippine overlijdt op 23 augustus 2014, tachtig jaar oud, door complicaties na een ingrijpende operatie. Haar familie is bij haar. Tijdens haar begrafenis op 1 september in het kasteel Mouton Rothschild zijn niet alleen hotemetoten en oudcollega’s van de Comédie Française aanwezig, maar ook de technici, de medewerkers van de kastelen en de wijnplukkers. Ze wordt begraven in de crypte op het landgoed, naast haar vader. Haar drie kinderen, dochter Camille en zoons Philippe en Julien zullen het bedrijf voortzetten. Ze is dan inmiddels grootmoeder van tien kleinkinderen.
‘Champagne in een flûte? Nee hoor, ik drink het gewoon uit een wittewijnglas’
Philippine de Rothschild wordt herinnerd als een elegante vrouw met een krakende stem, een enorme wilskracht en een uitermate directe manier van communiceren. Je wist meteen wat je aan haar had. “Ze was altijd fantastisch gekleed,” zegt wijnjournalist Jane Anson kort na haar dood. “Ze had duizend-en-een verhalen, een enorm oog voor detail en liet je ook duidelijk weten wanneer iets haar niet aanstond.” Hoe direct ze was blijkt uit een vraag-en-antwoord dat in 2006 werd gepubliceerd op de website Blacktie:
Wat is de mooiste herinnering uit uw jeugd?
Toen ik mijn vader zag nadat ik in de Tweede Wereldoorlog van hem werd gescheiden.
Wat is het belangrijkste dat u heeft geleerd?
Bescheidenheid en begrip.
Wat maakt u aan het lachen?
Humor en domheid.
Wat is uw grootste kracht?
Gezond verstand.
Wat zou u alle jongeren willen meegeven?
Wees jezelf en werk hard.
Hoe wilt u door de komende generaties worden herinnerd?
Als een eerlijke vrouw.
We sluiten af met haar mooie woorden over de wijn: “Voor mij betekent wijn vrede. Wijn drink je met vrienden, ik vind niet dat je wijn in je eentje zou moeten drinken. Als je samen met vrienden van wijn geniet, wijn echt próeft, dan kan er geen ruzie ontstaan. Voor mij staat de wijn symbool voor vrede.”
Dit artikel verscheen eerder in NIW 17, 5779 en kwam mede tot stand dankzij Maror.