Nee, Ajax is geen ‘Jodenclub’. De voetbalclub werd in 1900 opgericht door drie niet-Joodse mannen: Floris Stempel, Han Dade en Karel Reeser. Noch toen, noch in de jaren daarna is Ajax ooit een Joodse club geweest. Toch wordt Ajax door vriend en vijand met Joden geassocieerd. Supporters van rivaliserende ploegen verwijzen in spreekkoren en liederen naar de vermeende Joodse identiteit. Dit resulteert in pijnlijke en antisemitische uitingen. Afgelopen mei was het weer raak toen 150 AZ-supporters werden opgepakt in de Amsterdamse metro na het roepen van antisemitische leuzen.
Maar ook de supporters van Ajax zelf zingen liederen over ‘superjoden’ en dragen kleren met een davidster. Sommige fans nemen zelfs de Israëlische vlag mee naar een wedstrijd.
Waar komt die associatie vandaan? Wat zijn de gevolgen ervan? En hoe geef je het best antwoord op de vraag of Ajax een Jodenclub is?
De verklaring
Zoals gezegd, er is niets Joods aan Ajax. Toch zijn er bronnen waarin de ploeg in de eerste jaren na de oprichting al ‘neuzenclub’ en ‘jodenclub’ wordt genoemd. In die periode voor de oorlog werd weinig lading gegeven aan dit soort termen en werd het zelfs als geuzennaam overgenomen. Vanaf 1907 was Ajax gevestigd in Watergraafsmeer in Amsterdam-Oost. Dat was in die jaren het stadsdeel waar verreweg de meeste Joden woonden. De associatie tussen Joden en Ajax ontstond doordat aanhangers van de tegenpartij, op weg naar het Ajaxstadion, door de Joodse buurt kwamen.
Na de oorlog maakten enkele Joodse spelers – Sjaak Swart, Bennie Muller – furore in het eerste elftal. Ook waren verscheidene bestuurders Joods. Dit droeg bij aan de associatie van Ajax met Joden. Helaas begon vanaf de jaren 70 die associatie steeds meer haar keerzijde te tonen. De heftigheid van anti-Joodse leuzen en antisemitisch sentiment nam toe.
Vraag eens: ‘Wat denk je dat mijn opa en oma vinden van leuzen over vergassing?’
Tegelijkertijd hadden de meeste supporters de geuzennaam inmiddels omarmd en begonnen ze die ook op een positieve manier in te zetten door bijvoorbeeld ‘Joden!’ te scanderen in het stadion. In de afgelopen decennia zijn er vergeefse pogingen gedaan om de associatie de kop in te drukken, maar in bijna elke sessie van ‘Leer je buren kennen’ keert de vraag terug.
De praktijk
De associatie van Ajax met Joden is op zichzelf niet heel gevaarlijk. Wel is het goed als men zich bewust is van de onjuistheden en de gevaren die in de associatie schuilen. Het beste antwoord begint dus met de uitleg dat Ajax helemaal geen ‘Jodenclub’ is. Nooit geweest ook. Je kunt vertellen dat de associatie is ontstaan door de ligging van het oude stadion. En dan kun je zeggen dat je een ongemakkelijk gevoel krijgt als er in het stadion Joodse leuzen worden gescandeerd. Ook als dit positief wordt bedoeld door de thuissupporters zelf.
Daarnaast kun je benadrukken dat antisemitische leuzen uit de mond van rivaliserende clubfans erg pijnlijk kunnen zijn. “Wat denk je dat mijn opa en oma vinden van leuzen over vergassing?” Vaak ontstaat er na zo’n retorische vraag meer begrip.
Lang verhaal kort
Vertel dat Ajax géén Joodse club is. Leg uit dat de associatie van Ajax met Joden voortkomt uit Ajax’ geschiedenis in de Joodse wijk van Amsterdam. Vertel daarnaast dat veel Joden zich ongemakkelijk voelen bij die liedjes en leuzen door Ajaxsupporters. En leg tot slot uit dat antisemitische uitingen van rivaliserende supporters heel confronterend kunnen zijn.
Foto: Shutterstock