10,5. Dat was woensdagmorgen het cijfer waar de Israëli’s hun hoop op vestigden. Het was niet het totale aantal coronabesmettingen per 24 uur in de Joodse staat, dat lag nog steeds schrikbarend hoog op bijna vijfduizend. Nee, het ‘goede nieuws’ zat hem in het percentage coronatests dat als positief terugkwam. Die 10,5 was immers het laagste percentage sinds 19 september, een dag nadat de tweede lockdown van start ging. Een kleine twee weken geleden haalde het percentage positieve coronatests nog een macaber hoogtepunt van meer dan 15. Ter vergelijking: tijdens de eerste golf in maart en april kwam dit getal nauwelijks hoger dan 3.
Reden voor voorzichtig optimisme? Wel volgens premier Benjamin Netanyahu. “We zien de eerste tekenen dat wij de pandemie indammen, maar het is nog te vroeg om conclusies te trekken,” zei Bibi nadat hij als eerste Israëli een sneltest had ondergaan, die binnen vijftien minuten aantoont of de patiënt wel of geen corona heeft (de premier testte negatief). Het is inderdaad vroeg dag, maar de Israëli’s verlangen wanhopig naar goed nieuws. De cijfers van de afgelopen weken tonen een samenleving die de weg, en een overheid die de regie volledig kwijt is.
Dat blijkt uit de ongekende besmettingscijfers tijdens de toch al zo vreemde Hoge Feestdagen. Voor de meeste Israëli’s geen familie- of synagogebezoek (althans, dat gold voor hen die zich aan de regels hielden), maar wel een constant bombardement van rampzalige getallen. De Joodse staat had relatief de hoogste besmettingscijfers ter wereld – met op één dag, 23 september, zelfs meer dan 11 duizend nieuwe gevallen. Ter vergelijking, Nederland, op dit moment het slechtst presterende land in West-Europa, is nog niet boven de vijfduizend besmettingen gekomen. Toegegeven, wij testen minder dan de Israëli’s, maar hebben wel een bijna twee keer zo grote bevolking.
Sterftecijfer
Nog zorgelijker is dat – anders dan tijdens de eerste golf toen de Joodse staat met zijn snelle, gedisciplineerde lockdown wereldwijd als voorbeeld gold – ook het sterftecijfer is geëxplodeerd. In de week van woensdag 30 september tot en met dinsdag 6 oktober kwamen 269 Israëli’s om het leven als gevolg van covid-19. Opnieuw de vergelijking: in Nederland waren dat er 89 in dezelfde periode. Het totale aantal officieel bevestigde doden als gevolg van het coronavirus ligt in Israël nog steeds veel lager dan in ons land, ruim 1800 tegenover bijna 6500, maar bedenk dit: vóór het begin van de tweede golf lag het sterftecijfer per hoofd van de bevolking in Israël tienmaal zo laag als in Nederland, inmiddels is dat minder dan tweemaal.
Intussen neemt de maatschappelijke onrust snel toe. Centraal staat hierbij de ultraorthodoxe gemeenschap, die extra zwaar door de epidemie getroffen is. Onder seculiere Israëli’s heerst het gevoel dat de charediem zich weinig aantrekken van de lockdownmaatregelen die de hele samenleving zouden moeten beschermen. Keer op keer blijkt dat het chassidische volksdeel zijn eigen koers vaart. Of dat nu is bij de massale uitvaart van een van hun – nota bene aan covid overleden – rabbijnen of door de vele ultraorthodoxe mannen die doen alsof zij naar een demonstratie gaan (tot voor kort een van de uitzonderingen op de strenge lockdownmaatregelen), maar in werkelijkheid samen bidden – zonder mondkapjes, maximumaantal gelovigen of voldoende afstand. Steeds vaker komt het tot gewelddadige ongeregeldheden tussen groepen charediem en de politie, ondanks het feit dat die laatste regelmatig een oogje toeknijpt bij ultraorthodoxe overtredingen. Bij rellen in met name Jeruzalem zijn inmiddels tientallen stenen gooiende en ‘nazi’-roepende charediem gearresteerd.
Zij zijn niet de enigen die de coronamaatregelen aan hun laars lappen. De massale en voortdurende anticorruptiedemonstraties tegen Netanyahu zijn een andere bron van zorgen als potentiële besmettingshaarden. En deze week bleek dat of all people premiersvrouw Sarah Netanyahu tegen alle regels in een kapper bij zich thuis liet komen. Sarah was er heilig van overtuigd dat zij zo’n belangrijke influencer was dat de regels niet voor haar golden. Quod non.
Foto Tomer Neuberg / Flash90