Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Dossiers

De Rothschilds: Het grote succes

De broers James en Nathan de Rothschild behoren in de negentiende eeuw tot de rijksten der aarde. James’ vrouw Betty is de lieveling van de Parijse hoogste klasse en muze van grote kunstenaars, maar omdat ze geen christen is, weigert de Franse koning Lodewijk XVIII haar de toegang tot het hof.

Esther Voet 05 oktober 2020, 10:00
De Rothschilds: Het grote succes

Met uitzondering van de Engelse koninklijke familie zullen er weinig families zijn waarover door de eeuwen heen zoveel geroddeld is als de Joodse bankiersfamilie De Rothschild. Het is vaak moeilijk feit van fictie te onderscheiden. Het grote brein achter de successerie Downton Abbey, de schrijver en producer Julian Fellowes, werkt op dit moment aan een nieuw kostuumdrama voor televisie over deze dynastie. Het NIW portretteert zes opvallende telgen uit dit roemruchte geslacht. Deze week het laatste deel: James en Betty de Rothschild.

James de Rothschild

Europa, begin negentiende eeuw. Het werelddeel likt zijn wonden na de Napoleontische oorlogen. De vijf zonen van stamvader Mayer Amschel Rothschild zijn uitgewaaierd over diverse Europese steden. In Frankfurt, de plaats waar vader Mayer de dynastie stichtte en alle vijf de zonen zijn geboren, wonen alleen nog de oudste zoon, Amschel, en moeder Gutele. Zij bewoont nog altijd het oorspronkelijke huis van de Rothschilds en zal de Judengasse nooit verlaten. Ze wordt naarmate de jaren verstrijken steeds bijgeloviger en is ervan overtuigd dat het haar zoons ongeluk zal brengen als zij het oude huis met het Groene Schild en het getto vaarwel zegt. Volgens een anekdote zou Gutele, toen de buren haar vertelden bang te zijn voor een oorlog tussen de Duitse staatjes, rustig hebben geantwoord: “Onzin, daar geven mijn jongens geen geld voor.”

Zoon nummer twee, Salomon, is in Wenen terechtgekomen, waar hij zich in 1819 vestigt na anti-Joodse rellen in Frankfurt. De sfeer in Frankfurt is dan zo beangstigend, dat de jongste broer James Amschel wil overhalen zijn geboorteplaats te verruilen voor Parijs, maar Amschel blijft.

Omdat Joden geen huizen mogen kopen, huurt de gefortuneerde Salomon zonder pardon het beste hotel van Wenen af

Salomon vertrekt met tegenzin naar Wenen, hoofdstad van het Habsburgse Rijk, een stad die ook niet bepaald het lichtend voorbeeld is als het om gastvrijheid tegenover Joden gaat. Zij mogen er geen grond of huis bezitten en zijn uitgesloten van de beroepen rechter, ambtenaar, advocaat, onderwijzer en officier. En wie wil trouwen, moet een speciale belasting betalen. Ook zijn Joden verplicht zich regelmatig te melden op het ‘Jodenbureau’. Omdat ze geen huizen mogen kopen, huurt de gefortuneerde Salomon zonder pardon Römischer Kaiser, het beste hotel van Wenen af, waarmee hij de woede opwekt van de koning van Württemberg, een geziene gast in het hotel die vanwege die vermaledijde De Rothschild nu geen enkele kamer meer voor zichzelf beschikbaar weet. Ook Ludwig van Beethoven is not amused, want die kan nu in de muziekzaal van het hotel geen recitals meer geven. Toch staat Salomon bekend als de gulste en vriendelijkste van de vijf broers. Hij is niet zo onbehouwen als Nathan en minder grillig dan zijn jongste broer James, die nog weleens last kan hebben van een slecht humeur. 

Geheime kinderen
Salomon heeft met zijn vrouw Caroline Stern twee kinderen: een zoon, Amschel, en een dochter, Betty. Een van Salomons belangrijkste cliënten als bankier in Wenen is de voormalige keizerin van Frankrijk, Marie-Louise, met wie Napoleon is hertrouwd na zijn echtscheiding van Joséphine. Zij volgt haar man niet in zijn verbanning naar Elba en later Sint-Helena, maar keert in 1814 terug naar de hoofdstad van het Habsburgse rijk en krijgt een relatie met een knappe, jonge generaal, Adam Albert von Neipperg. Naast de zoon die zij Napoleon in 1811 heeft gebaard, krijgt Marie-Louise met Adam nog twee kinderen. Die blijven geheim totdat Napoleon in 1821 op Sint-Helena sterft. Marie-Louise trouwt meteen haar Adam en de kinderen krijgen een voorname adellijke titel. Salomon heeft er dan al voor gezorgd dat de voormalige keizerin niet bepaald onbemiddeld meer is. Ook doet hij zaken met de leiding van het Oostenrijkse keizerrijk dat door de Habsburgers wordt geregeerd.

Het Chateau Rothschild bij Parijs, nu een ruïne

Middelste zoon Nathan, de briljantste van de vijf, maakt fortuin in Engeland, waarover u meer heeft kunnen lezen in deel vier van deze serie. Zoon nummer vier, Carl, woont in Napels. Hij is de minst intelligente van het stel. Ondanks aanvankelijk succes zal deze De Rothschild-dynastie geen stand houden.

De jongste zoon, James (Jakob), geboren in 1792, scheelt achttien jaar met zijn oudste broer Amschel en woont vanaf 1811 in Parijs, waar hij dankzij vader Mayer en broer Nathan een vermogen heeft verdiend tijdens de Napoleontische oorlogen. James zet de beroemde bank Rothschild et Frères op.

Hij concentreert zich na het napoleontische tijdperk vooral op de industriële ontwikkeling van Frankrijk en investeert in spoorwegen; hij en broers Nathan en Salomon worden dé spoorwegmagnaten van Europa. Waar veel andere investeerders menen dat de trein nooit paard en wagen zal vervangen, geloven de broers wel in het nieuwe vervoermiddel. Dat geloof in de vooruitgang en de met dat geloof gepaard gaande investeringen betalen zich al snel dubbel en dwars terug. James houdt zich verder bezig met mijnbouw, de import van thee en legt zich toe op het verbouwen van wijn. Hij koopt in 1868 Château Lafite, waar nu een van de beroemde Rothschildwijnen wordt geproduceerd. 

Hotel Römischer Kaiser in Wenen

Kunst en liefdadigheid
In 1824 trouwt James met zijn nichtje Betty, de dochter van broer Salomon. James is 32, Betty is 19. James is dan al een van de rijkste mensen van Europa. Hoe groot zijn vermogen is, zal nooit bekend worden gemaakt, maar het is naar schatting vergelijkbaar met wat Bill Gates nu bezit. Betty vertrekt van Wenen naar Parijs, de stad die haar onmiddellijk in de armen sluit. Zij ondersteunt vele charitatieve instellingen, zoals armenziekenhuizen, behuizing voor de allerarmsten, en onderzoek en behandeling van tuberculose. In 1907 wordt in Parijs het eerste congres van de internationale organisatie voor verpleegsters (ICN) gehouden dankzij het bedrag dat zij in haar testament voor dit doel reserveert. De beroemde schilder Jean-Auguste-Dominique Ingres doet acht jaar over haar portret (gereed in 1848), waarbij hij zich laat inspireren door de Renaissancekunstenaar Rafaël. Het echtpaar bezit diverse kastelen, waaronder Chateau de Boulogne en Chateau Rothschild, even buiten Parijs. Daar worden grootse feesten gegeven. Het is hier een komen en gaan van kunstenaars, onder wie beroemde namen als de schrijvers Balzac en Heine, de componisten Berlioz, Chopin, Liszt, Puccini en Rossini, en de schilder Delacroix. Chopin draagt zelfs een van zijn composities aan Betty op. Heine schrijft een gedicht over haar, Die Engel. Ook bezitten James en Betty een stadspaleis in Parijs aan de Rue Laffitte, waar ze wekelijks bals en soirees houden. 

Het stadspaleis aan de Rue Laffitte, aquarel van Alexandre Serebriakof

Geweigerd aan het hof Koning Lodewijk XVIII, die van 1814 tot 1824 de scepter zwaait over Frankrijk, heeft minder op met Betty. Hij weigert haar toegang tot het hof, omdat ze geen christen is. Dat terwijl de De Rothschilds in 1822 door de Habsburgers in de adelstand zijn verheven. Daar was al jaren sprake van, wegens bewezen diensten voor het Habsburgse Rijk. Maar het door de familie voorgestelde wapen dat bij die verheffing zou moeten horen, stuitte op veel weerstand. Het bombastische geheel, met kroon, adelaars en leeuwen leek te veel op het wapen dat een koninklijke familie niet zou misstaan. Die onbetamelijkheid kon de commissie die het wapen moest goedkeuren niet toestaan en jarenlang werd de verheffing tegengehouden. Toch wordt in 1822 een versimpelde versie van het wapen geaccepteerd en daarmee wordt aan alle vijf de broers de gunst verleend zich baron te mogen noemen. Alleen de schrandere Nathan, die zich inmiddels in Londen heeft gevestigd, legt die eer naast zich neer. Hoe zal het immers op de Engelsen overkomen als de tot Brit genaturaliseerde Nathan een verheffing in de adelstand van een buitenlandse macht zal accepteren? 

Adelstand of niet, Lodewijk XVIII houdt voor Betty de deuren van het hof dicht omdat ze Joods is. James trekt meteen zijn conclusies: hij zal nooit meer zaken doen met de vadsige vorst. Heel anders is de verhouding van het echtpaar met een van Lodewijks opvolgers, Lodewijk Filips I, die Frankrijk regeert van 1830 tot 1848. Al snel wordt Betty een van de beste vriendinnen van zijn vrouw, koningin Marie-Amélie. Betty heeft veel bewonderaars, onder wie generaal Changarnier, die zijn liefde voor haar verkondigt aan iedereen die het maar horen wil. Volgens diverse bronnen zijn zij ook daadwerkelijk minnaars. 

James trekt zijn conclusies: hij zal nooit meer zaken doen met de vadsige vorst

Ananassen als rage Lodewijk Filips leunt financieel zwaar op James. Daarover schrijft Heinrich Heine, huisvriend van de De Rothschilds, wiens voorouders evenals de Rothschilds in het Frankfurtse getto woonden: “Enkele eeuwen geleden had een koning de heer Rothschild slechts de tanden hoeven laten uittrekken om hem ertoe te bewegen een lening te verstrekken. Maar ziet, de ethiek van de middeleeuwen is door de revolutie weggespoeld en nu kan baron De Rothschild, Ridder in de Orde van Isabella de Katholieke, rustig in de Tuilerieën gaan wandelen als hij daar zin in heeft, zonder te hoeven vrezen dat de koning, hoezeer ook in financiële verlegenheid, ook maar één van zijn tanden zou durven aanraken.” Heine ziet de ‘emancipatie’ van de De Rothschilds als een van de tekenen van de Verlichting. Wanneer Benjamin Disraeli, de Britse premier en vertrouweling van koningin Victoria, op een bal aan de Rue Laffitte aanwezig is, verbaast hij zich over ‘het ongeëvenaarde paleis, met zijn onafzienbare stoet van bedienden, ananassen overvloedig als bosbessen’. Ananassen zijn dé rage in die tijd. Disraeli beschrijft de joviale James als ‘een gelukkige combinatie van een Franse dandy en een sinaasappelkoopman’. James is ook in voor een grapje. Zo vraagt schilder Eugène Delacroix James eens of hij voor de kunstenaar wil poseren als bedelaar, ‘omdat hij precies de goede gelaatsuitdrukkingen heeft’. James gaat lachend akkoord. De volgende ochtend belt een bedelaar, smerig en gekleed in lompen, aan bij Delacroix’ atelier. Een assistent van de schilder doet open en heeft zo met de man te doen, dat hij hem een franc toestopt. De dag daarop staat een bediende in livrei voor de deur van het atelier. Hij heeft een brief bij zich. Opnieuw doet de assistent open. De bediende overhandigt hem de brief, waarin staat: “Geachte heer. Hierbij vindt u het kapitaal dat u mij gisteren aan de deur van het atelier van de heer Delacroix overhandigde, met de daarop verschenen rente, in totaal de somma van tienduizend frank. U kunt de cheque te allen tijde bij mijn bank verzilveren. Met vriendelijke groeten, James de Rothschild”. James is ook de eerste De Rothschild die kunst verzamelt. Zijn eerste doek is La Laitière (het melkmeisje) van Jean-Baptiste Greuze, maar al snel volgen er meer. Veel meesterwerken worden later weggegeven, onder meer aan het Louvre, waar ze tot op heden te bewonderen zijn. 

Lodewijk XVIII van Frankrijk in zijn kroningstenue, schilderij van J. Guérin

‘Halfzachte pacifisten’
Nathan, de leider van de vijf broers, sterft in 1836, en de jaren daarop zullen vooral Salomon en James zijn raad en daad missen. Als in 1840 opnieuw wapengekletter dreigt en het ernaar uitziet dat Frankrijk Oostenrijk de oorlog zal verklaren, proberen James en Salomon dat met man en macht te voorkomen. Waar bankiers vaak worden gezien als aanstichters van oorlogsgeweld, ziet het volk de De Rothschilds dan juist als halfzachte pacifisten. En niet alleen het volk. De jonge Pruisische politicus Otto von Bismarck verzucht zelfs dat ‘het huis Rothschild alles zal doen om een oorlog te voorkomen.’ James: “Als ik vrede met ere bedoel, dan niet alleen voor Frankrijk, maar voor héél Europa!” Dankzij de invloed van James op koning Lodewijk Filips I komt het niet opnieuw tot een oorlog, waarbij ook zijn broer en schoonvader een rol speelt. Salomon wendt in Wenen zijn invloed aan om de partijen daar tot bedaren te brengen, met succes. Salomon reist naar Parijs om dat wapenfeit met broer James en dochter Betty te vieren. In 1843 lukt het Salomon eindelijk om de gehate uitsluiting van Joden in Wenen op te laten heffen. Hij wordt meteen de grootste grondbezitter van het rijk. Salomon koopt landgoederen en kastelen op. Hij heeft twee bijnamen: spoorwegkoning van Europa en Seine Majestät, verwijzend naar zijn eerste twee initialen: S voor Salomon, M voor Mayer. 

Spotprent op James Rothschild in een Frans tijdschrift

De banden tussen de Parijse De Rothschilds en koning Lodewijk Filips I zijn hecht. Grote crisis dus wanneer de Fransen in 1848 opnieuw in opstand komen tegen hun vorst. Hoewel er in Frankrijk weer een monarchie heerst, is het credo ‘Vrijheid, gelijkheid, broederschap’ in de psyche van het Franse volk beslist niet vervlogen. En niet alleen in Frankrijk, ook elders in Europa roert het volk zich, zoals op Sicilië, en die onrust slaat over naar Napels, waar broer Carl snel de liberale regering ervan overtuigt dat het het slimst is om concessies aan de bevolking te doen, waardoor de vlam daar net niet in de pan slaat. Dat is anders in Parijs. Opnieuw eist het volk daar een parlementaire democratie en kiesrecht voor iedereen. Koning Lodewijk Filips moet vluchten en slijt de rest van zijn dagen in Engeland. De Parijse politie ontbiedt James, die weigert te vluchten. Hij schenkt zelfs een groot bedrag aan de politiemannen die tijdens de opstand gewond zijn geraakt. En hoewel er inderdaad de volgende dag bewaking voor zijn Parijse stadspaleis staat, valt zijn chateau in Bois de Boulogne ten prooi aan plunderingen en wordt in brand gestoken. Ook Salomon beleeft vanwege deze Europese revolutie bange dagen. Hoge regeringsfunctionarissen worden in Wenen naakt opgehangen. Dat is voor hem het signaal om zich uit de voeten te maken en onder te duiken bij een vriend in een voorstad van Wenen. Later reist hij door naar broer Amschel in Frankfurt. Nooit meer zal hij naar Wenen terugkeren. Maar ook voor Amschel zijn het bange tijden, want ook ‘zijn’ koning, Frederik Willem, is inmiddels gevlucht. Met deze opstand dreigen de broers enorme vermogens te verliezen, James niet in de laatste plaats. Louis Napoléon is inmiddels vanuit Londen teruggekeerd in Parijs. De De Rothschilds hebben slechte herinneringen aan diens oom Napoleon, en zijn dan ook teleurgesteld wanneer hij als president van de Franse republiek de macht pakt. Alleen de Engelse en Russische monarchieën komen ongeschonden uit de heksenketel die zich in 1848 over het Europese continent uitspreidt. 

Het jaar daarop keert de rust in Europa terug. 1849 Is ook het jaar waarin Gutele, de stammoeder, op 95-jarige leeftijd overlijdt: in het huis met het Groene Schild, in vrede, aan de Judengasse in Frankfurt. Ze heeft al langer aangegeven dat ze het leven wel welletjes vindt. Veel van haar kinderen, en zeker ook vele van haar kleinkinderen, hebben haar in de jaren daarvoor, in het oude, vochtige, donkere huis bezocht. Zoons, dochters en kleinkinderen brengen haar naar haar laatste rustplaats. 

Salomon Rothschild

Père-Lachaise
James en Betty herstellen na het rampjaar 1848 van de onlusten. Louis Napoléon, inmiddels keizer Napoleon III, trouwt met Eugénie de Montijo, een protégée van James en Betty. Toch zal het nooit helemaal boteren tussen deze laatste Franse keizer en de De Rothschilds, maar het voortbestaan van de Franse tak is verzekerd. James overlijdt in 1868, Betty in 1886. Ze liggen samen begraven op de beroemde Parijse begraafplaats Père-Lachaise, waar ook Chopin begraven ligt, en Delacroix. Hoe het verder gaat met deze Franse De Rothschild-dynastie? Wel, zoon Edmond James de Rothschild, aan wie wij aflevering twee van deze serie wijdden, zal veel gaan betekenen voor de wederopbouw van Joods leven in wat nu Israël is. Een kleindochter van James en Betty, Helen, trouwt met baron Van Zuylen van Nyevelt. Dankzij haar fortuin wordt kasteel De Haar wederopgebouwd. Het is nu een belangrijke trekpleister in de provincie Utrecht. Schrijver Pierre Assouline schreef in 2007 een roman over Betty, Le Portrait.

Het graf van James en Betty op Père Lachaise, Parijs

Het beroemde Chateau Rothschild, waar eens de mooiste soirees werden gegeven, werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazaten van James en Betty voorgoed verlaten. De familie schonk het aan de gemeente en daarna werd het voor tientallen miljoenen francs gekocht door een Arabische zakenman. Die heeft het nog steeds in bezit, maar dertig jaar na die aankoop is het chateau verworden tot een ruïne. 

Nawoord
Over iedere De Rothschild valt een boek te schrijven. Het NIW putte voor deze beperkte serie van zes delen uit vele bronnen: boeken, artikelen, Joodse encyclopedieën en de De Rothschild-bibliotheek. Bijzondere dank is verschuldigd aan Virginia Cowles, die in 1974 het boek De Rothschilds uitbracht, en aan Maror die deze serie mogelijk maakte. Heden ten dage zijn antisemitische mythes weer in opkomst. Kort geleden nog was een spandoek te zien tijdens een demonstratie van de Gele Hesjes in Amsterdam, voor de Nederlandsche Bank, met deze familienaam in druipend bloed geschreven. Maar deze familie heeft, ondanks het alom aanwezige antisemitisme in het Europa van de negentiende en twintigste eeuw, waarvan ze vaak persoonlijk slachtoffer waren, tegen de stroom in een immens imperium opgebouwd vanuit het stinkende getto van de Frankfurter Judengasse. Dat zou bij eenieder op z’n minst iets van respect moeten afdwingen. 

Dit artikel verscheen eerder in NIW 28, 5779 en kwam mede tot stand dankzij Maror.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *