De wereld van de klassieke muziek kent maar weinig vrouwelijke componisten die wereldberoemd zijn en niet snel in de vergetelheid zullen raken. Het zou zonde zijn als het werk van Ruth Schönthal vergeten zou worden, want haar muziek is eigenzinnig en oorspronkelijk. “Ik ben mezelf altijd trouw gebleven.”
‘Om te huilen zo mooi,’ verzuchtte programmamaakster Rae Milford eind mei in het Radio 1-programma Nieuwsweekend. Zij en Andrea van Pol vertelden in die uitzending over hun podcastreeks Nooit van gehoord waarin ze een lans breken voor vrouwelijke componisten. Dat is hoog tijd, zo vinden de maaksters. Ondanks de vele talentvolle vrouwen, wordt hun werk maar mondjesmaat opgevoerd of anderszins ten gehore gebracht.
Milfords verzuchting volgde op de laatste klanken van Muziek voor hoorn en kamerorkest (senza misura) uit 1978, uitgevoerd door hoornist Meir Ramon met het Israëlisch Philharmonisch Orkest. Het werd gecomponeerd door de charismatische, briljante Ruth Schönthal. Die drie minuten prachtmuziek gaven aanleiding in het boeiende leven van de componiste te duiken.
Ruth Esther Hadassah Schönthal zag het levenslicht in 1924, in Hamburg, als dochter van Fritz en Ida Schönthal-Spitz. Het echtpaar behoorde tot de Weens-Joodse gemeenschap, maar woonde in Hamburg. Daar bleek al snel dat de piepjonge Ruth over een uitzonderlijk muzikaal talent beschikte. Als hummel kroop ze al achter de piano om allerlei geluiden al improviserend na te bootsen.
In tegenstelling tot die andere componiste, die vanwege haar vrouw-zijn een toontje lager moest zingen, Fanny Mendelssohn Bartholdy’s, werd Ruth wel gestimuleerd haar talent te ontwikkelen. Daarbij moet wel worden aangetekend dat Ruth in een andere tijd leefde. Fanny werd geboren in 1805, Schönthal meer dan een eeuw later.
Stockholm
Ruths vader gaf haar al snel het predicaat ‘wonderkind’. Nu hebben meer vaders die neiging, maar in dit geval was niet alleen hij die mening toegedaan. De leiding van het gerenommeerde Stern’sches Konservatorium in Berlijn, opgericht door de Joodse muziekpedagoog en componist Julius Stern, was het met Fritz eens. Ruth was net vijf jaar oud toen haar ouders haar in 1929 naar het instituut stuurden. Zelf vertelde ze later dat ze vanaf die leeftijd ook begon te componeren, wat ze haar hele leven zou blijven doen. Schönthal studeerde enige jaren in Berlijn, totdat het haar in 1935 onmogelijk werd gemaakt: de muziekschool werd uitgeroepen tot verboden terrein voor Joden. Haar lessen gingen echter gewoon door, nu in de relatieve veiligheid van de huiskamer van haar ouders of die van een van haar leraren.
Het gezin bleef nog drie jaar in Duitsland hangen, maar Ida en Fritz zagen in 1938, het jaar van de Kristallnacht, de tekenen aan de wand en vluchtten met hun dochter naar het veilig gewaande Zweedse Stockholm. Ook daar werd Ruths talent meteen herkend: ze werd bij hoge uitzondering toegelaten tot de Koninklijke Academie voor Muziek. Maar helaas was zelfs het beschaafde Zweden niet vrij van antisemitische tendensen.
Wat deed die Joodse tiener op de academie, terwijl dat helemaal niet mocht?
Een groot deel van het Zweedse volk vond de toestroom van al die Joodse vluchtelingen maar helemaal niets en de pers sprak schande van haar toelating: wat deed deze Joodse tiener op de academie, terwijl dat vanwege de restrictieve maatregelen voor Joodse vluchtelingen helemaal niet mocht? Desondanks lukte het Schönthal daar in 1940 haar eerste compositie te publiceren, een sonatine voor piano. Ze was veertien jaar oud.
Moeilijk karakter
De Schönthals waren ook in het Scandinavische land niet gerust op de anti-Joodse sentimenten. Opnieuw besloten ze hun heil elders te zoeken en zij begonnen aan een lange, vreemde vlucht die hen via de Sovjet-Unie en Japan uiteindelijk in Mexico City bracht. Het einddoel waren de Verenigde Staten geweest, maar ook daar had de overheid de grenzen voor Joodse vluchtelingen vrijwel gesloten.
Mexico City zou voor Ruth een grote stap voorwaarts in haar carrière betekenen. Op 19-jarige leeftijd mocht zij een concert geven in het Palacio de Bellas Artes en haar eigen werken ten gehore brengen. In de zaal zat componist-violist en dirigent Paul Hindemith, voorvechter van de nieuwe zakelijkheid in de muziek. Hij had furore gemaakt in het Turkije van Kemal Atatürk, waar hij de Turkse Staatsopera en Ballet had opgericht en was van grote betekenis geweest voor het nationale conservatorium daar, maar Duitsland bleef zijn thuisbasis. In 1936 werd hij door de nazi’s kaltgestellt omdat ze zijn avant-gardistische composities beschouwden als entartet. Bovendien was Hindemiths vader Joods. Via Zwitserland emigreerde de componist naar Amerika, waar hij in 1940 docent aan Yale University werd en het Yale Collegium Musicum oprichtte.
En toevallig zat hij die avond in Mexico City in de zaal. Hindemith hoorde meteen dat Schönthal over een uitzonderlijk talent beschikte en raakte daar nog meer van overtuigd toen ze nog enkele composities van haar hand liet zien. Hij beijverde zich om haar naar de Verenigde Staten te halen. Dat lukte een jaar na de oorlog, in 1946. Schönthal kreeg van Hindemith een beurs toegekend en werd zijn leerling.
Nu was Hindemith niet onomstreden. Allereerst had hij een moeilijk karakter en hij was onvoorstelbaar streng. Van al zijn leerlingen liet hij er slechts drie cum laude afstuderen, onder wie Schönthal, in 1948. Daarnaast hadden zijn collega’s grote kritiek op zijn manier van lesgeven. Al zijn studenten zouden zijn opleiding voltooien als Hindemith-adepten. Hij zou de studenten zijn eigen smaak en visie te veel opleggen. Schönthal verklaarde jaren later daar geen last van te hebben gehad: “Toen ik bij hem in de leer ging, had ik al een groot deel van mijn muzikale persoonlijkheid en signatuur gevormd, al veel gecomponeerd. Maar het is waar, je moest wel sterk in je schoenen staan.” Zij had het ambacht van het componeren toen al dusdanig onder de knie, dat ze haar eigen basis al had gevonden. Daar kon zelfs Hindemith niet meer aan tornen. Een basis die overigens opvallend divers bleek. Schönthal combineerde invloeden van de romantische componisten – Scriabin, Rachmaninov en Bartok behoorden tot haar favorieten – met Amerikaans minimalisme en volksmuziek.
Passie
De eerste jaren in de Verenigde Staten waren niet gemakkelijk.
Niemand zat op een vrouwelijke componiste te wachten en er moest toch brood op de plank komen
Niemand zat op een vrouwelijke componiste te wachten en er moest toch brood op de plank komen. Schönthal pakte alles aan. Als begenadigd pianiste speelde zij in pianobars en nachtclubs onder de naam Carmelita. De broodnodige dollars waren niet de enige opbrengst. Zij kon zich al spelend andere muziekstromingen meester maken. Daarnaast componeerde zij tunes voor tv-series en reclames.
Ze trouwde in 1950 met de schilder Paul Bernhard Seckel, die zij haar hele leven financieel bleef onderhouden. Het echtpaar vestigde zich in New York en later in het noordelijker gelegen New Rochelle, NY. Ze kregen drie kinderen, die zij een Joodse opvoeding gaven, en van wie Al Seckel de bekendste is. Hij werd een autoriteit op het gebied van optische illusies en was een vermaard scepticus.
Hoewel haar typische Duitse accent tot op hoge leeftijd duidelijk hoorbaar was, duurde het tientallen jaren voordat Ruth Schönthal weer voet op Duitse bodem zette. De eerste keer was in 1983, de tweede in 1994. Vooral dat laatste bezoek bracht emoties bij haar teweeg. In Heidelberg werden haar composities een week lang uitgevoerd in het Prinz Carl am Kommarkt Museum en kreeg ze een prijs voor internationale artiesten uitgereikt. Nog altijd is Duitsland het land dat verreweg de hoogste waardering voor haar composities heeft.
Niet alleen het componeren kwam voor haar als iets natuurlijks. Schönthal had een passie voor lesgeven. Zij bleef het tot het einde van haar leven in 2006 doen, vooral op New Yorkse universiteiten. Zo volgde Vanessa Lann, de Amerikaans-Nederlandse componiste en hoogleraar muziek aan de Universiteit van Leiden, in de jaren tachtig compositielessen bij Schönthal. Zij herinnert zich vooral de ‘enorme passie, liefde en energie’ van de componiste. “Ze was ontzettend inspirerend en steunde me in alles met positieve feedback en aanmoediging. Ik was nog jong toen ze me onder haar hoede nam. Ze gaf me niet alleen advies over de muzikale inhoud, maar ook op psychologisch terrein.”
Schönthal leerde Lann niet alleen noten te schrijven, maar ook hoe ze met de uitvoerders van het werk moest omgaan, hoe zij zich moest voorbereiden op samenwerking met anderen tijdens de repetities en uitvoeringen:
‘Het leven is nooit gemakkelijk voor haar geweest en ik denk dat je je daar alles bij kunt voorstellen’
“Die kennisoverdracht was altijd constructief en vriendelijk. Dat vond ik bijzonder, want het leven is nooit gemakkelijk voor haar geweest. Ik denk dat je je daar wel iets bij kunt voorstellen. Vrouwelijke componisten hadden het zwaar in de jaren veertig, vijftig en zestig. Ze maakte moeilijke tijden door, maar klaagde nooit. Daarnaast heb ik veel bewondering voor zowel haar muziek als haar grote talent als pianiste.”
Over dat laatste was Schönthal zelf bescheidener: “Sommige pianisten spelen mijn werken veel beter dan ikzelf, je kunt horen dat ze er heel veel studie-uren in hebben gestoken.”
Lady Gaga
Vanessa Lann was niet de enige getalenteerde vrouwelijke musicienne die bij Schönthal binnenstapte. In 2003 was er nog iemand die een aantal jaren door Ruth werd begeleid: Stefani Germanotta. U kent haar nu onder haar artiestennaam, ze werd wereldberoemd als Lady Gaga.
Schönthal moest haar tijd verdelen tussen het componeren, lesgeven en haar werk als pianiste. De combinatie van drie volledige banen noemde zij een kwestie van instelling: “Je moet allereerst het idee dat je een lange aanloop nodig hebt voor je ergens mee kunt beginnen, het raam uitgooien. Je moet iedere minuut die je tot je beschikking hebt, gebruiken. Als een student te laat is voor de les, kan die tijd gebruikt worden om kleine dingen bij te schaven. Dat houdt niet in dat je dan altijd een origineel idee te binnen schiet, maar er zijn altijd kleine aanpassingen in een compositie die je even kunt doorvoeren.”
Lesgeven kwam voor Schönthal beslist niet op de tweede plaats. Ze zei erover: “De meeste mensen weten wel dat je niet kunt leven van je composities. Dat kunnen er maar heel weinig. Dus moet er ook iets anders zijn. Lesgeven is iets natuurlijks voor me, het komt vanzelf. Soms lijk ik een persoonlijkheid te hebben die voortdurend met zichzelf in discussie is, alsof ik voortdurend dingen aan mezelf aan het uitleggen ben, alsof ik twee mensen ben. Het klinkt misschien heel schizofreen, maar ik verbaliseer alles wat ik denk. Dus lesgeven is voor mij een heerlijke uitlaatklep. Bovendien ben ik zeer geïnteresseerd in hoe de menselijke geest informatie absorbeert, denkt en leert. Dus dat kunnen observeren, vind ik zeer interessant.”
En het lijkt alsof haar hersenen nooit stil stonden: “Ik lig hele nachten wakker. Muziek gaat de hele tijd door mijn hoofd, het verlaat je nooit. Vaak, als het dan is opgeschreven, zie je dat het nóg beter kan. Dan begin je opnieuw. Het is tijdrovend, maar eigenlijk doet de compositie het zelf.”
Muzikale erfenis
Ruth Schönthal liet een honderdtal zeer persoonlijke en gevarieerde werken na. Een deel ervan gaf zij een maatschappelijke boodschap mee, zoals de Bells of Sarajevo en The young dead soldiers voor koor en kamerorkest. Daarbij volgde ze nooit de waan van de dag. Ze deed niet mee aan modegrillen, maar ging autonoom volledig haar eigen weg. Toch zijn diverse invloeden in haar werk terug te vinden, zoals de Europese muziektraditie, Mexicaanse volksmuziek, atonaliteit en minimale muziek. Alleen het doel is gemeenschappelijk: opwekking van emotie, of zoals ze zelf zei: “Als een spiegel vol gecompliceerde menselijke emoties die ik de wereld voorhoud.”
Ze schreef drie opera’s, alle met een vrouw in de hoofdrol
De componiste schreef drie opera’s, alle met een vrouw in de hoofdrol. Opvallend zijn daarnaast haar Zelfportret van de kunstenaar als een oudere vrouw (1991) en Uit het leven van een vrome vrouw (1999). Er is een werk voor orgel: De verzoeking van de heilige Antonius. Collageen (1991) is een werk voor sopraan, fluit, twee klarinetten, cello, piano, synthesizer en percussie en is deels gebaseerd op het leven van de Berlijnse dadaïste Hannah Hoech, die ze nog kende uit haar eigen Berlijnse tijd. Hoech was een vriendin van de familie. Ook schreef Schönthal muziek voor kinderen. Daarover zei ze: “Kinderen zijn helaas steeds minder geïnteresseerd in klassieke muziek. Zij komen er niet meer mee in aanraking, want er is een gebrek aan muzikale opvoeding, zowel thuis als op school.”

Haar Joodse identiteit verwerkte Schönthal in Variaties op een Joods liturgisch thema voor elektrische gitaar. Haar derde strijkkwartet uit 1997 gaf ze de titel In memoriam Holocaust mee. En dan is er Een vogel vloog over Jeruzalem uit 1992, waarin ze fluit, piano en geluidsband combineert. In het stuk verbeeldt zij de botsing van culturen en religieuze tradities. Haar laatste werk, Variaties voor contrabas op een Duits volksliedje, componeerde ze nog een paar maanden voor haar dood.
Over haar werk vertelde Schönthal in 1988 aan muziekjournalist Bruce Duffie: “Er is wel degelijk een rode draad in mijn werk. Er is een bepaalde melodieuze, lyrische en wat romantische inslag die deel van me uitmaakt. Mijn filosofie is altijd geweest trouw te blijven aan mezelf. Je moet altijd uitzoeken wat daadwerkelijk in je zit en dat verbeteren. Daar kun je niet tegenin gaan, als je dat zou willen. Voor mij is mijn Europese muzikale erfenis uiteraard een natuurlijk gegeven. Ik ben ermee opgegroeid en heb nooit de neiging gehad die te ontkennen. Ik begrijp dat in Amerika geboren collega’s van de Europese invloed af willen en volledig Amerikaans willen zijn. Dat snap ik, maar voor mij was het een ander verhaal. Volgens mij moet je trouw blijven aan je eigen natuur en daar eerlijk in zijn, ook als het mode is dat niet te doen.”
Maar een gemakkelijk leven was het niet. Mannelijke componisten hebben al moeite te leven van hun composities, nog veel sterker geldt dat voor vrouwen. Daarom gaf Schönthal een wijze raad mee: “Word alleen componist als het moet, als je niet anders kunt. Als de drang je op deze manier te uiten zo sterk is dat je het niet kunt laten. Als het alleen deze manier van expressie kan zijn, en geen enkele andere. Is dat niet zo, laat het dan. Dan kunje beter schilder worden. Dat is gemakkelijker.”
Deze serie is mede mogelijk gemaakt door Maror
