Jetlag

lewaja Ronnie Noach

Inmiddels is het maandag zeer vroeg in de ochtend en ben ik mezelf aan het afvragen of ik wel of niet de (gelukkige?) bezitter ben van een jetlag. Direct na sjabbat zijn we namelijk, voorzien van vier grote koffers, twee handbagagekoffertjes, een sjeitelbox (voor de pruik van Blouma), een hoedendoos (voor mijn sjabbat-hoed) en de nodige losse zakken, een taxi ingestapt om via JFK en Schiphol bijna uitgeput gisteren, zondag dus, onze eigen voordeur te mogen openen en dankbaar terug te mogen denken aan de spreuk die bij mijn lieve ouders in de gang hing: oost-west thuis best en zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. Mocht u deze veel te lange zin niet meer begrijpen: we zijn weer thuis van weggeweest en het is nu maandagochtend vijf uur en tien minuten. Waarom ik zo vroeg wakker ben? Jetlag, want er zijn voor ons zes uur vervlogen, is het vijf uur in de ochtend, maar voor ons gevoel zes uur eerder. Na de conferentie, waarover ik in mijn vorige dagboek schreef, was het ons gegeven om te dansen op de chassene, Joodse bruiloft, van de eerste kleindochter die de naam Jacobs droeg en die achternaam dus nu heeft ingeleverd. Tien dagen waren we afwezig, hoewel: een rabbijn behoort altijd aanwezig te zijn, ook als hij er niet is. E-mails gaan door, de telefoon heeft een mondiaal bereik en als herder mag je je schaapjes nooit uit het oog verliezen of uit je gedachten hebben verwijderd. Het was een schitterende choepa, bruiloft, en ik heb weer heel wat afgedanst met als resultaat vele complimentjes en de nodige spierpijn want ik word kennelijk toch een dagje ouder.

Een paar uur na thuiskomst zat ik in de auto op weg naar Warnsveld waar de laatste avond sjivve (treurweek) werd gehouden voor Ronnie Noach zl. Een groot minjan was komen opdagen, de woonkamer was vol. In mijn toespraakje beschreef ik Ronnie, mijn maatje en bestuurder, als een diepreligieuze man die niet alleen van grote betekenis is geweest voor de Joodse gemeenschap, maar ook als een ambassadeur van het jodendom naar buiten trad. Dadelijk ga ik aan mijn Chanoeka-agenda werken, want juist dit jaar is het publiekelijk aansteken van de menora belangrijker dan ooit. 

Onze nieuwe (schoon)kleinzoon was enige maanden geleden in Amsterdam vanwege een tussenstop. Uiteraard bracht hij een bezoek aan de Snoge en belandde hij op de Dam in een pro-Palestinademonstratie. Toen de (orde)politie mijn bekeppelde (schoon)kleinzoon ontwaarde, lieten ze hem duidelijk weten dat hij z’n keppel om veiligheidsredenen maar beter kon afzetten, hetgeen mijn (schoon)kleinzoon en zijn vriend pontificaal hebben geweigerd! En juist daarom is het publiekelijk aansteken van de menora dit jaar waardevoller dan ooit: wij weigeren het Joodse zuivere vlammetje te doven, tonen publiekelijk onze zichtbare aanwezigheid en we zullen voortgaan met het brengen van licht in een samenleving die meer en meer duisternis veroorzaakt. 

Ik hoop dit jaar meer plaatsen dan ooit te gaan bezoeken in de acht dagen durende Chanoekaweek. Licht in duisternis!

Hoe belangrijk de sjivveweek is voor de nabestaanden, Ronnies echtgenote Norma en dochter Danielle, was gisteravond wel duidelijk. Ze wisten zich omringd door vrienden en bekenden die allen bijeen waren gekomen om Ronnie te herdenken en voor zijn zielenrust te dawenen, maar tegelijkertijd om Norma en Danielle tot steun te zijn en even het verlies te kunnen vergeten.

Bij de sjivve vertelde een van mijn schaapjes mij dat hij erg leed onder een slaapprobleem. Na twee uur slapen was hij alweer wakker. En dus benader je de rabbijn, de Joodse klusjesman, voor advies. Mijn medisch sociaal-psychologisch rabbinaal advies: gewoon aanvaarden dat je minder slaapt en vooral geen paniek. En mocht je jezelf vervelen midden in de nacht, weet dan dat je welkom bent bij de club van niet-slapers en stuur ze gewoon een appje. Goed voor jezelf en tegelijkertijd steun je ook de andere slecht-slapers.

Ik ga nog even onder de wol, want om elf uur word ik afgehaald om aanwezig te zijn en een toespraak te houden in Leeuwarden. Details volgen in mijn volgende dagboek. De reden dat ik Leeuwarden toch nog even aansnijd is omdat toen ik gisteren op Schiphol aankwam, ik werd onthaald door een delegatie van het bestuur van de Joodse Gemeente Friesland, Zo’n welkom had ik echt niet verwacht. De delegatie trouwens ook niet, want ze bleken helemaal niet naar Schiphol te zijn gekomen om mij te verwelkomen, maar om hun dochter naar Schiphol te brengen. Ik dus blij voor niets! 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer Gerelateerde Berichten

Dagboek

Jetlag