Er gaat een hardnekkige mythe rond in de romantiek: wie een Joodse man datet, krijgt er gratis een moeder bij. Alsof er bij het eerste drankje plots een tweede glas verschijnt met een post-it waarop staat: ‘Voor mama’. Ik besloot het uit te zoeken. Mijn experiment duurde vijf minuten, want toen vroeg mijn moeder al of ik wel rechtop zat tijdens de date die ik nog niet eens gepland had.
Het stereotype is te verleidelijk om te negeren. De Joodse moeder is in de verbeelding een kruising tussen Michelinkok, emotionele meteoroloog en projectmanager. Ze voelt buien aankomen in je liefdesleven nog voor jij zelf een druppel regen ziet. Ze kookt voor twaalf terwijl ze op je voicemail uitlegt dat je te dun bent. En ze heeft een zesde zintuig voor de vraag die jij vreest: “Is zij wel goed voor jou?”
Maar krijg je haar er altijd bij? In mijn omgeving zie ik twee kampen. Kamp één: de moeder als bijgerecht. Niet dominant aanwezig, wel overal subtiel gekruid. Ineens staat er soep klaar als jij ziek bent. Je krijgt het niet omdat je het vraagt, maar omdat er liefde is, en liefde wordt bij ons vaak gekookt. Kamp twee is pittiger. Daar is de moeder geen bijgerecht maar hoofdmenu, met een dessert dat bestaat uit verbeterpunten. Dit is de moeder die niet alleen wil weten hoe laat je thuiskomt, maar ook of haar LinkedInprofiel klopt. Ze zegt dat ze zich nergens mee bemoeit, om vervolgens strategisch te informeren naar de werkgever van je date. Je hoort het aan de stiltes: dit is management, zij het met gevoelens.
Troostend
Toch is de waarheid ingewikkelder. De Joodse moeder als romantisch obstakel is een cultuurmachine. Ze bewaakt rituelen, recepten en soms ook jouw zelfbeeld. In een kleine minderheid als de onze ben je niet alleen iemands zoon; je bent ook een project ter bescherming van continuïteit. Dat kan verstikkend zijn. Het kan ook troostend zijn, als een sjaal op een gure dag.
Mijn eigen minionderzoek levert een onverwachte uitkomst op. De vraag is niet of je automatisch de moeder datet, maar of zij automatisch jou datet. Want zodra het voor jou serieus wordt, maak je jezelf onderdeel van een netwerk dat sneller communiceert dan glasvezel. Ooms die overal advies over hebben, tantes die je Instagramaccount al hebben gezien, een oma die aanvoelt dat jij een andere thee drinkt dan je zegt. Soms overschrijdt die zorg de grens tussen hartelijk en hinderlijk. En ja, dan staat ze plots in je keuken met tupperware en feedback op je pannen.
Ze voelt buien aankomen in je liefdesleven nog voor jij zelf een druppel regen ziet
Het stereotype blijft bestaan omdat iedereen er een beetje aan meedoet. De zonen die heimelijk hopen op goedkeuring. De moeder die zegt dat het haar niets uitmaakt, terwijl ze de naam van je ex nog steeds gebruikt. Dates die het spannend vinden en dat benoemen tijdens de koffie. En iemand zoals ik die het opschrijft zodat mijn moeder het kan uitknippen en bijna ingelijst aan de muur zal hangen.
Bladerdeeghapjes
Dus wat is het eindoordeel? Je datet mijn moeder niet automatisch, maar zij reserveert wel graag een tafel. Dat betekent een extra stoel bij de eettafel, een sjabbatuitnodiging waarin de soep belangrijker is dan je mening over kruiden, en een lichte audit van je bedoelingen, verpakt in complimenten over je jas. Wie daar geen zin in heeft, krijgt het zwaar. Wie het met humor benadert, ontdekt dat die derde persoon in de relatie vaak werkt als een veiligheidsnet. Niet om je te vangen, maar om te herinneren aan waarden die de val verzachten: warmte, bladerdeeghapjes met Chanoeka, advies dat eigenlijk betekent dat je ertoe doet.
Date je een Joodse man, dan date je een familie die in stereo praat, een moeder die kookt met gevoel en zich af en toe in hoofdletters uitdrukt, en een zoon die balanceert tussen liefde en autonomie. Geen bonuspartner, eerder een extra hoofdstuk. En als je geluk hebt, krijg je het recept van de kippensoep erbij. Dat is geen last. Dat is cultuur op een lepel.