De meest bewonderde vrouw van Frankrijk

Het NIW brengt met dank aan Maror een nieuwe serie Joodse vrouwen die hun stempel op de geschiedenis hebben gedrukt. Deze week deel 2: Simone Veil, strijdbare overlevende
Simone Veil in 2008  Wikimedia Commons
Simone Veil in 2008 Wikimedia Commons

Als overlevende van Auschwitz streed Simone Veil haar leven lang voor de rechten van de mens, die van de vrouw in het bijzonder. Zij pleitte voor een verenigd Europa, dat zij als enig antwoord zag op de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog.

Als zij in 2008 als zesde vrouw toetreedt tot de kring van veertig ‘onsterfelijken’ van de Académie Française, staan op haar ceremoniële zwaard drie dingen: het Franse nationale motto Liberté, égalité, fraternité, het motto van de Europese Unie, In varietate concordia, en het getal 78651. Simone Veil kent die cijferreeks al sinds haar zestiende. Op 15 april 1944 werd die bij aankomst in Auschwitz in haar arm getatoeëerd.

In hetzelfde jaar krijgt Veil door president Nicolas Sarkozy het Grootkruis van het Legioen van Eer uitgereikt, de hoogste Franse onderscheiding. De president heeft daarvoor speciaal de wet laten aanpassen: ze is de eerste ontvanger van het Grootkruis die niet eerst lagere rangen als ridder, commandeur en officier hoeft te doorlopen om deze hoogste eer te ontvangen. Dat betekent overigens niet dat Simone Veil geen kritiek heeft op het beleid van de president. Nadat zij voor de verkiezingen haar steun aan hem heeft betuigd, levert ze een paar weken later ongezouten kritiek op Sarkozy als hij een ministerie voor Immigratie en Nationale Identiteit optuigt en met een voorstel komt ieder tienjarig schoolkind te verplichten de Joodse kind-slachtoffers van de Holocaust te herdenken. Ze vindt het voorstel ‘ongelooflijk, ondraaglijk, dramatisch en boven alles oneerlijk.”

Veil heeft in Frankrijk dan al de status van icoon bereikt, ze wordt de meest bewonderde vrouw van het land genoemd. Ook in het Europees Parlement is ze een roemrijk figuur. Tal van straten en pleinen zijn naar haar vernoemd. Haar leven is een film waardig en die is er sinds half oktober dan ook. Simone, le voyage du siècle is helaas nog niet in Nederland te zien.

Hoe anders had het kunnen lopen, want tijdens de Shoa ontsnapte ze in tegenstelling tot de helft van haar gezin ternauwernood aan de dood.

Valse persoonsbewijzen

De vrouw die wij kennen als Simone Veil wordt in 1927 in Nice, Zuid-Frankrijk, geboren als Simone Jacob. Vader André Jacob is een gerespecteerd architect, winnaar van de Prix de Rome. Hoewel haar moeder Yvonne Steinmetz na haar eindexamen hoopte scheikunde te gaan studeren, verbood André haar dat toen ze in 1922 trouwden. Hij wil dat Yvonne zich volledig toelegt op de opvoeding van hun kinderen: Madeleine, Denise, Jean en de jongste, Simone. Het gezin is kort voor de geboorte van de jongste uit Parijs naar Nice verhuisd, omdat vader André als architect hoopt te profiteren van de economische omstandigheden. Die zijn in Zuid-Frankrijk beter dan in de hoofdstad.

‘Als de Shoa niet had plaatsgevonden, zou ik mijn Joodse identiteit helemaal zijn vergeten’

Simone herinnert zich een gelukkige jeugd, waarin hun Joodse afkomst geen enkele rol speelt. Het gezin is seculier, atheïstisch zelfs, en volledig geïntegreerd in de Franse samenleving. De jongste dochter is enthousiast lid van de padvinders, die ze beschouwt als ‘haar tweede familie’. Later zal ze verklaren: “Als de Shoa niet had plaatsgevonden, zou ik mijn Joodse identiteit helemaal zijn vergeten.”

Hoe anders zou het lopen. Als de nazi’s in 1940 Frankrijk binnenvallen, voelt het gezin zich in eerste instantie nog redelijk veilig. Ze wonen in het gebied dat door de Italiaanse fascisten wordt bezet. Wel moet Simone van school af en thuis haar schoolopleiding voortzetten, haar vader wordt het werken verboden. Maar in 1943 gaat de Italiaanse bezetting over in de Duitse en wordt het nog gevaarlijker. Vader André wordt gedetineerd. Simones oudere zus Denise sluit zich aan bij het Franse verzet in Lyon. Het gezin beschikt over valse persoonsbewijzen, hun Joodse achternaam heeft plaatsgemaakt voor de naam Jacquier. Simone wordt in haar studie privé begeleid door haar lerares, Madame de Villeroy, en zo haalt ze in maart 1944 toch haar examen. Thuis bij mevrouw De Villeroy wordt ter ere daarvan met een paar medeleerlingen een feestje gehouden, waar Simone ondanks het uitdrukkelijke verbod van haar moeder, naartoe gaat.

Liegen om leeftijd

En dan gaat het mis. Onderweg naar het huis van De Villeroy wordt Simone aangehouden door twee Duitse soldaten in burger. Ze zien dat haar persoonsbewijs is vervalst. Net voordat ze wordt opgepakt, weet ze nog een kennis te vragen haar ouders te informeren. Dan wordt ze afgevoerd naar hotel Excelsior, het SS-hoofdkwartier in Nice. Tot overmaat van ramp pakt de Gestapo ook de kennis op. Niet veel later worden broer Jean, Madeleine en moeder Yvonne opgepakt. De vier gezinsleden worden overgebracht naar het beruchte doorvoerkamp in Drancy. Daar wordt Jean van de vrouwen gescheiden. Madeleine, Yvonne en Simone worden op 13 april 1944 met transport nr. 71 naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze in de avond van 15 april aankomen. In hetzelfde konvooi zit ook Marceline Rosenberg, die onder de naam Marceline Loridan naam zal maken als actrice en regisseuse en jaren later zal trouwen met de Nederlandse documentairemaker Joris Ivens. Marceline en Simone sluiten in Auschwitz vriendschap.

Haar vader André en broer Jean worden in mei 1944 met het 43e konvooi naar Litouwen gedeporteerd. Simone zal hen nooit meer terugzien. Hoe ze zijn vermoord, is niet bekend. Het gezin behoort tot de meer dan 76 duizend gedeporteerde Franse Joden. Hun namen zijn terug te vinden op het herdenkingsmonument voor gedeporteerde Joden in Parijs.

Een prostituee die dienstdoet als kapo zegt: ‘Je bent te mooi om te sterven’

Simone over haar aankomst in Auschwitz: “De SS’ers stonden klaar, de honden blaften en toen de deuren van de veewagons zich openden, schreeuwden de SS’ers ‘Raus, raus!’” Als zestienjarige staat haar een zekere dood te wachten. Routinematig wordt vrijwel iedereen onder de achttien meteen vergast. Een medegevangene fluistert haar daarom in te liegen over haar leeftijd. Vanaf je achttiende maak je de kans te werk gesteld te worden. Simone wordt kaalgeschoren en krijgt haar tatoeage: “We waren niet meer dan een nummer, in ons vlees gebrand,” zal ze later zeggen.

Portretfoto uit het persoonsbewijs van Simone Veil tijdens de Tweede Wereldoorlog

Een prostituee die dienstdoet als kapo wijst haar aan voor de dwangarbeid, met de woorden: “Je bent te mooi om te sterven.” Op voorspraak van Simone komen ook moeder Yvonne en Madeleine in die groep terecht. Na een verblijf van een paar maanden in Auschwitz worden moeder en dochters naar het werkkamp Bobrek overgebracht, een paar kilometer noordwestelijk van Auschwitz.

Dodenmars

Als het Rode Leger in januari 1945 het gebied nadert, worden de vrouwen ‘geëvacueerd’, een eufemisme voor de beruchte dodenmarsen. Het gaat over 70 kilometer van Brobek naar Auschwitz en daarvandaan naar Gleiwitz. Met de trein gaan de gevangenen door naar Bergen-Belsen, waar ze op 30 januari aankomen. Moeder Jacobs is te zeer verzwakt. Zij overlijdt in maart aan tyfus en ook haar dochter Madeleine wordt ernstig ziek. Als door een wonder overleeft zij, omdat de Britten het kamp op 15 april bevrijden. Als Simone een van de bevrijders vraagt hoe oud hij denkt dat ze is, antwoordt hij voorzichtig: “Veertig?” “Ik ben ervan overtuigd dat hij dacht me te complimenteren,” zal Simones commentaar later zijn. Zus Denise, die in het verzet heeft gezeten, is ook opgepakt en terechtgekomen in Ravensbrück. Ook zij overleeft de oorlog.

Eenmaal terug in Frankrijk wil de 17-jarige Simone wereldkundig maken wat in Auschwitz en al die andere kampen heeft plaatsgevonden. Ze merkt echter al snel dat de Fransen niet op haar verhaal zitten te wachten – een herkenbaar gegeven. Ze stort zich op haar studie, want ze is vastbesloten het lot van haar moeder te vermijden, die van haar man niet verder mocht studeren. Simone studeert rechten en politiek als ze Antoine Veil ontmoet. Veil is een anagram voor Levi: zoals veel Joden hebben zijn voorouders hun familienaam in de napoleontische tijd ‘verfranst’.

Antoine heeft met zijn familie de oorlog overleefd door naar Zwitserland te vluchten. Ze trouwen in 1946 en krijgen drie zoons: Jean, Nicolas en Pierre-François. Het echtpaar woont zelfs enkele jaren in Stuttgart, een deel van Duitsland dat onder Amerikaans gezag valt. Op de vraag waarom Simone Veil als kampoverlevende zich uitgerekend daar vestigt, antwoordt ze: “Het waren de nazi’s die me wilden vermoorden. Er zijn ook Duitsers die dat niet wilden.”

Opnieuw slaat het noodlot toe als haar zus Madeleine met haar zoon Luc in 1952 door een auto ongeluk om het leven komt. Ze zijn op weg naar Frankrijk, naar huis, na een bezoek aan Simone en Antoine in Stuttgart. Simone is gebroken. Madeleine was de enige met wie ze haar herinneringen aan het kamp deelde.

Vrouwenrechten

Terug in Frankrijk maakt Antoine carrière in het Franse ambtenarenapparaat, Simone wordt eerst advocate en later magistraat. Ze komt terecht op het ministerie van Justitie en werpt zich op als pleitbezorgster van betere leefomstandigheden voor vrouwelijke gevangenen. Het is de tijd van de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog. Als Veil verhalen hoort over vrouwen die tijdens het vervoer van de kolonie naar Frankrijk worden mishandeld en verkracht, neemt zij persoonlijk de leiding over die transporten. Haar strijd voor vrouwenrechten zal een leven lang duren en zal haar voor grote uitdagingen stellen. Als ze een paar jaar later overstapt naar het ministerie van Sociale Zaken, zet Veil zich in voor seksegelijkheid en versoepeling van het adoptierecht.

Het is 1974. President Valéry Giscard d’Estaing vraagt Veil minister van Volksgezondheid te worden in zijn centrumrechtse kabinet. Simone, een progressieve liberaal in hart en nieren, accepteert de functie en concentreert zich meteen op vrouwenzaken. Zo strijdt zij voor betere beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen en daarmee is het niet gedaan. Een paar maanden later dient ze een wetsvoorstel in dat abortus legaliseert. Tot dan toe is zwangerschapsonderbreking in Frankrijk verboden. Het wordt een bittere, persoonlijke strijd in de vrijwel volledig door mannen gedomineerde Assemblée nationale.

Veil opent het debat: ‘Geen enkele vrouw gaat met een licht gemoed over tot abortus’

Veils openingswoorden en het daaropvolgende debat op 24 november 1974 zijn inmiddels legendarisch in de Franse politieke geschiedenis geworden. “Geen enkele vrouw gaat met een licht gemoed over tot abortus. Je hoeft maar naar ze te luisteren om te weten dat het altijd een tragedie is,” zegt ze. “We kunnen niet langer onze ogen sluiten voor de 300 duizend abortussen die ieder jaar de vrouwen van dit land verminken. Hun rechten worden vertrapt en degenen die een abortus ondergaan worden vernederd en getraumatiseerd.”

Hypocrisie

Veil verwacht heftige weerstand, maar op het venijn en de persoonlijke aanvallen heeft ze niet gerekend. Het zijn de parlementsleden uit haar eigen centrumrechtse regering die haar keihard attaqueren. Een volksvertegenwoordiger zegt dat abortus ieder jaar twee keer zoveel slachtoffers maakt als de bom op Hiroshima. Een ander durft te stellen dat deze Auschwitzoverlevende ‘kiest voor genocide’, weer een ander heeft het over ‘embryo’s die in ovens worden verbrand’. Veil blijft kalm en waardig, laat zich niet uit haar tent lokken en blijft pal achter haar wetsvoorstel staan. Terugkijkend op die gedenkwaardige strijd zegt ze in een interview in 2004: “Ik had geen idee dat het zo veel haat zou losmaken. Er heerste zoveel hypocrisie in deze met mannen gevulde zaal, terwijl ik van enkelen wist dat ze in het geheim naar een adres zochten waar ze hun minnaressen abortus konden laten plegen.”

In haar autobiografie Une vie uit 2007 vraagt Veil zich af of mannen abortus boven voorbehoedsmiddelen prefereerden om ten minste enige controle over het vrouwelijk lichaam te behouden. De strijd blijft niet beperkt tot het parlement. Haar auto en de gevel van haar huis worden met swastika’s beklad. In de uitgekomen film over haar leven speelt zich een scène af waarin ze haar tegenstanders toeroept: “Het is geen werk, het is een roeping. U maakt me niet bang. Ik heb veel erger dan u overleefd.” En de Wet-Veil, zoals die de geschiedenis ingaat, wordt toch aangenomen, hoofdzakelijk dankzij steun van de linkse oppositie.

Voorzitster

Haar roeping blijft niet beperkt tot het Franse parlement. Alleen als Europa zich verenigt, zal in haar ogen een herhaling van de Tweede Wereldoorlog voorkomen kunnen worden. Veil verlaat de Franse politiek en met Europese integratie als doel stelt zij zich in 1979 verkiesbaar voor het Europese Parlement.

Ze wordt met overgrote meerderheid verkozen tot voorzitster, een functie die ze tot 1982 zal vervullen. In een van haar vele redes zegt ze: “Het nazisme kwam tot stand via democratische kanalen en omdat wij toestonden dat bepaalde ideeën zich verspreidden. Omdat we niet wisten hoe die denkbeelden te bestrijden, konden ze zich ontwikkelen tot het absolute kwaad.” En: “We kunnen niet dulden dat personen uiting geven aan ideeën van uitsluiting, racisme en vreemdelingenhaat. Dit moet een taak zijn van alle opvoeders, op alle niveaus. Het is ook de opdracht van geschiedschrijvers, want ik geloof niet dat we hebben geleerd van het verleden, van wat het verleden ons heeft geleerd. Er waren zaken die we tussen 1933 en 1945 niet onder ogen wilden zien, hoewel ze voor de hand lagen. Tegen de tijd dat we ze serieus namen was het al te laat, maar we wisten het allang. Dat is de les, de les voor de geschiedenis en voor Europa om te blijven bouwen.”

Dat Veil ondanks de vaak keiharde gevechten die ze politiek levert, toch mens blijft, blijkt in 1994. Ze is dan opnieuw minister van Volksgezondheid en aids eist veel levens. De minister wordt uitgenodigd voor de Franse televisie een interview te geven over de aanpak van de ziekte. Dat wil ze alleen doen als ze eerst met een aidspatiënt heeft gesproken, stelt ze. Hoogleraar aan de Parijse Universiteit Descartes, Anne Gompel, herinnert zich: “Ze was zo overstuur van de toestand waarin de man, die kort daarna overleed, verkeerde, dat ze in tranen zijn kamer uit liep en het interview moest afzeggen.”

Catastrofe

In 2002 overkomt Veil de ergste ramp die een moeder kan meemaken. Haar jongste zoon, de arts Claude-Nicolas Veil, overlijdt op 54-jarige leeftijd aan een hartstilstand. Het verlies weerhoudt haar er niet van zich voor een verenigd Europa te blijven inzetten. In 2005 besluit ze campagne te voeren voor een Europese grondwet. Die komt er niet: in Nederland spreekt de bevolking zich via een referendum uit tegen de invoering. 61,5 procent is tegen, in Frankrijk is dat 55 procent. Veil verwachtte die tegenstand niet. Ze noemt het een catastrofe voor zowel Frankrijk als Europa.

De geroemde politica overlijdt twee weken voor haar negentigste verjaardag, op 30 juni 2017. Vijf dagen later vindt een nationale rouwceremonie plaats op de binnenplaats van Les Invalides, in het centrum van Parijs. Haar oudste zoon Jean zegt in zijn rede: “Ik vergeef je dat je water over mijn hoofd hebt gegooid,” refererend aan die dag waarop zijn moeder een karaf water over hem heen kieperde nadat hij een vrouwonvriendelijke opmerking had gemaakt.

Simone Veil wordt als vijfde vrouw bijgezet in het Panthéon

President Emmanuel Macron stelt: “Frankrijk hield van Simone Veil. Zij maakte het ergste uit de twintigste eeuw mee, maar bleef tot haar dood vechten om Europa beter te maken. Wij willen haar bijzetten in het Panthéon, zonder generaties te hoeven wachten. Zo kunnen haar strijd, waardigheid en hoop een kompas zijn in deze uitdagende tijden.” Dat het Franse publiek het met hem eens is, blijkt uit het feit dat in een mum van tijd 350 duizend Fransen de petitie tekenen voor bijzetting in het monument voor beroemde Fransen.

Simone Veil wordt in eerste instantie op begraafplaats Montparnasse te ruste gelegd, naast haar in 2013 overleden man Antoine. Een jaar later, op 1 juli 2018 trekt een stoet door de straten van Parijs met twee kisten, van Simone en Antoine Veil. Duizenden toeschouwers staan langs de kant van de weg. Ze is de vijfde vrouw die deze eer te beurt valt, na Marie Curie, verzetsstrijdsters Germaine Tillion en Geneviève de Gaulle-Anthonioz, een nicht van generaal De Gaulle, en Sophie Berthelot, die als vrouw van de scheikundige Marcellin Berthelot naast haar man mocht komen te liggen. De zesde vrouw is Josephine Baker. Zij wordt eind 2021 bijgezet.

Veil stond aan het hoofd van organisaties die de herinnering aan de kampen in leven willen houden en de onderscheidingen die ze ontving zijn talrijk, met eredoctoraten van onder meer de universiteiten Princeton, Bar Ilan, Cambridge, Yale, Jeruzalem, Brandeis, Tel Aviv, Ben Goerion en het Weizmann Instituut in Rehovot.

In 2019 introduceerde de Franse regering de Simone Veilprijs, die wordt uitgereikt aan personen die wereldwijd strijden voor vrouwenrechten. Hij wordt jaarlijks uitgereikt op 8 maart, internationale Vrouwendag. Eén keer keerde Simone Veil terug naar Auschwitz. In 2004 bezocht ze het kamp met haar vijf kleinkinderen. Haar tatoeage 78651 heeft ze nooit laten verwijderen, noch verborgen gehouden.

Bronnen o.a.: The Guardian, France 24, The Lancet, Wikipedia, Une vie (2007)

Deze serie is mede mogelijk gemaakt door Maror

Eén reactie

  1. Toen ik afgelopen jaarwisseling in Parijs was, ben ik speciaal naar het Panthéon gegaan voor de graftombe van Simone Veil. Wát een vrouw, zo inspirerend! Dank voor deze ode, NIW en Maror.

Laat een antwoord achter aan Anna Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer Gerelateerde Berichten

Grote Joodse vrouwen

De meest bewonderde vrouw van Frankrijk