Vorige week kwam een einde aan het leven van Vidal Sassoon. In de jaren 60 bevrijdde hij de vrouw van de krulspelden en de droogkap. Minder bekend is dat Sassoon een strijder was: tegen fascisme, antisemitisme en voor de onafhankelijkheid van Israël.
Sassoon werd in 1928 in Sheperd’s Bush in Londen geboren. De Bush, zoals de buurt door de bewoners werd genoemd, had een ruige reputatie en Vidal had er geen gemakkelijke start. Zijn vader, Nathan Sassoon, een losbol uit Thessaloniki, nam de benen toen Vidal nog een kleintje was. Moeder Betty, een Jodin van Spaanse afkomst, kon de zorg voor Vidal en zijn broertje Ivor niet aan en toen de familie uit huis werd gezet, trok zij in bij haar zus. Maar met de Grote Depressie in aantocht konden de zussen de eindjes niet meer aan elkaar knopen. Betty bracht haar twee zonen, Vidal en Ivor, onder in het weeshuis van de Spaanse en Portugese Synagoge in Maida Vale. Rabbijn Israel Elia herinnert zich het bezoek dat Sassoon twee jaar geleden bracht aan de synagoge.
Auteur: Carine Cassuto
Met in zijn kielzog een filmploeg die opnamen maakte voor de documentaire over Sassoons leven, met de grootse titel Sassoon, De Film. Hoe één man de wereld met een schaar veranderde. „Aan het hoofd van de ploeg stond een sjiek geklede man met fijngesneden trekken,” vertelt de rabbijn aan Ben Cohen, een voormalige BBC-producent. „Hij kwam naar mij toe en stelde zich voor als Vidal Sassoon. Hij was een film aan het maken over zijn leven en carrière.”
Weeshuis
Sassoon wees naar het gebouw dat jaren geleden het weeshuis was geweest. „Dus nam ik hem mee naar binnen. Hij zei: ‘Ik wil u laten zien waar mijn slaapzaal was.’ We gingen naar binnen en hij keek rond. Hij was opgewonden: ‘Ja, hier was het, dit was de slaapzaal.’ Ik keek hem aan en zei: ‘Vidal. jouw slaapzaal is nu mijn kantoor.’ Hij omhelsde me en vertelde hoe goed de gemeenschap altijd voor hem was geweest en dat hij zijn succes aan die vrijgevigheid had te danken.” De kleine Vidal zong in het synagogekoor. Tijdens zijn bezoek twee jaar geleden bezocht hij ook de galerij, waar het koor nog steeds zit. „Langzaam kwam een van zijn favoriete melodieën terug. Ik herkende het als ‘Jimloch Adonaj’, een van de liederen die we op sjabbat zingen. We hebben het samen gezongen.” Aan het verblijf in het weeshuis kwam een einde toen de situatie in Londen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog te gevaar- lijk werd. De Blitz, het Duitse luchtoffensief, legde een groot deel van de stad in puin, en vooral kinderen werden naar het platteland geëvacueerd. Na de oorlog kwam de inmiddels 14-jarige Vidal weer bij moeder Betty in huis en die had duidelijke plannen met haar zoon. Hij moest kapper worden, al was hij zelf liever voetballer geworden.
Joodse getto
Hij kwam in de leer bij Adolph Cohen in Whitechapel, midden in het Joodse getto. Dat beviel wel, maar Vidal had het liefst in het Britse leger willen dienen. Zijn kans kwam vlak na het einde van de oorlog. De Joodse militairen die van het slagveld terugkwamen, werden geconfronteerd met een krachtige groeiende fascistische beweging. Sassoon melde zich aan bij de 43 Group, een organisatie die in 1946 door Joods-Britse veteranen werd opgericht. Hij was het jongste lid en de enige kapper. Sassoon en zijn kameraden patrouilleerden door East End en verstoorden, gewapend met messen en scheermessen, waar mogelijk fascistische bijeenkomsten. Dat leverde weleens blauwe plekken op. Sassoon mocht graag over die spannende avonden en nachten vertellen. „Ik zal nooit vergeten dat ik op een ochtend binnenkwam en een klant tegen mij zei: ‘Hemel, Vidal, wat is er met je gezicht gebeurd?’ En ik zei: ‘O, niks mevrouw, ik ben over een haarspeld gestruikeld.’” Dat bezorgde hem in de Britse pers de bijnaam ‘de antifascistische kapper-krijger’. „Het antisemitisme liep de spuigaten uit,” vertelde Sassoon in een podcast voor het Holocaust Memorial Museum. „Ik bedoel, het was heel gewoon als je door een ander kind voor ‘vieze Jood’ werd uitgescholden. Engeland was wel een goede plek, zeker met Churchill en de strijd tegen de nazi’s, toch was er altijd het gevoel dat Joden tweederangs burgers waren.” Net als voor andere Joodse leden van de 43
Group diende zich voor Sassoon al gauw een nieuwe strijd aan. In 1948 liep de Britse mandaatperiode af en hij vetrok naar Palestina
om dienst te nemen in de Palmach. „Dat was het mooiste jaar van mijn leven,” vertelde Sassoon later aan een Britse krant. „Het
was een geweldig gevoel: tweeduizend jaar van onderdrukking en dan opeens een land dat wordt opgericht. Er waren maar 600.000
mensen om het land te verdedigen tegen vijf legers, dus iedereen had wel iets te doen.” Sassoon vocht aan het front. „Ik had geen zin om achter een bureau te zitten,” zei hij tegen de Jewish Chronicle. „Ik dacht: als we niet vechten voor dit stukje land, als we niet zorgen dat dit wat wordt, dan is die Holocaust helemaal een verschrikkelijke verspilling geweest.”
Beste kapper ter wereld
Sassoon zelf hield ook iets over aan zijn onafhankelijkheidsstrijd. De vaste overtuiging dat hij de beste kapper ter wereld zou worden. Terug in Londen meldt hij zich bij Raymond Bessone, op dat moment de kapper voor de sterren. Hij nam spraakles om zijn onvervalste Cockney-accent weg te werken. In 1954 opende Sassoon zijn eerste eigen salon, maar pas in de jaren 60 werd hij een bekende naam. Hij begon geometrische kapsels te knippen, waarbij alles draaide om techniek en model. Geen krulspelden, geen permanent of watergolf en geen droogkap. Haar dat alleen maar gewassen hoefde te worden. „Mijn idee was om een model in het haar te knippen, om het haar als materiaal te gebruiken en alles wat overbodig was, weg te knippen,” zo legde hij ooit zijn kniprevolutie uit. Sassoons kleine revolutie viel samen met een veel grotere omwenteling. De seksuele revolutie en het feminisme bevrijdden de vrouw, Sassoon bevrijdde hun haar. „Vrouwen gingen weer aan het werk, ze kwamen voor zichzelf op. Ze hadden geen tijd meer om onder de droogkap te zitten.” Hij bedacht het vijfpuntskapsel, de bob en de ‘Griekse godin’, kapsels die werden uitgedragen door actrices, zoals Mia Farrow met haar jongenskoppie in Rosemary’s Baby en Mary Quant, de uitvindster van de minirok en de hotpants. In de jaren 80 vetrok hij naar Los Angeles, het sterrenmekka, en begon aan een serieuze expansie: een wereldwijde keten van salons, kappersscholen en kappersproducten. Er zullen weinig vrouwen zijn wiens haar niet in aanraking is geweest met Vidal Sassoon. Hij was een wereldmerk geworden. Al was Sassoon een jetsettende sterrenkapper– ‘Toen was seks hebben, net zoiets als eten’ zei hij ooit – zijn Joodse wortels bleven zichtbaar. In 1982 zette hij het Vidal Sassooncentrum voor de studie van antisemitisme op aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem. Professor Robert Wistrich, die het centrum leidt, had een serie persoonlijke gesprekken met Sassoon de afgelopen jaren. „De Shoa en zijn ervaringen na de oorlog in Engeland hadden hem geschokt. Hij werd gedreven door het gevoel dat er iets gedaan moest worden. Het was geen academische visie, maar een morele, gebaseerd op zijn eigen ervaringen.” Rabbijn Elia van de Spaanse en Portugese Synagoge is het bezoek van Sassoon niet vergeten. „Nadat we klaar waren met het bezoeken van de synagoge en het weeshuis aten we in de keuken. Hij was bevlogen en onderstreepte dat het Joodse volk altijd waakzaam moet zijn, altijd klaar moet zijn om zichzelf te verdedigen.” Vidal Sassoon is 84 geworden.