De Amsterdamse gemeenteraad heeft besloten dat het Holocaust Namenmonument er definitief gaat komen. Dat maakte burgemeester Femke Halsema vanmiddag tijdens de raadsvergadering bekend.
De gemeenteraad stemt ook in met de financiële bijdrage van de gemeente voor het Namenmonument. Die bijdrage werd twee weken eerder door de raadscommissie Algemene Zaken vastgesteld op drie miljoen euro voor de realisering van het monument. Ook neemt de gemeente de structurele kosten van €150.000 euro voor het beheer en onderhoud van het monument op zich en schaffen zij zeven camera’s aan om de plek te beveiligen. Daarnaast betalen zij de kosten voor de beveiliging van het monument.
De gemeente geeft dus groen licht voor de komst van het monument aan de Weesperstraat. De buurtbewoners zijn echter ongelukkig over de komst van de Namenwand en stapten onlangs naar de bezwaarschriftencommissie van de gemeente om de bouw tegen te gaan. Volgens de bewoners is de procedure rondom het besluit voor de locatie van het monument niet juist uitgevoerd en mogen er geen bomen gekapt worden voor de Namenwand. Uit stukken van de gemeenteraad blijkt dat de commissie deze maand nog uitspraak zal doen over de kwestie. Mocht de commissie tot de conclusie komen dat de procedure inderdaad niet juist is uitgevoerd, is de kans groot dat het project ernstige vertraging oploopt. Daarnaast zouden de buurtbewoners ook overwegen om een rechtszaak tegen de gemeente aan te spannen om het monument te dwarsbomen.
Eerder liet Auschwitz Comité-voorzitter Jacques Grishaver het NIW weten zich niet te kunnen vinden in de bezwaren van de buurtbewoners. “Ze weten al jaren dat dit monument er komt en hebben niets van zich laten horen. Nu de vergunningen zijn afgegeven komen opeens de bezwaarschriften binnen.” Volgens de bewoners zou het monument te groot zijn en zorgen voor onveilige verkeerssituaties. Zij droegen tevens op eigen initiatief een nieuwe locatie aan voor het Shoa-monument: onder de grond (!) van het Mr. Visserplein.