Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Dossiers

Antisemitische mythes 3: ‘heersers over de wereld’

Alle Joden zijn rijk. Ze domineren de wereld via de banken en media.’ Bizarre en ongefundeerde ideeën, die nog altijd springlevend zijn. Maar waar komen ze vandaan?

Redactie 06 mei 2019, 12:01
Antisemitische mythes 3: ‘heersers over de wereld’

In 2006 werd de 23-jarige Franse Ilan Halimi ontvoerd, wekenlang gemarteld en gedumpt in een park in een voorstad van Parijs. Hij werd gevonden en overleed op weg naar het ziekenhuis. Criminelen onder de naam gang des barbares, onder leiding van de salafistische Youssouf Fofana, bleken de schuldigen en werden zwaar gestraft. Reden voor de ontvoering: hij was een Jood, dus rijk. Zijn familie zou het gevraagde losgeld van 450.000 euro makkelijk kunnen missen. 

Maar Halimi’s alleenstaande moeder kon dat niet, haar zoon betaalde met zijn leven. Ander voorbeeld: de Joodse, zeer gefortuneerde familie Rothschild is regelmatig onderwerp van antisemitische samenzweringstheorieën. Met hun bovenmenselijke macht zouden ze, volgens zowel extreem rechtse als alternatieve (New Age-) groeperingen, zelfs het klimaat manipuleren. Voor de duidelijkheid: de familie bezit ‘slechts’ tussen de 304 en 867 miljard euro, verdeeld over vele familieleden. Microsoftgigant Bill Gates is in zijn eentje goed voor 65 miljard euro, het totale bezit wereldwijd is circa 60 biljoen. Duidelijk geen kleine spelers, die Rothschilds, maar niet in staat om – volgens een van de geruchten – de hele wereldbevolking rijk te maken als ze hun bezit over hen zouden verdelen. Vooroordelen over Joden en geld zijn bijzonder hardnekkig. Uit onderzoek in Europa van de Anti- Defamation League uit 2007 bleek dat 13 procent van de Nederlanders, 21 procent van de Britten en 40 procent van de Belgen en Zwitsers vond dat Joden te veel macht hebben op de internationale financiële markten. Een onderzoek van dezelfde instantie uit 2009 wees uit dat maar liefst 31 procent van de Europeanen vond dat de Joden de motor waren achter de wereldwijde financiële crisis die in 2008 startte. De mythe dat Joden via de banken de wereld in handen hebben is kennelijk springlevend en wijdverbreid, ook in zogenaamd beschaafde kringen.

Stokoud vooroordeel

Economisch antisemitisme is een stokoud vooroordeel dat zijn wortels heeft in de tijd van Jezus. De apostel Judas verried zijn meester voor dertig zilverstukken, Jezus ranselde de geldhandelaren uit de Tempel (Marcus 11:15-19). Daarna was het eeuwen stil rond het vooroordeel. Na de verwoesting van de Tweede Tempel zwierven de Joden, vaak in bittere armoede, over de wereld. Toen rond de elfde eeuw de commerciële revolutie opkwam, begonnen handel en het geld en krediet die daarvoor nodig waren van belang te worden. De kerk verklaarde met het Tweede Lateraans Concilie in 1139 het uitlenen van geld tegen rente tot een zondige daad. Maar de economie moest blijven draaien en dus mochten de verachte, ‘ongelovige’ Joden (want ‘de moordenaars van Jezus’) zich daarmee bezighouden. In de Middeleeuwen werden Joden uit de gilden en veel beroepen geweerd, geldhandel was een van de weinige zaken die hen restten. Met de rentes die ze vroegen bleef voor hen echter nauwelijks genoeg geld over om te overleven. Toch heeft deze koppeling het imago van de naar geld hongerende Jood versterkt. We zien het terug in de figuur Shylock uit het zestiende-eeuwse toneelstuk De koopman van Venetië van William Shakespeare. Van Antonio, aan wie hij geld heeft geleend maar die dat niet kan terugbetalen, eist Shylock een pond van diens vlees.

Kapitalisme én communisme

Financieel journalist en auteur Gerald Krefetz ziet een verschuiving in de aard van de beschuldigingen, schrijft hij Jews and Money: The Myths and the Reality (1982). Oorspronkelijk leefde het idee dat Joden vrekkig en dom waren. Maar na de Joodse emancipatie – het proces waarbij de Joden tussen eind achttiende en begin twintigste eeuw stap voor stap gelijke rechten kregen – en hun intrede in de Europese midden- en bovenklasse veranderde dat. Nu werden ze gezien als intelligent, manipulatief en eropuit de wereld te overheersen. Ook werd men bang dat ze te hoog zouden stijgen in de maatschappij en die ‘over zouden nemen’. Dat idee was aangewakkerd door de Protocollen van de Wijzen van Sion, een vervalst document dat in 1903 voor het eerst verscheen in Rusland. Het zou aantonen dat Joden planden om via de banken en kranten (andere media waren er nog niet) de wereld te controleren. Volgens Krefetz wekt het financieel talent van veel Joden jaloezie op, volgens anderen biedt hun economische succes een uitlaatklep voor al bestaande antisemitische sentimenten. Joden werden in de negentiende eeuw gezien werden als scheppers van het kapitalisme. Daarnaast zag men ze, vooral in de eerste helft van de twintigste eeuw, mede dankzij Joodse pioniers als Karl Marx en Leon Trotski, als initiators van het socialisme en het communisme. De nazi’s gebruikten de term ‘judeo-bolsjewisme’ om Joden in een kwaad daglicht te stellen: communisme zou Joden een dienst bewijzen en ze helpen wereldoverheersing te bereiken. Hoewel de tegenstrijdigheid bijna lachwekkend is, is er dus in volle ernst gesteld dat Joden zowel via het kapitalisme als het communisme wereldheerschappij probeerden te bereiken. De tegenstelling bewijst hoe onzinnig het vooroordeel is: hoe kun je tegelijkertijd de kwade genius achter het kapitalisme én achter het communisme zijn? 

Een eenvormig gedachtengoed is er niet, eerder geldt het adagium ‘twee Joden, drie meningen’ 

De mythes over Joden en geld zijn niet eenvoudig te ontkrachten, omdat het een feit is dat wereldwijd veel Joden het zakelijk goed doen. Volgens Jerry Muller, hoogleraar Economische geschiedenis aan de Catholic University in Washington, D.C., hadden Joden overal waar ze gelijke rechten hadden economisch buitenproportioneel veel succes. Binnen de Nederlands-Joodse gemeenschap zijn ook makkelijk een paar leden aan te wijzen die bijzonder succesvol zijn in de verzekerings-, vastgoed- of financiële wereld. Cijfers daarover zijn lastig te vinden, wel toont het onderzoek De Joden in Nederland anno 2009 aan dat Joden drie keer zo vaak hoogopgeleid zijn als niet-Joden, terwijl een even hoog percentage van beide groepen werk heeft. Mogelijk hebben Joden gemiddeld beter betaalde banen (wat iets heel anders is dan ‘rijk’ zijn). Cijfers uit de Verenigde Staten zijn niet mis: een onderzoek van Pew Forum Institute uit 2008 wees uit dat Joden de rijkste religieuze groep vormden. Maar liefst 46 procent van hen zet per jaar minstens 100.000 dollar om, tegenover 18 procent bij de gemiddelde Amerikaan. De naam Goldman Sachs, een bekende Amerikaanse bank met Joden aan het hoofd, is bekend, en dat de Rothschilds veel banken bezitten is een feit. Maar daarnaast zijn er wereldwijd vooral veel banken die geen Joods eigendom zijn. 

Lastig ontkrachten

Dat het duidelijk is dat veel Joden het financieel goed doen, maakt het een uitdaging deze mythe te ontkrachten. Een genetisch voordeel op zakelijk gebied serveert rabbijn Daniel Lapin, auteur van Thou shalt prosper: Ten Commanments for Making Money, af als een racistisch, antisemitisch idee. Wel noemt hij punten in de Talmoed die je kunnen helpen financieel te floreren. De Eeuwige zou blij zijn als mensen materiële voorspoed hebben, daarvoor moet je namelijk intensief met anderen omgaan. Hij wijst op de Joods-ethische regels rond zakendoen, en op het gebod een deel van je inkomen aan liefdadigheid te schenken, als dat binnen je vermogen ligt. Door de eeuwen heen is de overgrote meerderheid van de Joden namelijk straatarm geweest, zoals Derek Penslar, hoogleraar Geschiedenis aan de University of Toronto, duidelijk maakt in de documentaire Jews and Money – Investigation of a Myth. De oorzaak van het veelvoorkomend zakelijk succes onder Amerikaanse Joden is volgens hem een combinatie van factoren: Joden waren van oudsher geen plattelands- maar stadsmensen, ze reisden veel en kozen vanwege een geschiedenis van onderdrukking vaak ‘draagbare’ beroepen, waarbij ze niet aan een vaste plek gebonden waren. Omdat de houding tegenover Joden zomaar om kon slaan stonden ze altijd klaar om hun koffers te pakken. En ze waren gewend risico’s nemen omdat ze niet terug konden vallen op het bezit van huizen (landeigendom was voor Joden vaak verboden). Deze cocktail legde de Joden die in Amerika terechtkwamen volgens Penslar geen windeieren.

Joodse media

In de moderne tijd is de geldmythe uitgebreid naar Joodse invloed via de media. Hiermee zouden zij de publieke opinie beïnvloeden. De gemiddelde Jood voelt een sprankje trots bij het lezen van het flinke aantal Joodse namen op de aftiteling van veel Hollywoodfilms, maar cijfers over hun aantal zijn niet te vinden. In Nederland bestaan ‘Joodse media’. Maar daarmee wordt niet bedoeld dat bijvoorbeeld Shula Rijxman als huidig hoofd van de NPO een Joodse agenda doordrukt – wat dat ook moge zijn. Wat wél Joodse media zijn: het blad dat u voor zich heeft, en de tv-omroep Joods bij de EO. Beide bedienen de Joodse gemeenschap van zo’n 50.000 man plus wat geïnteresseerden. Niet bepaald een wereldbereik dus. Wel waren er tijdens de wederopbouw na de oorlog veel Joden actief bij radio, tv en de geschreven pers. Bekende namen van nu zijn Dieuwertje Blok, Sonja Barend en Frits Barend. Dat handjevol zit echter niet per definitie op invloedrijke posities, heeft heel verschillende opinies en neigt politiek vaak naar de linkerkant, waar wereldheerschappij niet op de prioriteitenlijst staat.

Ook in de moderne tijd hield het stereotype stand. Nog in de eerste helft van de twintigste eeuw waren er in de Verenigde Staten quota voor het aantal Joden dat toegelaten werd binnen de banken en het verzekeringswezen. De islamitische wereld laat zich tot op de dag van vandaag op dit gebied horen. Osama bin Laden noemde de Joodse ‘controle’ van de VS in zijn online gepubliceerde Letter to America uit 2002, Palestijnse terreurgroepen Hamas en Hezbollah beschuldigen de Joden ervan de Amerikaanse economie en regering onder controle te houden, aldus Robert Wistrich, vooraanstaand historicus op het gebied van antisemitisme. Ook het boycotten van handel met Israël of het weren of van Joden binnen bedrijven zijn recente voorbeelden van economisch antisemitisme.

Samenzwering

Deze mythe is een complottheorie, oftewel een waanidee dat er een kwaadaardige samenzwering gaande is, waarvoor historische elementen worden gekoppeld aan zwak, tegenstrijdig of uit de lucht gegrepen ‘bewijsmateriaal’. De uitvoerders van het vermeende complot, in dit geval de Joden, worden als hypercompetent voorgesteld, tegenbewijs wordt weggewuifd. Een ander voorbeeld is het op het internet circulerende idee dat Joden achter de aanslagen van 11 september zouden zitten. 

De gemiddelde Jood voelt een sprankje trots bij het flinke aantal Joodse namen op de aftiteling van veel Hollywoodfilms 

Meer informatie halen we uit de VS. De meningen over de mythe zijn er zeer gevarieerd maar een evenwichtige stem in het debat komt van advocaat en journalist Alan Dershowitz. Hij wijst aan hoe invloedrijke kranten als The New York Times en The Washington Post zijn gesticht door Joodse families, en dat door Joden geleide bedrijven als Warner Brothers aan de basis stonden van Hollywoods filmindustrie. Zoals hij uitlegt in een achtergrondartikel in The Washington Post in juni 2010 hebben Joden op belangrijke posities binnen de Amerikaanse media geen Joodse ‘agenda’, iets dat volgens hem ook niet bestaat. Ze zijn Joods door geboorte, maar leiden niet per se een Joods religieus leven of steunen Joodse doelen. Joden in de Amerikaanse media zijn vaak politiek links georiënteerd en kritisch op Israël, terwijl een pro-Israëlhouding een essentieel element is van de complotgedachte over wereldheerschappij. Een eenvormig gedachtengoed is er onder hen niet, volgens Dershowitz geldt eerder het bekende adagium ‘twee Joden, drie meningen’. Hij bevestigt dat er veel Joden actief zijn op belangrijke plaatsen binnen de entertainmentwereld (op basis van persoonlijke kennis, niemand heeft ze geteld), maar de belangrijke beslissingen worden genomen door multinationals uit onder meer Japan, Australië en zelfs Saoedi-Arabië. Dat Joden oververtegenwoordigd zijn in de filmindustrie is duidelijk, weer ondanks een gebrek aan cijfers. Maar een geheime agenda, een plan om de publieke opinie te beïnvloeden is er niet. Het zijn internationale bedrijven die de beslissingen nemen, geen individuele Joden.

Talent uitbuiten

Wereldwijd zijn veel Joden financieel succesvol, in diverse landen hebben Joden invloedrijke posities binnen de media. Maar dat ze daarmee de wereld zouden (willen) domineren is op geen enkele manier te onderbouwen. Het is een vooroordeel dat voortkomt uit xenofobie, angst en jaloezie. Een voorbeeld uit de familie van ondergetekende illustreert dit: een moeder werd in de Amsterdamse Jodenbuurt rond het Waterlooplein geboren, een van de armste wijken van Nederland. Haar jongste zoon werd chirurg, een stap van de onderste naar de toplaag van de maatschappij in één generatie. Niet door een complot, niet door een bijzonder gen, maar door het uitbuiten van een goed stel hersens. Op die manier kunnen we ook kijken naar de prominente, succesvolle aanwezigheid van Joden in de media en bankwereld, maar ook in de wetenschap, muziek, literatuur en zelfs onder de Nobelprijswinnaars. ‘Ze’ zijn niet zozeer beter in bepaalde zaken, maar hebben door een geschiedenis van onderdrukking, vlucht en gedwongen migratie geleerd hun kostbaarste ‘mobiele’ bezit, hun talenten, met hard werken krachtig in te zetten. 

Waarom deze serie?

Er bestaan veel fabels over Joden, mythes als het bloedsprookje, Joden die Jezus zouden hebben vermoord en de vervalsing die de wereld kent als de Protocollen van de Wijzen van Sion. Het NIW onderzoekt in deze serie een aantal van deze antisemitische uitingen. Hoe zijn ze ontstaan? Wanneer is zo’n mythe de wereld in geholpen, door wie en waarom? Hoe hardnekkig is deze historische onjuistheid? De serie wordt ook op internet gedeeld, als tegengif tegen de rabiate Jodenhaat die men er te vaak tegenkomt.

Dit artikel is het tweede deel van de antisemitische mythes. Deel vier is hier te vinden. 

Dit artikel kwam mede tot stand dankzij Maror.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (1)
Mike 27 januari 2020, 09:08
Interessante artikel uit een even zo interessante reeks. Bedankt NIW !
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *