Dit artikel verscheen eerder in NIW 10 5781/2020
Hij zal een jaar of tien geweest zijn, Thoufeek Zakriya, toen een klasgenoot hem vertelde dat hij regelmatig met zijn familie het paleis van de maharadja en de synagoge in de stad bezocht. Die stad was het Indiase Cochin, tegenwoordig bekend als Kochi, gelegen in de Zuid-Indiase deelstaat Kerala. Dat wilde Thoufeek ook zien. Dus vroeg hij zijn vader hem een keer mee te nemen. Die was in eerste instantie niet enthousiast, maar na drie, vier keer aandringen trokken ze eropuit. Het paleis van de maharadja bleek gesloten. Dan maar door naar de synagoge, in het hart van de oeroude Joodse buurt van de stad, die algemeen bekend stond als Jew Town. Daar was het stil, de enige man die hij op straat zag, was de bewaker van de synagoge. “Mag ik naar binnen?” vroeg Thoufeek. “Nee, de synagoge is nu gesloten voor toeristen,” antwoordde de man. “Maar ik ben geen toerist, ik ben van hier,” reageerde Thoufeek. De bewaker bleef onvermurwbaar, totdat een man de synagoge kwam uitgelopen. Die zag wat er gaande was en wenkte de jongen naar binnen. Zo betrad de tienjarige Thoufeek voor het eerst van zijn leven een synagoge: “Ik herinner me nog de kandelaars en de bloemen waarmee de ruimte was versierd. Het was, zo leerde ik later, Sjavoeot. De lucht was zwaar van de geur van jasmijn, die zich mengde met de karakteristieke kokosnootolie waarop de lichtjes brandden. Op de vloer lagen blauwwitte tegels,” vertelt Zakriya het NIW. “Ik stapte een sprookjeswereld binnen en werd betoverd. Die betovering is nooit meer verbroken.”
‘Ik stapte een sprookjeswereld binnen en werd betoverd’
Sparen voor Psalmen
Thoufeeks vader was een gelovig moslim, dus werd zoonlief naar een madrassa, een Koranschool, gestuurd. Daar leerde hij een klein beetje Arabisch, iets over aartsvader Abraham en zijn interesse in de Tora groeide. “Ik werd nieuwsgierig, wilde Hebreeuws leren lezen, maar waar vond ik dat? In de stadsbibliotheek ontdekte ik een boek met teksten in 25 talen, waaronder Arabisch, Duits, Hebreeuws en het Malayalam, een van de vele talen die in India worden gesproken en mijn moedertaal. Ik begon die Hebreeuwse letters uit het boek te kopiëren, maar ik had geen flauw benul van wat ik schreef.”
Totdat hij in een winkeltje aan het strand van Kochi, vlak bij zijn school, een boek vond in het Hebreeuws en het Engels, met daarbij de fonetische uitspraak van de Hebreeuwse tekst. Het was het Toraboek Tehilliem, Psalmen. Maar dat boek kostte drie roepies, en die had hij niet. “Ik heb toen al mijn zakgeld opgespaard en klusjes gedaan tot ik twee en een halve roepie bijeen had gespaard. Met een beetje afdingen kon ik het een paar weken later kopen.” Zo leerde hij eigenhandig de uitspraak van de letters, en hier en daar de betekenis. Hij ontwaarde ‘Lo’ – of toch ‘Sjalom’ – en de namen van de aartsvaders. “Ik begon langzaam een en ander te begrijpen, en uiteindelijk ben ik naar een internetcafé gegaan. Daar heb ik het Hebreeuwse alfabet geprint en ben ik serieus de schrijfwijze gaan oefenen.”

Wandelende encyclopedie
Thoufeek werd een graag geziene gast in de synagoge. Zo was hij op een dag aanwezig toen een tiental Joodse toeristen het gebouw bezocht. De aron hakodesj werd geopend, en een Torarol werd op de teva (de Sefardische benaming voor de bima) gelegd. ‘Ligt-ie nou ondersteboven?’ vroeg een van de onkundige Joodse aanwezigen. Thoufeek gaf antwoord: ‘Nee, het moet van rechts naar links gelezen worden. Kijk, zo.’ De aanwezigen waren verbaasd. Wie was deze tiener? Nou, een jonge moslim met interesse in het Hebreeuws.
Toch bleef de Joodse gemeenschap zelf hem in eerste instantie met argwaan bekijken. In Jew Town woonden nog maar elf Joden. Het eerste lid waarmee hij echt contact kreeg was de oude Samuel Halegua, die ook vaak in sjoel te vinden was. Hij leerde Thoufeek de betekenis van ‘joed hee wav hee’, en legde uit waarom die letterreeks niet wordt uitgesproken. “Samuel was een wandelende encyclopedie, ik heb zo veel van hem geleerd.” Zijn interesse was wellicht uiteindelijk doodgebloed, als hij niet was gezakt voor het eindexamen van de middelbare school. “Ik begrijp nog steeds niet waarom ik toen niet geslaagd ben. Ik raakte in een diepe depressie, ik kwam niet meer buiten, sloot mezelf op. Een jaar lang. Mijn enige troost was Hebreeuwse letters kalligraferen, waarop ik me toen opnieuw heb toegelegd. Later zou ik leren dat zakken voor dat examen geen falen was, maar dat het mijn huidige leven heeft bepaald.”

Na het oorspronkelijke wantrouwen namen de paar Joden die nog in Kochi woonden, hem toch op in hun gemeenschap. Zoals Sarah Cohen, die al ver in de tachtig was en via haar man contact had met Thoufeeks vader. Zakriya senior had een winkel in kleding, Sarah maakte de prachtigste borduursels. Thoufeek werd Sarahs aangenomen kleinzoon toen haar man overleed: “Zij was mijn Joodse oma, ik haar islamitische kleinzoon.” Sarah leerde haar pupil, die inmiddels studeerde aan een koksschool, alles over de koosjere keuken en de Joodse feestdagen. Ze gaf hem haar recepten voor typisch traditioneel Joodse gerechten uit de Indiase deelstaat en samen zongen ze Joodse liedjes.
Sarah leerde haar pupil alles over de tradities en de koosjere keuken
Chef-kok
Toen kwam in 2004 de tsunami, die dood en verderf zaaide in de regio. Het gezin overleefde de enorme vloedgolf, maar vader Zakriya was slachtoffer van de enorme economische terugslag, die tot vele jaren na de ramp nog merkbaar was. Toeristen bleven weg. Er moest brood op de plank komen. Thoufeek: “Uiteindelijk zat er zeven jaar geleden niets anders op dan het buitenland opzoeken. Ik koos voor Dubai, waar ik als chef-kok aan de slag ging. Zo kon ik mijn familie financieel blijven ondersteunen, maar de kalligrafie heb ik niet vaarwel gezegd. In mijn vrije tijd maak ik werken in het Arabisch, Soemerisch, Aramees en ja, dus ook en vooral in het Hebreeuws.”

Het NIW ontdekte Thoufeek Zakriya en zijn werk een paar maanden geleden op Twitter, ver voordat de Abraham-akkoorden werden ondertekend. Hij vertelde over de bijzondere Joodse gemeenschap in Kochi, waar hij inmiddels op zoveel manieren mee verbonden was en liet vaak werken van zijn hand zien. Omdat de Joodse geschiedenis van zijn thuisstad boeiend leek voor het NIW, ontstond een levendige virtuele dialoog. Het zou mooi zijn van zijn kennis gebruik te kunnen maken als we na de coronapandemie Kerala en vooral Kochi konden bezoeken, want die deelstaat staat hoog op de bucketlist. Die interesse in de regio begon met een reportage over Indiase interieurs in een deel van de Taschen-interieurserie, waarin een Joodse koopman uit Kochi aan het woord was. Het bleef een plan op de lange baan.
Naar de Joodse staat
In augustus 2020 werden de Abraham-akkoorden tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten gesloten. Israëlische diplomaten ontdekten de Indiase moslim, wonend in Dubai, die al die mooie kalligrafieën maakte. Zo zagen we hem opeens op een foto opduiken met een oude bekende, de Israëlische journaliste Michal Divon, dochter van de voormalige Israëlische ambassadeur in Nederland, Haim Divon. Michal maakte reportages over de positieve ontwikkelingen die gaande waren in het kielzog van de Abraham-akkoorden en ineens prijkte daar de foto van Thoufeek en Michal, in Dubai. “Wat is de wereld klein!” riepen we elkaar toe. Thoufeek had op een van zijn werken het woord Koran in het Hebreeuws gekalligrafeerd en dat opgedragen aan wijlen Josef Joel Rivlin, de vader van de huidige Israëlische president Reuven Rivlin. Waarom? Wel, de wetenschapper Josef Rivlin was hoogleraar Arabische wetenschappen en heeft ooit de Koran in het Hebreeuws vertaald. Dat inspireerde Thoufeek tot dit werk, dat inmiddels is afgeleverd op Rivlins residentie.

Thoufeek beschouwt Dubai nu als zijn tweede thuis, maar Kochi is hij niet vergeten. Toen zijn Joodse ‘grootmoeder’ Sarah Cohen in 2019 stierf, vloog hij terug naar zijn thuisstad, waar hij de unieke eer had als moslim deel te nemen aan de Joodse begrafenisriten en haar lewaje. Sarah had daarom gevraagd, vlak voor haar overlijden. Een paar jaar daarvoor nog had hij voor de matseive van zijn vriend Samuel Halegua de tekst mogen kalligraferen.
Nu staat hem een nieuw avontuur te wachten. “Het plan is dat ik volgende week naar Israël ga. Voor mij is het een wonder.” Wellicht dat zijn gastheren Thoufeek in verbinding kunnen stellen met de inwoners in Erets Jisraël die oorspronkelijk uit Kochi komen, want van hen zijn er nogal wat. En dat hij daar dan ook met hen zijn moedertaal, het Malayalam, kan spreken, zodat hij zich ook in Israël een beetje thuis zal voelen. Thoufeek: “Echt, wat nu gebeurt is daadwerkelijk de vervulling van sjalom, salaam, peace.”
“Wat is de wereld klein!” riepen we elkaar toe
Heeft u dit artikel met plezier gelezen? Met een abonnement op het NIW krijgt u toegang tot columns, opinies, analyses, nieuws – en achtergrondverhalen. Kies hier wat het beste bij u past.