Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Opinie

Tres cervezas

Frits Barend 21 mei 2022, 10:00
Tres cervezas

Laat ik vooropstellen dat burgemeester Femke Halsema van Amsterdam koosjer is, zoals wij dat noemen, dat ze deugt. En ik weet dat de boodschap bij elke officiële gelegenheid op 4 mei luidt: “Tijdens de nationale herdenking herdenken wij allen, burgers en militairen, die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord; zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog in Indonesië, als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna.”

Toch denk ik, vrij naar Ruud Gullit, bij die zin rond 4 mei altijd: pénis grande, tres cervezas. Natuurlijk herdenken we ‘allen die zijn omgekomen of vermoord’, maar in die oorlog is geen bevolkingsgroep in Nederland zo massaal uitgeroeid om zijn afkomst als de Joodse. Ik kan de officiële herdenkingsformulering waarin Joodse landgenoten niet apart als lijdend voorwerp worden erkend, niet anders zien dan als een verkapte ontkenning van het unieke van de Holocaust. Als we de slavernij herdenken, zijn het toch ook zwarte Afrikanen die tijdens de overtocht over de oceaan of door hun werk op de plantages zijn omgekomen of vermoord? We herdenken toch niet alle gesneuvelde witte scheepskapiteins en plantage-eigenaren?

Politiek correct
Sinds de introductie van de officiële herdenkingsboodschap in de vorige eeuw erger ik me aan de op het oog politiek correcte formulering, die naadloos aansluit bij de opvatting van oorlogskoningin Wilhelmina. Die vond na haar terugkeer uit Londen dat we geen onderscheid meer mochten maken, zoals in de oorlog. In die misleidende gedachtegang werden Joden na de oorlog net zo behandeld als niet-Joden, ook als ze zonder kinderen of ouders, als wees of weduwe waren teruggekeerd uit de vernietigingskampen en de onderduik. Of helemaal niet meer terugkeerden. Toen ik in het begin van deze eeuw vele jaren in mijn woonplaats Amstelveen de herdenking mocht leiden, stonden de achtereenvolgende burgemeesters mij altijd toe dat ik bij het uitspreken van de officiële zin fijntjes memoreerde dat één groep burgers toch iets zwaarder was getroffen dan alle andere in het Koninkrijk der Nederlanden, ook in Amstelveen.

In september 2020 nog werd het monument onthuld ter nagedachtenis aan de minimaal 166 Amstelveense Joden die alleen werden vermoord omdat ze Jood waren. En als één Nederlandse stad zijn hart verloor, was het Amsterdam. Sterker, Amsterdam verloor een hele buurt, de Jodenbuurt. Maar de Amsterdamse burgemeester Halsema nam tot mijn verbazing het woord Joden in haar officiële toespraak dit jaar op de Dam niet in de mond, in tegenstelling tot Hans Goedkoop even daarvoor in zijn 4 meivoordracht in de Nieuwe Kerk.

Gelijktijdig met de live-uitzending van de nationale herdenking zond NPO 2 de documentaire Een oorlog die nooit overging uit. Die ging over Ed van Thijn, over het jongetje dat achttien onderduikadressen nodig had om te overleven omdat hij Joods was. Over de student die in Parijs ging wonen en daar in elkaar werd geslagen omdat hij Joods was. Over de oud-burgemeester van Amsterdam die vooral geen Joodse burgemeester wilde zijn. Over de Joodse man die zijn leven lang streed tegen racisme en uitsluiting. Over de Ajaxsupporter die met lede ogen moest toezien hoe zijn club sinds de jaren tachtig wordt gezien als de ‘Jodenclub’ en de laatste jaren ineen kroop als hij voor de televisie supporters van de tegenpartij luid en duidelijk hoorde zingen: “En wie niet springt, die is een Jood”.

Geschiedvervalsing
Ed kon zich ergeren omdat hij in tegenstelling tot veel van zijn familieleden de oorlog overleefde. Terwijl honderdduizenden kinderen thuis overleefden, overleefde Ed alleen omdat hij kon onderduiken bij wildvreemde mensen. Ik claim echt niet het recht op leed. Ook op dit moment worden nog altijd mensen vervolgd of vermoord om wie of wat ze zijn. Juist daarom moeten we 4 mei in perspectief blijven zien en moeten sprekers in elke officiële toespraak duidelijk maken wat de Tweede Wereldoorlog uniek maakt. Als we op 4 mei de uiterste vorm van racisme en uitsluiting niet concreet bij naam noemen, plegen we een zeer geraffineerde vorm van geschiedvervalsing. We kunnen 5 mei alleen vieren als regenten en sprekers de dag ervoor tot in de eeuwigheid het toppunt van kwaad benoemen.

Dat kwaad heet de Holocaust. Noem je die niet, dan misbruik je 4 mei voor politiek of ander gewin.

Heeft u dit artikel met plezier gelezen? Met een abonnement op het NIW krijgt u toegang tot columns, opinies, analyses, nieuws – en achtergrondverhalen. Kies hier wat het beste bij u past.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *