Als je naar Israël vertrekt, denk je dat je in de Joodse staat terechtkomt. Dat is gevoelsmatig maar ten dele waar. Hoewel de meerderheid van de bevolking Joods is, sta je als immigrant niet altijd stil bij de realiteit: hoeveel verschillende soorten Joden er in het land zijn, die elk hun eigen stempel achterlaten. Ik schreef al eerder over de charediem die ik in Mea Sjeariem trof, die door hun kledingvoorschriften snel in het oog springen. In de afgelopen periode heb ik veel geleerd over een andere, nog veel grotere groep in Israël: de mizrachiem, de Joden uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Mizrachi betekent letterlijk oriëntaals in het Ivriet, verwijzend naar het gebied dat vroeger wel de Levant werd genoemd.
Francofoon
Hier moet natuurlijk meteen bij gezegd worden dat onder de mizrachiem, net zoals in andere grote Joodse groepen, veel verscheidenheid bestaat. Een Marokkaan is geen Jemeniet en een Jemeniet is geen Pers, en ik wil niemand beledigen door de verschillende gemeenschappen over één kam te scheren. De groep waarmee ik met name in aanraking kom, is van Franse a!omst, te weten de voormalige Franse koloniën Marokko, Algerije en Tunesië. Vanwege de sterk toegenomen Franse alia in de afgelopen jaren zijn veel gemeenschapsleden nog duidelijk francofoon. In mijn Jeruzalemse straat is Frans waarschijnlijk de meest gehoorde taal na het Ivriet, of misschien nog wel meer. De Franse sjoel staat pal naast mijn flat, en op zaterdagochtend word ik nog weleens wakker door kinderen die, maar liefst acht verdiepingen lager, de sjoeldienst in koor met het Adon Olam afsluiten. Maar ik word thuis nog het meest aan deze gemeenschap blootgesteld sinds ik samenwoon met twee Tunesisch-Israëlische jonge vrouwen, I. en S.
S. spreekt geen woord Engels en hoewel ze in Israël woont sinds ze een klein meisje was, heeft ze nog steeds een herkenbaar Frans accent in haar tweede taal. Ik doe mijn uiterste best alleen Ivriet met haar te spreken, maar ik moet mijn verwaarloosde Frans regelmatig in de strijd gooien. Toen ik I. laatst toevallig aan de telefoon hoorde, was ik bang dat mijn Frans wel erg achteruit was gegaan, maar wat ik dacht te horen, bedoelde ze wel degelijk. I. had de afgelopen tijd een paar kleine ongelukjes in huis gehad (haar hoofd gestoten, uitgegleden in de douche, et cetera) en vertelde nu aan wie het maar horen wilde dat het boze oog echt op haar gericht moest zijn. Daarvan was ze overtuigd.
Wierook
Aanvankelijk had ze vooral psalmen opgezegd om haar noodlot te veranderen, later had zij voor de zekerheid ook een rode armband met een klein blauw embleempje van het boze oog gehaakt, dat ze voorlopig niet af zou doen. Als dat niet genoeg zou helpen, was ze van plan een penetrant soort wierook door het hele huis te laten branden om zo haar omgeving te zuiveren. S. had haar aangeraden mij van tevoren te waarschuwen, omdat ik weleens kon schrikken van de ceremonie (dank!).
Een ander middel dat door de eeuwen heen door Tunesisch-Joodse vrouwen is toegepast, is een bepaalde knoop in een touw leggen en daar vervolgens zegeningen over uitspreken. Als ik het goed heb onthouden, zou dat ook helpen bij het vinden van zoekgeraakte spullen. Het ritueel met de knoop is inmiddels rabbinaal verboden, want, zo vertelde I. mij met indringende blik, de Tunesische rabbijnen bestempelden het als hekserij. Aha. Zo zag ik ten overvloede in dat wat ik als Het Jodendom en De Traditie beschouw, slechts een heel beperkt beeld van de realiteit geeft. Welkom in Israël!