We zijn dit jaar doodgegooid met een zogenaamd nieuw begrip: nepnieuws.
Nepnieuws wordt veelvuldig geassocieerd met Donald Trump, die in zijn vrije tijd met verve de rol van president van Amerika speelt. De toonaangevende Amerikaanse kranten The New York Times en The Washington Post wedijveren om het gebruik van wat bij Amerikanen fake news heet als ze over Trump schrijven. En als je naar defi nities van fake news zoekt, krijg je de indruk dat het begrip een vinding is van de laatste jaren en pas zijn intrede deed sinds Trump werd verkozen tot president. Dat is een zeer, zeer grote misvatting. Daarom noem ik nepnieuws ook een zogenaamd nieuw begrip. Dat nepnieuws iets is van het laatste decennium is op zich al nepnieuws. Op z’n hoogst is het opmerkelijk dat een democratisch gekozen president zo veelvuldig wordt beschuldigd van het verspreiden van nepnieuws. Zeker wij Joden weten alles van nepnieuws. Ooit begon comedian Raoul Heertje een conference bij Toomler met de zin “oké, ik weet het, wij Joden hebben Jezus vermoord, dus daar hoeven we het niet meer over te hebben.”
Dat nepnieuws iets is van het laatste decennium is op zich al nepnieuws
‘Vader slacht een haring’
Nepnieuws bestaat kortom al ruim 2000 jaar en helaas weten ‘wij’ daar alles van. Deelnemers aan de Kruistochten waren rond het jaar 1000 zo geïndoctrineerd door hun christelijke, lees katholieke leiders dat ze moeiteloos Joden en moslims aan hun zwaard regen. De inquisitie 500 jaar later leidde dankzij Spaans en vooral katholiek nepnieuws tot een eerste holocaust. In Oost-Europa zijn de verzonnen Protocollen van de wijzen van Sion het voorbeeld van nepnieuws dat heeft geleid tot vele gewelddadige pogroms tegen Joden. Frankrijk kende eind negentiende eeuw de Dreyfusaffaire. Deze Joodse officier is een bekend voorbeeld van een slachtoffer van puur nepnieuws. Onder leiding van Joseph Goebbels werden de Duitsers via zeer geraffineerde propaganda klaargemaakt voor de Endlösung, de uitroeiing van alle Joden. Nepper kan het nieuws niet worden dan wanneer je voortdurend schrijft dat Joden al het mondiale geld bezitten, dat de Jood per definitie rijk is en mede daardoor aan de basis staat van al het kwaad in de wereld. Zeker in het begin van de vorige eeuw was de gemiddelde Jood straatarm, met als voorbeeld die moeder uit de Rapenburgstraat 27 driehoog achter die uit het raam hangt en roept: “Kinderen thuiskomen, vader slacht een haring.” Dankzij nepnieuws waren deze arme Joden in de vorige eeuw het kwaad van de wereld, van de sappelaars in de sloppen van Warschau tot de sloebers in de Amsterdamse Jodenbuurt. Het hele antisemitisme is een uiterste consequentie van twintig eeuwen nepnieuws, om over homohaat maar te zwijgen.
In het volgend jaar te verschijnen Buigen onder de storm, over de in 1944 vermoorde journalist Philip Mechanicus, citeert auteur Koert Broersma de reactie in 1941 op Mechanicus’ aanvraag van het lidmaatschap van het in augustus 1940 opgerichte Verbond van Nederlandse Journalisten: “Blijkens gegevens, welke bij het VNJ berusten, bezit u niet de gegevens, welke nodig zijn om de taak van het voorlichten der openbare mening te vervullen. De titel ‘Journalist’ mag niet door u worden gevoerd.” Hoe nep, hoe fake, wil je het hebben als je Mechanicus na twintig jaar topjournalistiek voor het Algemeen Handelsblad in 1941 het recht ontneemt zich journalist te noemen? Kortom, laten we elkaar niets wijsmaken, nepnieuws is niet iets van de laatste jaren. Nepnieuws bestaat al sinds er mensen zijn, anders geformuleerd, sinds mensen zich Joden begonnen te noemen.