Deel 5: Van krantenjongen tot topcomponist

Deel 5 van onze serie over Joodse  componisten en hun grote betekenis voor de westerse muziekwereld, met dank aan Maror. Deze week: Irving Berlin
Irving Berlin in 1906 op 18-jarige leeftijd
Wikimedia Commons
Irving Berlin in 1906 op 18-jarige leeftijd Wikimedia Commons

Toen hij op 101-jarige leeftijd overleed, liet de man die amper noten kon lezen de wereld 1500 liedjes na, waarvan we er nog steeds vele kunnen meezingen. Dit is het wonderbaarlijke levensverhaal van componist Irving Berlin.

Het is 1892. De plaats: Talachin, een sjtetl langs de weg van Minsk naar Moskou in huidig Wit-Rusland. Een vierjarig jongetje staat, een deken om zich heen, met zijn familieleden te kijken naar de verzengende vlammen die zijn ouderlijk huis in de as leggen, het werk van rovende kozakken, een zoveelste pogrom.

Het is de enige herinnering die Israel ‘Izzy’ Beilin heeft aan zijn eerste levensjaren, vertelt de man die zichzelf later Irving Berlin zou noemen. Velen denken dat hij in deze sjtetl geboren is, maar documenten bewijzen dat hij duizenden kilometers verderop, in Tyumen, Siberië, ter wereld kwam. Vaststaat dat op zijn verhaal alle mogelijke clichés van toepassing zijn: From rags to riches, van krantenjongen tot miljonair, de man van the American dream.

Zijn leven begint in bittere armoede. Voor Israels vader, chazan Moses Beilin, zijn de beelden van het tot de grond toe afgebrande huis het signaal definitief te vertrekken. Hij wil met zijn gezin zo snel mogelijk het tsaristische Rusland verlaten. Alle centjes worden bij elkaar geschraapt. Niet alleen voor de overtocht naar di goldene mediene zoals Amerika wordt genoemd, maar ook om de grenswachten en mensensmokkelaars om te kopen, zodat het gezin van Talachin naar West-Europa kan vluchten.

Acht stuks bagage

Vader Moses, moeder Lena en de kinderen Beilin behoren tot de 26 miljoen immigranten die tussen 1880 en 1920 Amerika binnenkomen, onder wie veel Russische Joden. Denk aan George en Ira Gershwin, Al Jolson, Louis B. Mayer en de gebroeders Warner. De Beilins maken de grote oversteek vanuit Antwerpen. Bram Beelaerd, historicus bij het Red Star Line Museum in de Scheldestad, dook in de overtocht van het gezin. “De passagiers werden voordat ze aan boord gingen gedesinfecteerd en daarna was er een gezondheidsinspectie. Kwam je daar niet doorheen, dan eindigde je Amerikaanse droom nog voor die begonnen was.”

Het gezin wordt toegelaten op de SS Rhynland, een van de eerste stalen schepen die naar het nieuwe werelddeel varen. Het is allemaal terug te vinden in het logboek van de kapitein. Er waren 372 passagiers aan boord, 17 reisden eerste klas, 61 tweede klas en onderin het schip zaten 372 passagiers bij elkaar, tien dagen lang, zonder frisse lucht, Onder hen de 46 jaar oude Moses en zijn vrouw, acht stuks bagage en zes kinderen. Izzy is vijf jaar oud wanneer hij op 14 september 1893 hoort dat er land in zicht is. Het Vrijheidsbeeld doemt op, symbool van Ellis Island waar vrijwel iedere immigrant het land binnenkomt. Sommigen hebben geen flauw benul wat voor beeld het is, er is zelfs een anekdote dat een van de immigranten het aanziet voor het mausoleum van Christoffel Columbus. Het verhaal gaat dat de kleine Israel een lelijke wond op zijn voorhoofd heeft, opgelopen toen een medepassagier uit een van de stapelbedden per ongeluk een mes liet vallen.

Vergaarbak

De aankomst in Amerika maakt grote indruk op de kleine Izzy. Niet voor niets zal hij later, in 1938, Give me your tired, your poor op muziek zetten, een gedicht van Emma Lazarus. Zijn dochter Mary Ellin Barrett vertelt in haar boek Irving Berlin, a daughter’s memoir’ hoe Izzy zich ineens heel bewust werd van de karakteristieke Joodse kledij die het gezin aanhad.

Zoals driekwart van alle immigranten komen ze terecht in de Lower East Side, het meest overbevolkte stukje Amerika. Het is een vergaarbak van socialisten, communisten, kapitalisten, anarchisten en veel arme Joden uit Oost-Europa. Eerst woont het gezin in een souterrain in Monroe Street, niet veel later verhuizen ze naar een paar kamers in Cherry Street, vlak om de hoek bij de synagoge in Eldridge Street die in 1887 is ingewijd. De sjoel werd mogelijk gemaakt door een inzameling onder alle arme Joden in de wijk. Geld voor een rabbijn is er niet, maar een chazan moet er toch echt komen. Helaas voor Moses is die plek al bezet: vlak voor de aankomst van de familie liet de gemeenschap voor 2500 dollar een chazan uit Odessa overkomen. En ook is er een eerste mikwe in Allen Street, tussen de bordelen en kroegen in.

Het nieuwe thuisland brengt voor vader Moses niet waarop hij hoopte. In Rusland was het gezin ook arm geweest, maar daar had hij als chazan tenminste aanzien. Nu is hij een van de vele mannen van middelbare leeftijd die bedelen om een baantje. Dat vindt hij uiteindelijk, als arbeider op de vleesmarkt.

Al vanaf zijn achtste helpt Izzy mee om als krantenjongen wat nickels and dimes bij elkaar te schrapen. Zijn biograaf Alexander Woolcot vertelt hoe hij een keer op de kade bij het dok gaat zitten waar schepen af en aan varen. Izzy krijgt een tik als de lading van een hijskraan iets te ver uitzwaait en komt in de Hudson terecht. Hij wordt door havenarbeiders uit het water gevist, zijn vijf penny’s, verdiend met de verkochte kranten, klemt hij nog ferm in zijn knuist.

Op straat

Toch blijkt Izzy die arme tijd niet als dramatisch te hebben ervaren. Als zijn dochter Mary Ellin hem jaren later vraagt hoe het was om in die diepe armoede te zijn opgegroeid, antwoordt hij: “Wat was arm? Het was wat ik kende, ik kan me niet herinneren dat ik ooit honger had.”

De Lower Eastside rond 1900 FOTO: Brown Brothers New York Times

Zijn moeder probeert wat bij te verdienen als vroedvrouw, een zus verdient als sigarendraaister het meeste van het gezin. Een broer zet in een sweatshop kledij in elkaar. Naast het verkopen van kranten probeert Izzy ook iets te verdienen als straatzanger: petje op de grond en zingen maar. Zo leert hij al snel welke liedjes populair zijn bij de passanten.

Het noodlot slaat toe als vader Moses sterft. Izzy is dertien jaar oud. De omstandigheden worden nog armzaliger, Izzy gaat van school af – voor zover daar überhaupt sprake van was – en verlaat niet lang na de dood van zijn vader het ouderlijk huis, ‘zodat mijn moeder zich geen zorgen hoefde te maken over nog een mond om te voeden.’

Na verloop van tijd krijgt Izzy een baantje als zingende ober in café Pelham

Hij komt op straat terecht, waar hij zich aansluit bij een groep dakloze jongens en na verloop van tijd krijgt hij een baantje als zingende ober in café Pelham. De eigenaar, Mike Salter, hoort dat bij een concurrent ook zo’n zingende ober rondloopt. Die heeft een liedje geschreven met een Italiaanse tongval, dat heel populair onder de gasten is. Het wordt op papier gezet en die jongen krijgt er zelfs een centje voor betaald. Dat brengt Salter op een idee. “Jij bent toch zo slim, waarom probeer jij dat ook niet?” zegt hij tegen Izzy.

En zo schrijft Izzy Beilin op zijn negentiende met de pianist van het café – zelf kan hij alleen maar een beetje pingelen – zijn eerste liedje: Marie from sunny Italy. Tekst en muziek: Irving Berlin. Eerst de tekst, dan de muziek, zoals hij zijn hele leven zal doen. De twee verkopen het liedje en Izzy, die geen noten leest en dat zijn leven lang niet zal kunnen, krijgt zijn eerste royalty’s: 37 cent.

Beroemd

Hij komt terecht in Tin Pan Alley, de straat waarin componisten en liedjesschrijvers hun deuntjes aan artiesten proberen te verkopen. We kennen die straat uit het artikel over George Gershwin (NIW 39), want die loopt er ook rond. Izzy verandert zijn naam in Irving Berlin en probeert zijn pianospel bij te spijkeren. Dat lukt hem uiteindelijk, maar een groot pianist zal hij nooit worden. Hij kan alleen spelen in Fis, waarin bijna uitsluitend zwarte toetsen worden gebruikt. Dat zal hij zijn leven lang blijven doen. Willen mensen een andere toonsoort? Dat kan. Daar zijn speciale transponatiepiano’s voor. Onder aan het klavier zit een knop waarmee de hele rij toetsen naar links of rechts kan worden geschoven. Voor de pianist blijven de toetsen zo hetzelfde, maar hij speelt in een lagere of hogere toonsoort. De eerste piano waarop Berlin zijn liedjes op deze manier componeert, staat nu in het Museum voor Joodse geschiedenis in Philadelphia.

Berlin verkoopt aan de lopende band liedjes zoals From here to Shanghai in 1911, geïnspireerd door zijn tijd als pianist in Chinatown. Later dat jaar schrijft hij, 21 jaar oud, het nummer Alexander’s Ragtime Band. Het wordt Berlins grote doorbraak: een gigantische hit, niet alleen in Amerika en Europa, maar zelfs in zijn geboorteland Rusland. Het lied veroorzaakt zoveel deining dat het succes alleen te vergelijken valt met dat van Elvis Presley en de Beatles. Van de ene op de andere dag is Irving Berlin beroemd.

Irving speelt de noten voor, de secretaresse noteert ze op muziekpapier

Muziekhistoricus en producer Ted Chapin vertelt: “Het was niet gebruikelijk dat een zanger ging componeren. We moeten niet vergeten dat Irving begon als zanger, en pas later zijn liedjes op papier ging zetten.” Althans, dat doet een secretaresse voor hem, die wél noten kan lezen en schrijven. Irving speelt de noten voor, zij noteert ze op muziekpapier.

Zo volgen meer, veel meer songs, want Berlins productiviteit is enorm. Het verhaal gaat dat hij op één avond vier, vijf liedjes kon componeren. Alexander’s Ragtime Band zou hij in achttien minuten voltooid hebben. En er zitten heel grappige bij, zoals Yiddisha eskimo, een liedje over een Joods echtpaar dat besluit op de Noordpool te gaan wonen. Daar is het geen weer voor een Jood, de ijspegels hangen aan hun neuzen. Het is een liedje in een hele serie, zo zijn er ook een Yiddisha nightingale, -professor en -wedding. In totaal zal Berlin in zijn leven zo’n 1500 liedjes schrijven.

Noodlot

Het leven lacht Irving Berlin toe. Niet alleen op professioneel vlak, maar ook in de liefde. Zijn zakenrelatie Edward Ray Goetz heeft een zus, Dorothy. Irving valt als een blok voor haar, en zij voor hem. Na een stormachtige romance trouwen ze in 1912 en de huwelijksreis gaat naar Cuba. Daar loopt Dorothy echter tyfus op, waaraan ze een paar maanden later sterft. Irving is ontroostbaar met een writer’s block tot gevolg. Maandenlang laat hij niets op papier zetten. Hoe kan hij in diepe rouw vrolijke liedjes schrijven? Totdat zijn zwager hem zegt: “Waarom schrijf je niet een liedje over hoe je je nu voelt?” Het wordt When I lost you, waarmee Berlin bewijst dat hij allerlei soorten emoties kan vertalen in muziek. Het zal twintig jaar duren voordat Berlin zijn hart opnieuw verpandt.

Intussen stijgt zijn ster tot grote hoogte. Tijdens de Eerste Wereldoorlog sluit hij zich aan bij het leger. Hij is dertig jaar, een groot patriot en dat komt tot uiting in zijn werk: de revue Yip Yip Yap hank heeft een cast van louter soldaten, blank en zwart, wat hem van blank racistisch Amerika op veel kritiek komt te staan. Maar Berlin haalt er zijn schouders over op. Het bekende Oh, how I hate to get up in the morning vertolkt hij zelf.

Nog geen paar jaar later gaat hij een groot zakelijk avontuur aan wanneer hij vindt dat niet voldoende van zijn liedjes de weg naar het theater vinden.

Berlin voelt feilloos aan welk liedje in welke tijd een succes zal worden

In 1921 opent hij het – nog steeds bestaande – Music Box Theatre op Broadway, enkel en alleen bestemd om zijn nummers ten gehore te brengen. Veel liedjes laat hij in eerste instantie in de la liggen.  Hij voelt feilloos aan welk liedje in welke tijd een succes zal worden. Hij schrijft muziek voor film en musical, en oogst bewondering bij de grote studiobazen in Hollywood omdat hij een uiterst slimme zakenman blijkt te zijn. Berlin is vermaard om zijn keiharde manier van onderhandelen en niet alleen ten gunste van zichzelf. Met een aantal gelijkgestemden richt hij een soort vakbond op, de American Society of Composers, Authors and Music Publishers (ASCAP). De organisatie groeit uit tot de schrik van iedere grote producent die denkt onder de royalty’s van de schrijvers uit te kunnen komen.

Opnieuw verliefd

Irving Berlin is een gevierde naam in de wereld van de populaire muziek als hij Ellin Mackay leert kennen. De werelden waar ze vandaan komen, kunnen niet meer van elkaar verschillen. Ellin is de schatrijke erfgename van grootindustrieel Clarence Mackay. Zij ging naar privéscholen en haar debuut in de New Yorkse high society, in het Ritz Carlton, was een feest waar de roddelpers van smulde. Ze staat bekend als vrijgevochten, met als voornaamste hobby de edele kunst van het flirten. Irving en Ellin raken tot over hun oren verliefd en vullen regelmatig de entertainmentrubriek van de grote kranten.

Wie minder gelukkig is, is papa Clarence, een man met Ierse wortels en streng katholiek. Zijn dochter met die onopgeleide Jood? “Over mijn lijk,” zou hij volgens het entertainmentblad Variety hebben gezegd. Hij stuurt Ellin zelfs voor een maandenlang verblijf naar Europa om Irving te doen vergeten. Tevergeefs. Irving stuurt liedjes de wereld in die allemaal hits worden, hij weet dat Ellin die zelfs aan de andere kant van de oceaan zal horen, zoals Remember en All alone. Ellin beseft terdege dat ze voor haar zijn bedoeld. Zodra ze terug is in New York, zoekt ze Irving op, wat breed wordt uitgemeten in de pers. Ze trouwen in het geheim tijdens een sobere plechtigheid in het stadhuis. Het veroorzaakt een dramatische breuk tussen vader en dochter; Clarence onterft haar zelfs. Ter compensatie draagt Irving de rechten van een aantal van zijn songs over aan Ellin, zodat ze ook als het huwelijk niet werkt, niet zonder financiële middelen zal zitten.

Pas jaren later verzoent Clarence zich met zijn dochter, maar dan is er ook veel veranderd. Een groot deel van zijn vermogen is na een foute zakelijke manoeuvre verdampt en Irvings ster is nog hoger gestegen. Het stel krijgt in 1926 hun eerste kind, dochter Mary Ellin. Berlin zet zijn vreugde meteen op papier met de hit Blue skies. Maar dan slaat het noodlot opnieuw toe. Hun tweede kind, Irving junior, sterft vier weken na zijn geboorte op kerstavond 1928 aan wiegendood. Over dat drama zal in huize Berlin nooit worden gesproken. Zelfs kleinkind Catharine vertelt jaren later dat zij er als kind niet naar mocht vragen. Dat is het moment waarop Clarence weer contact met zijn dochter zoekt. Aan het eind van zijn leven zal Clarence zijn schoonzoon Irving als een van zijn beste vrienden beschouwen.

Veel later componeert Irving White Christmas. Hij zegt daar zelf over: “Dit is niet het beste liedje wat ik ooit heb geschreven, het is het beste liedje ooit geschreven.” Het heeft een melancholische muzieklijn en dito tekst. Irving schrijft het in 1938, tien jaar na de dood van zijn zoontje. Pas in 1942 wordt het een wereldhit zonder weerga als Bing Crosby het in de musical Holiday Inn zingt. Het levert Berlin een Oscar op. Groot succes dus, maar de familie herkent in de tekst het drama van die kerstavond in 1928, en de feestdagen die daarna nooit meer hetzelfde werden. Muziekhistoricus Chapin vertelt wat er zo bijzonder is aan dat lied: “Tot dan kende de wereld eigenlijk alleen maar religieuze kerstliederen. In de profane muziekwereld werden nog geen kerstliedjes geschreven, dit was het eerste. Nu kunnen we ons geen kerst meer zonder dit soort seculiere kersthits voorstellen.”

Depressief

Hoewel Irving Berlin wordt uitgeroepen tot een van de tien belangrijkste Amerikanen of the Jewish faith beschouwt hij zichzelf als een agnost. Mary Ellin herinnert zich: “Bij ons thuis werd alles gevierd. Pasen en Pesach, Chanoeka en Kerstmis.” En de humor is nooit ver weg. Over het gat in de hand van haar moeder maakte haar vader steevast grapjes: “Ik heb het opgegeven om je moeder het wat zuiniger aan te laten doen, het is veel gemakkelijker om meer geld te verdienen.” Een andere gevleugelde uitspraak van hem: “Ik heb meer slechte liedjes geschreven dan wie dan ook.” Geen wonder als je er 1500 schrijft.

Naast zijn kersthit haalt Berlin in 1938 een ander liedje uit zijn verzameling nog niet gepubliceerde werken. Er dreigt een oorlog en de situatie in Amerika is gespannen, de crisisjaren ijlen nog na. Al vroeg in de jaren twintig componeerde hij God bless America. Een persoonlijk lied, want de tweede zin zegt niet land that we love maar land that I love. Het wordt een soort tweede volkslied en dat is tot nu zo gebleven.

Niet dat er tegen het lied geen weerstand is. Want antisemitisme is in het land of the free niet bepaald een uitzondering. Hoe kan zo’n lied van een Jood zo populair worden? Het staat het succes niet in de weg. Acteur Mandy Patinkin brengt er zelfs jaren later een Jiddisje versie van uit, God Bentsh Amerike, mein siese heem. Na de aanslagen van 11 september 2001 begint het lied aan een tweede leven.

Zijn musicals als Annie, get your gun waarvoor hij tekst en muziek schrijft, zijn al even tijdloos als zijn overbekende liedjes. Wie kent niet Puttin’ on the Ritz, Cheek to cheek, beroemd gemaakt door Fred Astaire, Anything you can do (I can do better) of There’s no business like show business? Van The Andrews Sisters tot Judy Garland, van Barbra Streisand tot Cher, van Bob Dylan en Leonard Cohen tot Michael Buble en Lady Gaga, allemaal vertolken ze een van de tijdloze liedjes van de greatest songwriter who ever lived, zoals George Gershwin hem noemde.

Maar in de jaren vijftig krijgt de voorheen zo optimistische Berlin met een nieuwe tegenslag te maken, vertelt James Kaplan in zijn boek Irving Berlin, New York genius. De jaren van het grootste succes liggen achter hem en hij wordt depressief. Zijn toestand is zelfs zo ernstig dat hij zich een paar keer laat opnemen. Daarna probeert hij in 1962, hij is dan 74, nog een comeback te maken, maar nooit meer evenaart hij het succes van vroeger.

Samen met Ellin trekt hij zich terug uit het openbare leven en het stel komt bekend te staan als kluizenaars. Kaplan: “Er waren vrienden bij wie hij troost vond, maar hij was geen gelukkige oude man. We denken allemaal dat we een lang leven willen, maar dat kan zowel een zegen als een vloek zijn.” Irving Berlin schrijft zijn laatste tekst in september 1987, waarin hij dat gevoel duidelijk maakt: Just hope that heaven above / Will send you someone to love/ Who’ll keep the blues away / While you’re growing grey. Hij zet de tekst niet meer op muziek en als Ellin in juli 1988 op 85-jarige leeftijd sterft, hoeft het leven voor Irving helemaal niet meer. Een paar maanden daarvoor is er nog een enorme show voor hem neergezet in Carnegie Hall, ter ere van zijn honderdste verjaardag, met grootheden als Walter Cronkite. Berlin zelf is daarbij niet aanwezig. Hij overlijdt ruim een jaar na Ellin, op 22 september 1989. Het echtpaar ligt begraven naast hun zoontje Irving jr.

Maar Berlins liedjes zwerven nog altijd over de wereld. Om met componist Jerome Kern te spreken: “Irving Berlin heeft geen plaats in de Amerikaanse muziek, hij ís de Amerikaanse muziek.”

Deze serie is mede mogelijk gemaakt door Maror

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer Gerelateerde Berichten

Componisten deel 1

Deel 6: Meester van de minimale muziek