Vanuit een door Nederlandse universiteiten geheimgehouden partij, is naar deze wetenschappelijke instellingen een WOB-verzoek gestuurd. Daarin wordt gevraagd om openbaarmaking van documenten of informatie over de institutionele banden van de desbetreffende universiteit met Israëlische universiteiten, instituties en bedrijven en, opvallend, ‘met organisaties die steun voor de staat Israël propageren’. Het tijdsbestek van het opgevraagde materiaal is lang: van 1 januari 2012 tot en met 24 januari 2022.
Het gaat om samenwerkingsverbanden, contacten, correspondentie met organisaties en hun vertegenwoordigers in Nederland maar ook Israëlische organisaties en bedrijven. Opvallend is dat de aanvrager van dit WOB-verzoek voor nu achter de schermen opereert. Dat wil zeggen: zelf eist de verzoeker ultieme openbaarheid, maar zelf wil hij de eigen identiteit niet prijsgeven. Dat hoeft wettelijk ook niet. Maar universiteiten kunnen de verzoeker wel vragen zich kenbaar te maken. Ook melden bronnen dat vanuit de leiding medewerkers wordt verzocht dit verzoek als zeer vertrouwelijk te behandelen. De vraag is nu: welke universiteiten werken hieraan mee? En zouden zij dat ook doen als deze informatie over andere democratische en bevriende staten zou worden opgevraagd?
Al eerder riep een aantal medewerkers aan universiteiten in advertenties in landelijke kranten op tot een academische boycot tegen Israël. Het ging daarbij exclusief om dat land en alleen dat land. Daar werd toen vanuit de leidingen van die wetenschappelijke instellingen geen gehoor aan gegeven.