Meer dan 800 jaar geleden vond in de Noord-Engels stad een verschrikkelijk bloedbad plaats onder de Joodse gemeenschap, maar nu krijgt de liberaal-Joodse kille in de stad voor het eerst sinds de beruchte pogrom van 1190 weer een rabbijn: Elisheva Salamo. Eerder vervulde zij die functie al in de Verenigde Staten, Zwitserland en Zuid-Afrika.
Het bloedbad in York wordt gezien als een van de grootste misdaden tegen het jodendom in de geschiedenis van de Britse eilanden. Aan de vooravond van de Derde Kruistocht ging het gerucht rond dat de nieuwe koning Richard I, bijgenaamd ‘Leeuwenhart’, had bevolen de Joden in het land te vermoorden. Het tegendeel was waar, twee vooraanstaande Joden uit York waren juist naar Richards kroning afgereisd, wat kwaad bloed zette onder veel christenen. Gekoppeld aan opportunistische edelen die hoopten door een pogrom van hun schulden aan Joodse geldleners uit te komen en het steeds sterker de ronde doende ‘Bloedsprookje’ (Joden zouden christelijke kinderen ritueel vermoorden), kwam het tot een geweldexplosie.
“Het helpen herbouwen van wat ooit een van Engelands meest levendige Joodse gemeenschappen was, is een eer en een privilege”
Normaal gesproken stonden de Joden van York onder de bescherming van de Sheriff, maar die had de stad verlaten om op kruistocht te gaan. Christelijke burgers vielen Joodse huizen aan en plunderden die. De Joodse gemeenschap – zo’n 150 mannen, vrouwen en kinderen – vluchtte naar de citadel van de stad, waar zij omsingeld werden door burgers en soldaten die eisten dat zij zich bekeerden. Het alternatief: massamoord. De meeste Joden besloten daar niet op te wachten en pleegden zelfmoord. De rest kwam om in de vlammen nadat de christenen het kasteel in brand hadden gestoken. Van de ene op de andere dag was er geen Joodse gemeenschap in York meer. 85 jaar later gold dat voor heel Engeland, nadat koningin Eleanora in 1275 alle Joden uit het land verbande.

Hoewel er al sinds de 17e eeuw weer een bloeiende gemeenschap bestaat in het Verenigd Koninkrijk, werd er pas in 2014 een kehila in York gesticht. De herinnering aan de gebeurtenissen van 1190 was voor velen te pijnlijk en er zou zelfs een rabbinale ban hebben bestaan op vestiging in de stad. Nu is de gemeenschap daar zo’n honderd zielen groot en is het tijd voor de aanstelling van een rabbijn. “Het helpen herbouwen van wat ooit een van Engelands meest levendige Joodse gemeenschappen was, is een eer en een privilege,” zegt rabbijn Elisheva Salamo in The Guardian.