Deel 3: Een ontembare wil

In deze serie bespreekt het NIW zeven beroemde en minder beroemde Joodse wetenschappers die een onuitwisbare indruk op hun vakgebied hebben achtergelaten. De reeks kwam mede tot stand dankzij Maror. Deze week deel 3: Rita Levi-Montalcini volgde haar eigen weg.

Rita Levi-Montalcini was de grande dame van de neurobiologie. Van jongs af aan koos zij haar eigen weg en nooit in haar leven, ruim een eeuw lang, zou de aristocratische Nobelprijswinnares ‘met het aangezicht van een prinses’ die weg verlaten.

Het mag een klein wonder genoemd worden en een bewijs van wilskracht dat Rita Levi-Montalcini een succesvolle neurobiologe werd. Dat was zeker niet de bedoeling van Rita’s vader, Adamo Levi. Hoewel hij zelf als wiskundige een wetenschappelijke achtergrond had, vond Levi dat een academische carrière de belangrijkste rol van een vrouw in de weg stond, die van echtgenote en moeder. Dus besloot Adamo dat er voor zijn drie dochters – Anna en de tweeling Paola en Rita – geen plaats was aan de Università degli Studi van Turijn, de stad waar ‘RLM’ op 22 april 1909 was geboren. Was het de eerste keer dat Rita haar onafhankelijke, om niet te zeggen opstandige aard toonde, toen zij op 20-jarige leeftijd haar vader liet weten geneeskunde te gaan – let wel: niet ‘willen’ – studeren? “Hij luisterde en keek mij aan met die serieuze en doordringende blik van hem die ik zo vreesde,” zou Levi-Montalcini over dit cruciale moment schrijven in haar autobiografie Lof der onvolkomenheid. Maar Adamo zwichtte en besloot Rita te steunen. Misschien kende hij haar karakter als geen ander en herkende hij in haar de onverzettelijke intuïtie van moeder Adele Montalcini, een getalenteerd schilderes. Niet dat RLM in de voetsporen van haar elegante, aristocratische moeder wilde treden. Zij zou zich nooit laten domineren door een man, besloot Rita al vroeg. Zij hield haar woord en trouwde nooit.

Het moet een grote stap geweest zijn van het beschermde, victoriaanse gezinsleven van de Levi’s naar de universiteit, waar Rita regelmatig de enige vrouw in haar klas was. Maar met talent en hard werk waren seksistische obstakels te overwinnen. Onder de vleugels van haar lievelingsdocent, de histoloog Giuseppe Levi, studeerde zij in 1936 summa cum laude af. Levi-Montalcini genoot van haar academische omgeving, tijdens haar studie raakte zij bevriend met de latere Nobelprijswinnaars Salvador Luria en Renato Dulbecco. Giuseppe Levi, geen familie overigens, bood Rita een positie als onderzoeksassistente aan.

Rassenwetten

Zoals gezegd, het seksisme van de eerste helft van de twintigste eeuw was te overwinnen, maar dat gold niet voor Levi-Montalcini’s afkomst. In 1938 kondigde Mussolini zijn rassenwetten af en opeens was er geen plaats meer voor Joodse wetenschappers aan de Italiaanse universiteiten. Het kwam als een volslagen verrassing voor Rita: “Mijn katholieke vrienden aan de universiteit zagen geen verschil tussen mij en henzelf. Ik voelde geen enkel gevaar toen de vervolgingen begonnen, het viel allemaal buiten mijn ervaringen,” zou RLM later zeggen.

Rita toverde haar slaapkamer om in een laboratorium en zette haar onderzoek voort

Toen de werkelijkheid haar inhaalde, besloot zij ook die haar wil op te leggen. Levi-Montalcini toverde haar slaapkamer om in een laboratorium en zette haar onderzoek voort.

Toen Turijn door de geallieerden gebombardeerd werd, zette Rita een nieuw laboratorium op in het plattelandshuis waar de familie een veilig heenkomen had gezocht. Daar bestudeerde zij de groei van zenuwen in de embryo’s van kippen. Op de fiets struinde zij het platteland af op zoek naar eieren, geen gemakkelijke taak terwijl de oorlog steeds dichterbij kwam en voedsel schaarser werd. Zij haalde de boeren over eieren te geven ‘voor haar kinderen’, een aanvaardbaar leugentje in naam van de wetenschap. Toen de Duitsers in 1943 Italië bezetten, doken de Levi-Montalcini’s onder in Florence. Maar steeds slaagde Rita erin haar onderzoek voort te zetten en soms zelfs gepubliceerd te krijgen.

Al tijdens de oorlog ontdekte RLM als een van de eerste biologen het fenomeen van de celdood. Een voorbeeld hiervan: onze vingers ontwikkelen zich in de baarmoeder doordat cellen in onze handen de opdracht krijgen te sterven. Zoals de vingers van een standbeeld, als een beeldhouwer de steen ertussen uithakt. Bij bijvoorbeeld een eend gebeurt dit niet, waardoor deze zijn zwemvliezen behoudt.

Dit leerstuk past perfect bij Levi-Montalcini’s haast artistieke opvatting van wetenschap, waarbij zij zich meer door intuïtie dan door statistische gegevens liet leiden. Rita voelde haast instinctief aan wat de oplossing van een biologisch probleem was, conform Albert Einsteins idee dat ‘verbeelding belangrijker dan kennis’ is. Zij had een voorkeur voor ‘experimenten met een ja- of nee-antwoord’. Het was de artistieke kant van haar moeder die haar intuïtief de juiste richting op wees, waarna deze bevestigd werd door de mathematische precisie die zij van haar vader had geërfd. Na de bevrijding van Noord-Italië door de geallieerden bood RLM haar diensten als arts aan en vanaf 1944 stond zij oorlogsvluchtelingen bij.

Opvallende verschijning

Rita’s wetenschappelijke werk trok al voor de oorlog de aandacht van de Duits-Amerikaans-Joodse neurobioloog Viktor Hamburger. Eind 1946 haalde hij Rita naar St. Louis, Missouri, om daar een semester onderzoek te doen aan zijn Washington University. Hamburger wilde zien of RTM in een professioneel laboratorium haar experimenten met kippenembryo’s kon herhalen. De bioloog ontpopte zich als haar wetenschappelijke mecenas en na zes maanden regelde hij een vaste onderzoeksplaats aan ‘WashU’. RLM zou dertig jaar aan de instelling verbonden blijven. Antisemitisme was in de Amerikaanse wetenschappelijke wereld nauwelijks een probleem, maar als vrouw bleef zij een opvallende verschijning. Er is een foto van een congres over genetische neurobiologie in 1950 in Chicago, waarop zij poseert met uitsluitend mannelijke collega’s. Hamburger trok de biochemicus Stanley Cohen aan om Levi-Montalcini bij te staan bij haar onderzoek, terwijl hijzelf zijn aandacht op andere terreinen richtte. Het zou hem een Nobelprijs kosten.

De doorbraak kwam toen RLM en Cohen min of meer toevallig slangengif gebruikten

Begin jaren vijftig ontdekten RLM en Cohen een eiwit dat zenuwcellen doet groeien. Zij doopten het met een opvallend gebrek aan verbeeldingskracht nerve growth factor of kortweg NGF. Die zenuwcelgroei werd versterkt door bepaalde tumoren, maar de echte doorbraak kwam toen Levi-Montalcini en Cohen min of meer toevallig slangengif gebruikten als stimulant voor de groei. De consequenties van hun ontdekking bleken enorm. NGF kon gebruikt worden bij het bestuderen van groei van zenuwcellen, zoals bij verschillende vormen van kanker, of juist het tegenovergestelde, bij degeneratie van de cellen, zoals bij alzheimer.

Een zenuwcel uit het onderzoek van RLM. De gegroeide ‘halo’ om de cel is het gevolg
van de stimulatie van NGF met slangengif

Rita’s reputatie was gevestigd. In 1958 werd zij benoemd tot hoogleraar in St. Louis en enkele jaren later opende zij een laboratorium in Rome. Het was een triomfantelijke terugkeer naar haar geboorteland. Voortaan verdeelde zij haar tijd tussen de VS en Italië. Al snel begon Levi-Montalcini zich te ergeren aan de Italiaanse bureaucratie, waar onderzoeksplaatsen volgens strikt formele criteria verdeeld werden. RLM weigerde het spel van het old boys network mee te spelen en zoals zo vaak viel zij bij het aanstellen van medewerkers terug op haar wetenschappelijke intuïtie. Waarbij zij het liefst weigerde zelfs maar een blik te werpen op het cv of de publicatielijst van haar kandidaten. Al snel begon het in het academische mannenwereldje op te vallen hoeveel vrouwelijke onderzoekers werkten bij het door Levi-Montalcini geleide Instituut voor Celbiologie in Rome.

____________________

Een indrukwekkend kwartet

Rita Levi-Montalcini was in 1985 de vierde Italiaanse Jood die de Nobelprijs toegekend kreeg. Dat is een opvallend hoog aandeel in het totaal van 21 Italiaanse prijswinnaars en nog indrukwekkender wanneer alleen de wetenschappelijke prijzen bekeken worden: vier uit veertien. En dat voor een gemeenschap die minder dan 0,1 procent van de bevolking uitmaakt.

Naast Levi Montalcini zijn de Nobelprijswinnaars:

Emilio Segrè (1905-1989) – De in Rome geboren natuurkundige behoorde tot de groep jonge wetenschappers rond Enrico Fermi. In 1937 ontdekte Segrè het element technetium. Een jaar later verliet hij Italië vanwege Mussolini’s rassenwetten en werkte hij in Berkeley, Californië, waar hij in 1940 nog een element, astaat, ontdekte. In 1943 voegde hij zich in Los Alamos bij Fermi en het Manhattanproject en leverde zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de atoombom. Na de oorlog keerde Segrè terug naar Berkeley, waar hij tot 1972 als hoogleraar werkte. Samen met Owen Chamberlain ontdekte hij het antiproton, het subatomische tegendeeltje van het proton. Hiervoor ontvingen de twee in 1959 de Nobelprijs.

Net als Levi-Montalcini werd Salvador Luria (1912-1991) geboren in Turijn. De twee leerden elkaar zelfs kennen op de universiteit. Luria trok in 1938 naar Parijs van waaruit hij na de Duitse inval op de fiets naar Marseille en door naar de VS vluchtte. Daar deed de microbioloog aan verschillende universiteiten onderzoek naar de replicatie en genetische structuur van virussen. In 1969 ontving hij hiervoor samen met Max Delbrück en Alfred Hershey de Nobelprijs voor Geneeskunde. Vanaf 1959 was hij hoogleraar aan het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (MIT). De econoom Franco Modigliani (1918-2003) was net als Emilio Segrè afkomstig uit de Italiaanse hoofdstad, waar hij studeerde aan de Sapienza-universiteit. Hij flirtte in de jaren dertig met Mussolini’s fascisme, maar haakte af na de rassenwetten van 1938. Net als Luria trok hij via Frankrijk naar de VS, waar hij aan verschillende universiteiten doceerde tot hij in 1962 hoogleraar aan het MIT werd. In 1985 ontving hij de Nobelprijs voor zijn ‘baanbrekende analyses van sparen en van de financiële markten’.

____________________

Nobelprijs

Italië zou Italië niet zijn als RLM vrij zou blijven van schandalen. In de jaren zeventig werkte zij samen met het farmaceutische bedrijf Fidia, dat haar onderzoek naar ganglions (zenuwknopen) financierde. In 1975 bracht Fidia het medicijn Cronassial op de markt, dat mede op basis van Levi-Montalcini’s onderzoek ontwikkeld was. Hoewel het van kalfshersenen gemaakte Cronassial werkte tegen aandoeningen van het zenuwstelsel en door sommigen zelfs als wondermedicijn werd beschouwd, bleek jaren later dat verschillende patiënten ten prooi vielen aan een ernstige neurologische aandoening, het syndroom van Guillain-Barré. Duitsland haalde het middel al in 1983 van de markt, Italië volgde pas tien jaar later. Levi-Montalcini had Cronassial vanuit wetenschappelijk oogpunt enthousiast gepromoot, de notoir corrupte Italiaanse premier Giulio Andreotti deed datzelfde vanuit de politiek. Uit een onderzoek in 1993 bleek dat Fidia het ministerie van Gezondheid had betaald om Cronassial sneller dan gebruikelijk op de markt te kunnen brengen. Weinig verwonderlijk dus dat er ook aan de reputatie van RLM een smetje bleef kleven.

Die reputatie was op dat moment tot ongekende hoogten gestegen. In 1986 ontving Levi-Montalcini samen met Stanley Cohen – maar zonder Viktor Hamburger – de Nobelprijs voor Geneeskunde.

Levi-Montalcini met de Zweedse prins Bertil bij een banket ter gelegenheid van haar Nobelprijsuitreiking in Stockholm, 1986 FOTO: Alamy

Het is traditie dat het comité de beslissing toelicht met één bondige zin. In dit geval luidde die: ‘voor hun ontdekking van groeifactoren’. Het later in Italië verspreide gerucht dat Fidia de prijs voor Rita ‘gekocht’ had, bleek onwaar. Het onderzoek naar NGF’s had zich vooral in de jaren vijftig en zestig afgespeeld, lang voordat RLM met Fidia ging samenwerken. Bovendien ontkende niemand in de medisch-wetenschappelijke wereld het belang van Levi-Montalcini’s en Cohens onderzoek.

Rita zat Agatha Christie te lezen toen het telefoontje uit Stockholm kwam

Rita zat Agatha Christies Evil under the sun te lezen toen het telefoontje uit Stockholm kwam. Later zou ze zeggen dat dit haar uiteraard zeer had verheugd, maar dat ze toch zo snel mogelijk haar boek weer indook om achter de identiteit van de moordenaar te komen. “Het eerbetoon in Stockholm bracht mij veel plezier, maar dat is niets vergeleken met het moment van de ontdekking zelf, toen ik besefte dat ik een heel nieuw scenario was begonnen,” zei RLM over haar toekenning van de belangrijkste prijs in de wetenschap. En zij dankte Mussolini: “Als ik nooit was vervolgd om mijn afkomst had ik die prijs nooit gewonnen.” Het geld dat ermee gepaard ging, gaf Rita aan een van de vele goede doelen waarvoor zij zich inzette.

____________________

Celdood met voorbedachten rade

Rita Levi-Montalcini is samen met haar tweelingzus Paola te zien in de fascinerende documentaire Death by design uit 1995. De film gaat over het biologische fenomeen celdood, een proces dat van levensbelang is in de evolutie en de ontwikkeling van elk levend organisme, de mens incluis. Levi-Montalcini was een pionier in dit leerstuk. In de documentaire toont zij niet alleen haar wetenschappelijke maar vooral ook haar filosofische kant, wanneer zij spreekt over het belang van intuïtie bij wetenschappelijk onderzoek en over de veranderende manier waarop naar leven en dood wordt gekeken. De documentaire is gratis te bekijken op YouTube. Death by design is een begrijpelijke introductie in de celbiologie, al moet u even geduld hebben voordat Levi-Montalcini aan het einde van de ruim een uur durende documentaire aan het woord komt.

____________________

Vrijdenker

Filantropie was naast wetenschap Levi-Montalcini’s tweede grote passie. Zij was onder andere voorzitster van de Italiaanse Vereniging voor multiple sclerose en zette – geïnspireerd door Albert Schweitzer – een stichting op die duizenden Afrikaanse meisjes aan een studiebeurs hielp om hun interesse in wetenschappelijk onderzoek te ontwikkelen. Daarnaast was RLM de eerste vrouw die lid werd van de Pontificia Academia Scientiarum, de pauselijke Academie voor de Wetenschappen. Dit hoewel zij weinig met religie op had, ook niet met de Joodse: “Ik was altijd erg trots op Spinoza, voor mij was hij de grote Joodse denker. Maar ik heb nooit trots over mijn afkomst gevoeld, geen gevoel dat wij beter waren dan anderen. Ik voelde mij Joods, maar ook zeer Italiaans. Als mensen mij vroegen naar mijn geloof, zei ik dat ik een vrijdenker was, al wist niemand dan wat ik precies bedoelde – ikzelf ook niet.”

Over Levi-Montalcini’s politieke opvattingen bestonden in ieder geval geen misverstanden. In 2001 benoemde president Carlo Arzeglio Ciampi haar tot senator voor het leven. Een grote, maar doorgaans vooral ceremoniële eer. Niet voor RLM, die het senatorschap uiterst serieus nam en in het Italiaanse Hogerhuis vurig pleitte voor de progressieve regering van premier Romani Prodi. Het kwam haar op de antipathie van het rechtse kamp te staan. Francesco Storace, voormalig neofascist en aanhanger van Silvio Berlusconi, bood aan een paar krukken bij de senaat te laten bezorgen, in een weinig geslaagde poging haar gevorderde leeftijd te bespotten. Een stuk verder ging Beppe Grillo, de oprichter van de populistische Vijfsterrenbeweging, die de elegante en altijd onberispelijk geklede Levi-Montalcini ‘vecchia putana’ (‘oude hoer’) noemde. Het kwam hem op een boete van vierduizend euro te staan. Er waren ook loftuitingen, zoals van auteur Primo Levi, die andere in Turijn geboren grote Italiaanse Jood. Hij omschreef Rita als: “Een piepkleine dame met een ontembare wil en het aangezicht van een prinses.”

In 2002, op 93-jarige leeftijd, richtte Levi-Montalcini het European Brain Research Institute (EBRI) op. En omdat zij zich te jong voelde om met pensioen te gaan, werd zij meteen ook maar de eerste directeur van het instituut. RLM wist niet van ophouden, op haar honderdste verjaardag was zij nog steeds in het lab te vinden. “Dankzij ervaring werken mijn hersenen nu beter dan toenik twintig was,” zei Rita desgevraagd. Ook in haar laatste jaren omringde zij zich met wetenschappers en studenten. Koppig als in haar jonge jaren, toen zij haar vader ervan overtuigde dat haar plaats aan de universiteit was, weigerde zij zich tot religie te wenden: “Ik ben jaloers op hen die in God geloven, maar ik kan het niet. Iets van ons leeft door na onze dood. Nee, niet de ziel. Het is onze boodschap die ons overleeft. Onze daden, onze gedachten, de manier waarop wij herinnerd worden.”

____________________

Een verstoorde relatie

Het was de in Duitsland geboren bioloog Viktor Hamburger (1900-2001) die Rita Levi-Montalcini direct na de Tweede Wereldoorlog naar de Verenigde Staten haalde. De Joodse embryoloog bood Levi-Montalcini in september 1946 een semester lang een onderzoeksplek aan bij de Washington University in St. Louis, waar hij hoogleraar was. Nadat zij de experimenten in zijn laboratorium had herhaald die zij tijdens de oorlog had verricht, regelde Hamburger een vaste aanstelling voor Levi-Montalcini. Haar samenwerking met Hamburger en de opname van biochemist Stanley Cohen in hun team leidde tot de ontdekking van NGF’s, hoewel Hamburger al vrij vroeg de dagelijkse gang van zaken overliet aan zijn twee teamleden.

Zijn teleurstelling was groot toen de Nobelprijsacademie in 1985 wel Levi-Montalcini en Cohen de prijs voor geneeskunde toekende, maar hem niet. In de jaren direct daarna stak Hamburger zijn ongenoegen niet onder stoelen of banken, vooral nadat Levi-Montalcini in 1988 in een interview met tijdschrift Omni zijn rol in haar ontdekking marginaliseerde. Los van de professionele klap in het gezicht, was Hamburger vooral verbitterd over het gebrek aan dankbaarheid van zijn voormalige goede vriendin Levi-Montalcini, vooral gezien alles wat hij voor haar had gedaan in het begin van haar loopbaan.

Afgezien van de Cronassial-affaire was dit de enige smet op Levi-Montalcini’s lange en succesvolle academische carrière. Hamburger deed zijn eigen onderzoek en haalde belangrijke resultaten met andere groeifactoren op het gebied van de proliferatie, differentiatie en het overleven van cellen, maar de Nobelprijs zou hij er niet mee winnen.

____________________

Nooit eenzaam

Hoewel klein en mager, leek Rita Levi-Montalcini onverwoestbaar, bijna onsterfelijk. Haar recept was simpel: elke dag om elf uur ’s avonds naar bed, om vijf uur weer op en slechts één maaltijd per dag. En geen mannen. Rita leefde in haar Romeinse appartement samen met haar tweelingzus Paola, totdat deze kunstenares in 2000 overleed. Een klap, uiteraard, maar RLM liet zich niet uit het veld slaan: “Ik heb mij nooit eenzaam gevoeld,” zei ze in 2006. En: “Het leven heeft mij niet slecht behandeld. Ik ben een vrouw zonder spijt – en ik geloof zonder al te ernstige zonden op mijn geweten.”

‘Niet slecht behandeld’ is een understatement voor een onderzoekster die op de leeftijd van 102 nog als eerste auteur van artikelen in wetenschappelijke tijdschriften werd genoemd. Maar uiteindelijk bleek Rita Levi-Montalcini toch net zo sterfelijk als de cellen die zij haar hele leven had bestudeerd. Zij stierf op 30 december 2012.

RLM bleef tot na haar honderdste levensjaar doorwerken
FOTO: EBRI

De burgemeester van Rome noemde haar dood ‘een verlies voor de gehele mensheid’. RLM werd opgebaard in het Palazzo Madama in Rome, waar de senaat gehuisvest is. Duizenden van haar landgenoten bewezen haar de laatste eer. “Zij had altijd een gevoel voor wat er biologisch aan de hand was,” zei co-Nobelprijswinnaar Stanley Cohen na haar overlijden. Weer die intuïtie, dat instinct waar zij als onderzoekster zoveel waarde aan hechtte, terwijl zij zich in haar privéleven juist door de ratio liet leiden.

‘Het is niet belangrijk wanneer ik overlijd’

“Ik ben niet bang voor de dood,” zei Rita Levi-Montalcini kort na haar honderdste verjaardag, “het is niet belangrijk wanneer ik sterf. Het belangrijke is kalm geleefd te hebben met gebruik van de rationele linkerhelft van de hersenen, en niet met de rechterkant, de instinctieve kant die leidt tot ellende en tragiek.”

Tal van artikelen waren behulpzaam bij het onderzoek voor dit artikel. Dit geldt in het bijzonder voor Moses V. Chao, ‘A conversation with Rita Levi-Montalcini’, in: Annual review of physiology 2010. Verschillende citaten komen uit Richard Owen, ‘Secret of longevity: No food, no husband, no regrets’, in: The Times, 30 april 2009. Voor een begrip van Levi-Montalcini’s neurobiologische werk was van grote waarde: Luigi Aloe, ‘The discovery of nerve growth factor and modern neurobiology’, in: Trends in cell biology 14, nr. 7 (juli 2004). Hetzelfde, maar dan voor haar jeugd en afkomst, geldt voor ‘Rita Levi-Montalcini, la signora della scienzia’ in: Storica – National Geographic, 16 september 2020.

Deze serie is mede mogelijk gemaakt door Maror

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer Gerelateerde Berichten

Wetenschappers

Deel 1: ‘Redder der mensheid’