Eerst nam het GroenLinks-congres een pro-BDS-motie aan. Daarna nuanceerde Kamerlid Bram van Ojik deze, om vervolgens op de partijwebsite afstand te nemen van de anti-Israëlbeweging. Waar staat GroenLinks nu ten opzichte van BDS? Partijprominent en buitenlandwoordvoerder Van Ojik legt uit.
De tekst van de motie over de BDS-beweging die het GroenLinks-partijcongres op 16 februari aannam loog er niet om: boycot, desinvestering en sancties zijn ‘een geoorloofd middel om de Palestijnen te helpen in hun strijd voor rechtvaardigheid’. Vooral de bewoordingen in de bij de motie gevoegde verklaringen schoten velen in het verkeerde keelgat. Want welke ‘rechtvaardigheid’ bedoelden de GroenLinksleden? Die van de corrupte, ondemocratische en op grote schaal de mensenrechten schendende Palestijnse Autoriteit? Of misschien die van de Hamasterroristen? Er werd gesproken over de ‘gewelddadige Israëlische onderdrukking’, de ‘bezetting van Gaza’, ‘geweldloos Palestijns verzet’ en het ‘onterecht in verband brengen van BDS met antisemitisme’ door een ‘krachtige lobby’.
Een storm van protest vanuit Joods Nederland stak op. NIW-columnist Hans Knoop constateerde dat GroenLinks ‘bruiner’ was geworden. Schrijver Leon de Winter ging een stap verder door de partij te vergelijken met de NSB: “’Koopt niet bij Joden’ is nu een aanvaardbare opvatting” schreef De Winter in De Telegraaf. Zelfs de progressieve journalist Anet Bleich gaf GroenLinks begin maart ervan langs in het NIW-Forum. “Helaas, de motie zelf neemt totaal geen afstand van BDS en wekt de indruk dat de opstellers BDS geweldig vinden,” schreef Bleich, die van een ‘faux pas’ sprak.
Januskop
In datzelfde Forum nuanceerde Tweede Kamerlid Bram van Ojik, verantwoordelijk voor de buitenlandportefeuille van de GroenLinksfractie, de positie van zijn partij. “Het gaat GroenLinks puur om de vrijheid van meningsuiting, een belangrijk uitgangspunt in onze democratie en rechtsstaat. We verzetten ons tegen een verbod op het uiten van standpunten. Dat is het doel van de motie die tijdens het congres is aangenomen. De motie staat los van de doelen van BDS, die ondersteunt GroenLinks niet,” schreef van Ojik. Om daar enigszins ambivalent aan toe te voegen: “We zijn wel voor het gebruik van economische druk als pressiemiddel in landen waar de rechtsstaat in het geding is en mensenrechten worden geschonden.” Wat ondanks zijn eerdere woorden wel verdacht veel leek op het steunen van BDS. Niet voor niets sprak Bleich over een ‘januskop’. Daarmee bedoelde zij dBDS-beweging zelf, maar het leek ook te kunnen slaan op de houding van GroenLinks.
‘Ik geloof best dat onder de brede BDS-paraplu mensen schuilen die er zeer verwerpelijke standpunten op nahouden’
En toen was daar opeens een tekst van Van Ojik op de website van GroenLinks, waarin expliciet afstand genomen werd van BDS. “De motie is niet bedoeld als steun aan de doelen van BDS. Sterker nog: GroenLinks is niet voor een boycot van Israël,” is daar te lezen. Dit lijkt lijnrecht in te gaan tegen de door de partijleden aanvaarde motie en deels ook tegen de tekst van Van Ojik in het NIW-Forum. Dat vindt het Kamerlid in gesprek met het NIW niet: “Het ging ons erom of je met een verbod of beperkende maatregelen op BDS moet reageren, de motie was voor ons vooral een kwestie van de legitimiteit van de BDS-beweging. Niet zozeer haar doelen, als wel het middel. Waarmee je het eigenlijk dus vooral over de vrijheid van meningsuiting hebt. Wij doen het zelf niet, maar als mensen willen pleiten voor BDS, moeten zij dat wat ons betreft kunnen doen.”
Monddood
Een interessante interpretatie van de motie, gezien de begeleidende tekst en de identiteit van de indiener, de felle anti-Israëlactivist Karel van Broekhoven, wiens ‘Breed Platform Palestina’ vorig jaar negatief in het nieuws kwam toen deze een sticker met de naam van de Palestijnse activiste Ahed Tamimi plakte over het straatnaambord van verzetsheldin Hannie Schaft in Haarlem. En bovendien: staat de vrijheid van meningsuiting van de BDS’ers wel zodanig onder druk dat dit een expliciete motie rechtvaardigt? In ieder geval in Nederland is geen sprake van een wetsvoorstel dat de BDS-beweging zou verbieden. “Niet in Nederland, nee,” geeft Van Ojik toe, “maar dit speelt wel in andere landen: de Verenigde Staten, Frankrijk, in Israël zelf. Dat vinden wij verkeerd, wij zijn tegen pogingen mensen monddood te maken.”
En al die anti-Israëlretoriek in de begeleidende tekst bij de motie? “Nogmaals, de motie verzet zich tegen pogingen BDS strafbaar te stellen. De toelichting, die niet de mijne is, is veel positiever over BDS dan ik zou zijn. Ik denk niet dat BDS effectief is, misschien hadden ze dat expliciet in de tekst van de motie kunnen zetten. Maar wat de motie ons als fractie vraagt te doen, daar sta ik volledig achter. Het is een legitiem middel.” Wacht even, BDS is dus wél legitiem? “Er zijn wel meer zaken legitiem waar ik niet achter sta,” legt Van Ojik uit, “Er zijn mensen die zeggen: ‘we moeten uit de EU’; dat vind ik een legitieme opvatting, al deel ik haar niet. Het standpunt is niet verwerpelijk, dat is een belangrijk onderscheid.”
Hoe legitiem kan een middel zijn als het doel dat niet is? De BDS-beweging streeft impliciet, maar vaak ook expliciet, het verdwijnen van de staat Israël na. “Als ik daar vanuit BDS een pleidooi voor hoor, wordt de grens van legitimiteit wel bereikt. Ik geloof best dat onder de brede BDS-paraplu mensen schuilen die er zeer verwerpelijke standpunten op nahouden. Ik heb er geen enkel probleem mee daar afstand van te nemen. Als er binnen de BDS-beweging sprake is van antisemitisme, vind ik dat uiteraard volledig verwerpelijk. Tegen alle vormen van antisemitisme moet je zo actief mogelijk ageren.”
Stemadvies
Hoe zit het in dat licht met het schisma tussen GroenLinks en PvdA, nu deze laatste heeft besloten de antisemitismedefinitie van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) te omarmen? Heeft Van Ojik plannen het voorbeeld van de sociaaldemocraten te volgen? “Wij hebben steeds gezegd dat antisemitismebestrijding niet mag leiden tot verwarring over de vraag of je kritiek mag hebben op het beleid van de Israëlische regering. Daarom hebben wij ons niet achter de IHRA-definitie geschaard. Ik zie dat de PvdA daar nu anders over denkt. Het is goed die discussie te blijven voeren, tot nu toe hebben wij geen reden gezien om ons standpunt te veranderen. Maar dat staat uiteraard open voor discussie.”
Over de IHRAdefi nitie: ‘Ook wij binnen GroenLinks moeten bereid blijven om blijk te geven van voortschrijdend inzicht’
Dat de IHRA expliciet kritiek op de Israëlische regering uitsluit van het antisemitismeverwijt lijkt Van Ojik toch aan het denken te hebben gezet: “Ook wij binnen GroenLinks moeten bereid blijven om blijk te geven van voortschrijdend inzicht. Ik zeg dat bewust zo, omdat ik niet wil uitsluiten dat we die beslissing nog gaan nemen, maar ook niet dat we bij ons huidige standpunt blijven. Het is ook voor ons belangrijk te zien hoe verwante partijen daarmee omgaan.” Er gloort dus hoop voor de IHRA-definitie binnen GroenLinks, zeker ook omdat de Amsterdamse partijfractie, de belangrijkste in ons land, zich met de ondertekening van het Amsterdam Joods Akkoord achter de antisemitismedefinitie heeft geschaard. “Dat geeft aan dat het niet iets is waar wij heel dogmatisch in staan. Het denken daarover staat inderdaad ook bij ons niet stil.”
Hoe denkt Van Ojik over het verrassende ‘stemadvies’ voor GroenLinks waarmee terreurbeweging Hamas – maar ook de antisemitische Bezige Bij-schrijver Dyab Abou Jahjah – naar aanleiding van de BDS-motie op de proppen kwam? “Wat moet ik daarvan zeggen? Hamas is verwerpelijk en ik denk niet dat wij van enige sympathie voor die beweging verdacht kunnen worden. Natuurlijk voel ik mij hier buitengewoon ongemakkelijk bij, maar ik kan er helaas niet veel aan doen.” Om tot slot de wens uit te spreken: “Ik verwacht dat mensen die GroenLinks volgen, ervan overtuigd zijn dat wij elke vorm van antisemitisme, hoe licht of hoe zwaar ook, verwerpen. Ik hoop dat daar geen discussie over is.”