Astronoom Carl Sagan maakte met zijn televisieserie Cosmos de sterrenkunde populair onder het grote publiek. Was hij een groot wetenschapper of een op beroemdheid beluste pr-man met een te groot ego?
Weinig bezoekers aan New York zullen een uitstapje wagen naar Ithaca, hemelsbreed zo’n 300 kilometer ten noordwesten van de Big Apple. Dat is jammer, want het stadje, genoemd naar het eiland van Odysseus, ligt prachtig tussen bossen, kloven en meren in wat de New Yorkers upstate noemen. Bovendien kan de bezoeker er een bijzondere wandeling maken. De planet walk is ruim een kilometer lang en onderweg komt de wandelaar elf obelisken tegen die de zon, de planeten en de asteroïdengordel van ons zonnestelsel symboliseren (Pluto werd bij de aanleg van de route nog als planeet beschouwd). Waarom ligt deze opvallende wetenschapswandeling verborgen in het centrum van een diep in de staat New York verborgen stadje? Ithaca herbergt Cornell University, een van de beste instituten voor academisch onderwijs en onderzoek in de VS en dertig jaar lang woon- en werkplaats van de beroemdste wetenschapper van de tweede helft van de twintigste eeuw: astronoom, planetoloog, astrofysicus, kosmoloog en astrobioloog Carl Sagan.
Cornell is een goede plaats om te beginnen bij het beantwoorden van de vraag die vaak gesteld wordt. Was Sagan een groot wetenschapper of kan hij slechts beschouwd worden als de man die de interesse van het grote publiek in wetenschap in het algemeen en astronomie in het bijzonder op handige wijze nieuw leven inblies – en daarbij persoonlijk garen spon? In 1968 werkte Sagan als docent en onderzoeker aan de Harvard-universiteit, de top van de Amerikaanse academische wereld. De vraag werd gesteld of de nog geen dertig jaar oude wetenschapper tenure verdiende. Dat is een vaste aanstelling voor universitaire medewerkers die in principe voor het leven is. Wie tenure heeft, kan eigenlijk nooit meer ontslagen worden.
Er leken weinig redenen te bestaan Sagan deze vurig gewenste status te onthouden. In de voorafgaande jaren had hij zich ontpopt tot vooraanstaand onderzoeker van planeten. Onder invloed van de Nederlander Gerard Kuiper – naar wie de asteroïdengordel aan het einde van ons zonnestelsel is genoemd – had hij zich toegelegd op de naaste buren van de aarde. Sagan had aangetoond dat Venus veel heter was dan werd aangenomen, als gevolg van een broeikaseffect. Ook had hij een nieuwe verklaring gevonden voor de wisselende kleuren op het oppervlak van Mars: die hadden niets te maken met vegetatie – een toen nog gangbare theorie – maar werden veroorzaakt door enorme stormen, die verschillende soorten stof aan de oppervlakte van de planeet brachten. Sagans theorieën werden bevestigd door latere onbemande missies naar Venus en Mars.
Doorzettingsvermogen
Genoeg reden voor de universiteit om de astronoom langdurig vast te leggen als hoogleraar, zou je zeggen, maar daar dachten zijn collega’s anders over. Harold Urey leidde de campagne tegen Sagan en schreef een brief aan het universiteitsbestuur waarin hij in felle bewoordingen tegen de astronoom van leer trok. Ureys bezwaar was dat hij Sagans opvatting van wetenschappelijk onderzoek te algemeen vond, dat zijn collega niet bereid was het saaie theoretische werk te doen en zich vast te leggen op een smal gedefinieerd onderzoeksveld. Sagan was meer van de brede, disciplines overlappende ideeën, terwijl Harvard een traditie had van specialisten. Omdat Urey in 1934 de Nobelprijs voor de Scheikunde had gewonnen, woog zijn oordeel zwaar bij het universiteitsbestuur. En Sagan had meer vijanden: veel collega’s ergerden zich aan zijn al in de jaren zestig frequente mediaoptredens. Hoe dan ook, Harvard besloot Sagan geen tenure te verlenen.
Er bestaat geen twijfel over dat Sagans kracht meer lag in de grote ideeën en coördinatie tussen disciplines dan in het minutieuze onderzoek. Kuiper zei over zijn promovendus: “Sommige personen werken het best wanneer zij zich specialiseren in een belangrijk programma in het laboratorium; anderen zijn het best als schakel tussen wetenschappen. Doctor Sagan behoort tot die tweede groep.” Ook biograaf William Poundstone wijst op Sagans sterke kant: “Een bijna fenomenaal vermogen naar ongepolijste data te kijken en verbanden te zien die verder niemand zag.” En op de keerzijde: “Gebrek aan doorzettingsvermogen, (…) geen geduld voor praktisch experimenteel werk of de wiskunde van hoog niveau die de basis is van het meest theoretische werk.” Hij concludeerde: “Nadat (Sagan) een interessante vraag had gesteld, was zijn impuls verder te trekken (naar een ander onderwerp) en andere interessante vragen te stellen.”
____________________
Een leven in jaren
1934 – Carl Edward Sagan wordt op 9 november geboren in een Joods gezin in Brooklyn. Zijn vader is een uit tsaristisch Rusland afkomstige confectiearbeider, zijn moeder een huisvrouw uit New York.
1951 – Op 16-jarige leeftijd begint Carl zijn studie aan de Universiteit van Chicago, waar hij in 1956 afstudeert in de natuurkunde en vier jaar later zijn doctorstitel behaalt.
1957 – Huwelijk met biologe Lynn Margulis. Het echtpaar krijgt twee kinderen, Jeremy en Dorion.
1960-1968 – Onderzoek en docentschappen aan de topuniversiteiten Berkeley, Stanford en Harvard.
1968 – Als Harvard weigert hem hoogleraar te maken, schakelt Sagan over naar Cornell University in Ithaca, New York, waar hij in 1970 tot hoogleraar wordt benoemd. Hij zal Cornell dertig jaar trouw blijven. Ook in dit jaar trouwt hij voor de tweede keer, ditmaal met kunstenares Linda Salzmann; zoon Nick wordt in 1970 geboren.
1972 – Sagan ontwerpt voor NASA de gouden plaquette met informatie voor buitenaards leven van de ruimtemissies Pioneer 10 en 11. In 1977 doet hij hetzelfde voor de Voyagermissies.
1978 – Voor zijn boek The Dragons of Eden: Speculation on the evolution of human intelligence ontvangt hij de Pulitzerprijs.
1980 – De tv-serie Cosmos wordt op de Amerikaanse publieke omroep getoond en breekt daar alle kijkcijferrecords. In hetzelfde jaar richt Sagan de Planetary Society op, een onderzoekscentrum voor de zoektocht naar buitenaards leven.
1981 – Derde huwelijk, ditmaal met schrijfster en documentairemaakster Ann Druyan. Het echtpaar krijgt twee kinderen: dochter Sacha en zoon Samuel.
1991 – Tijdens de Golfoorlog overschat Sagan de gevolgen van het in brand steken van de oliebronnen in Koeweit door Sadam Hoessein, wat afbreuk doet aan zijn wetenschappelijke reputatie.
1994 – Zijn nieuwe boek Pale blue dot: a vision of the human future in space, kan als een vervolg op Cosmos beschouwd worden.
1996 – Na een twee jaar lange strijd tegen myelodysplasie sterft Carl Sagan op 22 december aan een longontsteking.
____________________
Wetenschap was cool
Geen probleem, moet Thomas Gold gedacht hebben, de van oorsprong Oostenrijks-Joodse astrofysicus van Cornell University: kom maar bij ons dan. Aan de topuniversiteit in upstate New York was wel ruimte voor een ideeënman, voor een generalist als Sagan. En dat hij veel media-aandacht kreeg, werd er niet als een bezwaar, maar juist als een voordeel beschouwd. In 1970 kreeg Sagan er het hoogleraarschap aangeboden. Cornell faciliteerde de vele mediaoptredens van Sagan, vooral toen deze na een succesvol optreden bij Johnny Carsons Tonight Show in 1973 in een stroomversnelling kwamen.

Het zou de universiteit geen windeieren leggen. Bij zijn tweede optreden bij Carson kreeg Sagan de kans een monoloog te houden zoals alleen hij dat kon. Op een gedragen toon en met zijn unieke timbre vertelde de wetenschapper over het begin van ons universum: “Vijftien miljard jaar geleden was het heelal vormeloos. Er waren geen sterrenstelsels, geen sterren, geen planeten. Er was geen leven. Overal was duisternis …” Een televisierecensent schreef dat tegen de tijd dat Sagan zijn monoloog had beëindigd, honderdduizend jonge luisteraars ter plekke besloten moesten hebben astronoom te worden. Wetenschap was cool en met Sagan was een ster geboren.
Cosmos werd door 500 miljoen mensen bekeken
Toen Sagan eind jaren zeventig aan Cosmos werkte, werd hij door Cornell vrijgesteld van onderwijstaken om zich volledig op de dertiendelige televisieserie te richten.
Het zou met meer dan 500 miljoen kijkers in tientallen landen de meest bekeken documentairereeks uit de geschiedenis van de Amerikaanse publieke omroep worden. De serie maakte Sagan de beroemdste wetenschapper in zijn dagen en het bijbehorende boek maakte hem tot multimiljonair. Voor zijn roman Contact – verfilmd met Jodie Foster en Matthew McConaughey in de hoofdrollen – ontving hij in 1985 een voorschot van twee miljoen dollar nog voor hij een woord op papier had gezet.
Collega’s ergerden zich aan zijn frequente mediaoptredens
Het hoeft geen betoog dat dit niet bij alle collega’s in goede aarde viel, maar naast platte jaloezie was er terechte kritiek op de ‘mentor van de massa’s’, zoals een bewonderende recensent Sagan omschreef. De verteller van Cosmos was wel erg vaak en soms nodeloos lang en profil in beeld. Beschuldigingen van arrogantie en zelfs narcisme waren niet van de lucht.
Snobisme
Dus hielp het niet dat Sagan rondreed in een oranje Porsche met een persoonlijk kenteken waarop ‘Phobos’ te lezen was – niet alleen een van de manen van planeet Mars, maar ook een zoon van de gelijknamige oorlogsgod. Dat narcisme zou ook tot uiting gekomen zijn in Sagans privéleven: drie huwelijken, maar nauwelijks tijd voor zijn echtgenoten en vijf kinderen. Volgens zijn eerste vrouw Lynn Margulis had haar ex nooit één luier verschoond. Natuurlijk kwam die kritiek niet alleen voort uit afgunst, maar ook uit snobisme.
Heel wat wetenschappers vonden het niet nodig dat de gewone man zich interesseerde voor hun vak, laat staan dat hij dat moest begrijpen. Niet voor elke hooggeleerde was Sagans stelling dat ‘er niets is over wetenschap dat niet aan de leek uitgelegd kan worden’ een aanbeveling – voor sommigen was het ronduit een schrikbeeld.
De wrevel over Sagans sterrenstatus kwam tot een nieuwe uitbarsting in een zaak die een kopie lijkt van zijn vertrek uit Harvard. Toen de National Academy for the Sciences hem in 1990 voordroeg voor haar prestigieuze lidmaatschap, stemde nauwelijks de helft van de leden voor, terwijl twee derde nodig was. In datzelfde jaar maakte Sagan zijn misschien wel grootste wetenschappelijke blunder door te voorspellen dat als de Iraakse dictator Saddam Hoessein de olievelden van Koeweit in brand zou steken, dat zou leiden tot desastreuze klimaatverandering. Niets bleek minder waar, wat ook Sagans eerdere waarschuwingen voor een catastrofale ‘nucleaire winter’ na een kernoorlog ondermijnde.
Buitenaards leven
Waarschijnlijk had Sagan in de affaire-Koeweit zijn wetenschappelijke voorspellingen laten beïnvloeden door politieke voorkeur. De astronoom was er niet wars van zijn sterrenstatus aan te wenden voor ideologische doelen, wat hem met name in conflict bracht met Edward Teller.
Edward Teller bestempelde Sagan als ‘propagandist’
De Joodse uitvinder van de waterstofbom keek aanvankelijk welwillend aan tegen zijn jongere collega, maar nam aanstoot aan Sagans pacifisme. Teller zou Sagan als ‘propagandist’ bestempelen. En erger: “Sagan was een nobody. Hij heeft nooit iets van belang gedaan,” zei de conservatieve Teller in een interview. Toch was Sagans progressieve activisme volgens zoon Dorion meer een theoretisch ‘champagne-socialisme vanuit een suite in het Ritz-Carlton’ – in zijn gezinsleven zou Carl allesbehalve liberaal en feministisch geweest zijn.
De jaren negentig waren een moeilijke tijd voor Sagan. Zijn door Cosmos opgedane beroemdheid begon te vervagen, zijn beeltenis was minder vaak te bewonderen op de covers van Time en Newsweek en zijn boeken haalden aanzienlijk lagere oplagen dan in het decennium ervoor. Ook zijn wetenschappelijke werk werd bekritiseerd. Het veld van de exo- of astrobiologie – de theoretische bestudering van buitenaards leven – werd door veel collega’s afgedaan als pseudowetenschap. Dat kan ironisch genoemd worden, want juist Sagan was een fel bestrijder van parapsychologie, UFO-complotdenken en andere vormen van nepwetenschap. Ook nu werd hij van effectbejag beschuldigd. Hij zou gebruikmaken van de menselijke obsessie met buitenaards leven om zijn naamsbekendheid verder te vergroten. Nobelprijswinnaar Melvin Calvin verwoordde het met dodelijke botheid: “Sagan is een pr-man.”
____________________
Boodschappen aan het heelal
Carl Sagan is verantwoordelijk voor twee gouden platen. Niet omdat hij veel lp’s van zijn lezingen verkocht, maar omdat hij voor twee ruimtemissies, Pioneer en Voyager, een boodschap aan eventueel intelligent leven ontwierp. In beide gevallen werden deze boodschappen op gouden platen afgebeeld die aan de ruimtevaartuigen van deze deep space-missies werden bevestigd. In de hoop dat deze ergens buiten ons zonnestelsel door intelligente buitenaardse wezens opgepikt en begrepen zullen worden.
Op de in 1972 gelanceerde boodschap, die Sagan op verzoek van NASA ontwierp, is een soort kaart te vinden van en naar ons zonnestelsel en de locatie van de aarde. Ook is er een schematische afbeelding van een waterstofatoom, het vaakst voorkomende element in het heelal. Ten slotte is er een afbeelding van een man en een vrouw. De man heft zijn arm als groet en symbool van vreedzame bedoelingen. Althans gehoopt mag worden dat dit zo wordt opgevat. De man en de vrouw zijn naakt, wat in het preutse Amerika voor zoveel ophef zorgde dat de afbeelding van mensen bij de volgende missie werd verwijderd. De Pioneer-10 bevindt zich op ruwweg 20 miljard kilometer van de aarde, op weg naar het sterrenbeeld Stier. Althans, dat wordt gehoopt, het radiocontact met het ruimtevaartuig ging in 2003 verloren.

Ook Voyager draagt een door Sagan ontworpen, ditmaal ronde gouden plaat. Op een zijde zijn beelden en geluiden van de aarde – onder andere een groet van Sagans zoon Nick, de zang van een bultrugwalvis en muziek van Mozart, Bach, Beethoven en Chuck Berry – af te spelen, mits de buitenaardsen over de juiste technologie beschikken. Sagans team wilde ook Here comes the sun van The Beatles opnemen in de selectie, maar platenmaatschappij EMI wilde de rechten niet vrijgeven. De andere zijde bevat vergelijkbare informatie als de Pioneerplaat, aangevuld met informatie over wiskunde, natuurkunde, DNA en menselijke anatomie en voortplanting. De naakte man en vrouw zijn vervangen door menselijke silhouetten.
De twee Voyagers zijn buiten ons zonnestelsel de Pioneers voorbijgegaan en Voyager-1 is op meer dan 22,6 miljard kilometer van de aarde het verst van ons verwijderde, door mensen gemaakte voorwerp. Beide Voyagers staan nog in radiocontact met de aarde. Uiteindelijk zal Voyager-1 binnen 1,6 lichtjaren de ster Gliese 445 passeren, de eerste serieuze gelegenheid voor eventuele buitenaardse wezens Sagans gouden plaat te onderscheppen. Daarvoor moeten we nog even geduld hebben, 40 duizend jaar om precies te zijn.
____________________
Fenomenale productie
Maar is deze kritiek wel fair? Was Carl Sagan inderdaad meer bezig met het populariseren van wetenschap – en daarmee van zichzelf – dan met de beoefening ervan? Toegegeven, hij kwam nooit in aanmerking voor een Nobelprijs, maar die bestaat niet voor astronomie. Was dat wel zo, hadden zijn vroege ontdekkingen over Venus en Mars hem wel degelijk tot een serieuze kandidaat gemaakt. Wetenschapshistoricus Michael Shermer probeerde de discussie te voeren op basis van wetenschappelijke analyse, zoals het hoort dus. Hij vergeleek Sagans wetenschappelijke output met die van andere grote onderzoekers en kwam tot de conclusie dat de astronoom in niets voor hen onderdeed: “De cijfers spreken voor zich: zowel in kwaliteit als kwantiteit kan hij het opnemen tegen de reuzen van de wetenschap.”
Carl Sagan publiceerde niet minder dan 67 artikelen in de twee grootste wetenschappelijke tijdschriften: Science en Nature, een fenomenaal aantal. Ook nadat Cosmos hem een wereldster had gemaakt, in de periode van 1983 tot 1996, publiceerde hij het verbluffende gemiddelde van één wetenschappelijk artikel per maand. Shermer haalt ook de mythe van Sagans arrogantie onderuit: ondanks zijn grote naamsbekendheid deelde hij de erkenning voor zijn wetenschappelijke publicaties gemiddeld vaker met andere collega’s dan grote onderzoekers met een onomstreden reputatie. Die enorme productiviteit verklaart deels natuurlijk ook zijn afwezigheid als echtgenoot en vader. Veel van de kritiek op Sagan komt voort uit de nogal elitaire gedachte dat het onmogelijk was tegelijkertijd serieus onderzoek te doen en dat onderzoek aantrekkelijk te maken voor het grote publiek.
‘Hij had een haast messiaanse passie voor wetenschap’
Maar wie bepaalt dat die aanname op een kern van waarheid berust? Zoals Shermer schrijft: “Hij behandelde wetenschap bijna als een religie. Hij had er een haast messiaanse passie voor.”
____________________
Miljarden en Miljarden
Carl Sagans beleefde zijn grote doorbraak op de Amerikaanse televisie in de populaire talkshow van Johnny Carson. Daar gebruikte Sagan voor het eerst in het openbaar de uitspraak die voor altijd aan hem verbonden zou blijven: ‘Billions and billions’. Als parodie op de ernst waarmee Sagan deze zin altijd uitsprak, werd een sagan een bijnaam voor een groot getal: ten minste vier miljard, omdat dat letterlijk het kleinste getal is dat voldoet aan de definitie van ‘miljarden en miljarden’.
Een meer wetenschappelijke term is het Sagangetal. Dit is het aantal observeerbare sterren in ons heelal. Dit getal is weliswaar goed definieerbaar, maar de waarde ervan is onzeker en groeit met de tijd. In 1980 werd het Sagangetal geschat op 10 triljard (een triljard is een 1 met 21 nullen), in 2003 op 70 triljard en in 2010 op 300 triljard.
Dan is er nog de zogenaamde Saganparadox. Kort gezegd luidt deze dat de aarde niet regelmatig bezocht wordt door buitenaardse wezens – zoals veel complotdenkers beweren – omdat dat alleen zou gebeuren als onze planeet uniek in het heelal was. Was hij dat niet, zouden de buitenaardsen geen reden hebben zoveel aandacht aan ons te besteden. Maar als de aarde inderdaad uniek was, zouden er zo weinig andere planeten met buitenaards leven bestaan dat het gezien de afstanden in het heelal vrijwel onmogelijk zou zijn ons te bezoeken.
Deze paradox was een klap voor gelovigen in graancirkels, Area 51 en ontvoeringen door buitenaardse wezens, maar leidde wel tot een serieuzere, meer wetenschappelijke aanpak van de zoektocht naar buitenaards leven.
____________________
Nieuwsgierigheid
Eigenlijk spreekt Sagans curriculum vitae voor zich. Een bijna ongekende wetenschappelijke productie, een tomeloze inzet om wetenschap te populariseren voor ‘de gewone man’, van wie niet mag worden vergeten dat hij met zijn belastinggeld onderzoek in stand houdt, en praktisch werk aan een hele reeks NASA-ruimtemissies: Mariner, Viking, Voyager, Galileo … Sagans lessen zijn vandaag, 25 jaar na zijn dood, relevanter dan ooit. Zoals hij een jaar voor zijn overlijden schreef in The demon-haunted world: “Ik weet dat de consequenties van wetenschappelijk analfabetisme in onze tijd gevaarlijker zijn dan ooit (…) Of je het nu leuk vindt of niet, we zitten vast aan de wetenschap. We kunnen er maar beter het beste van maken.” Het had het motto van de afgelopen twee jaren kunnen zijn, want uiteindelijk is het de wetenschap die ons door de pandemie sleept.
Er is geen wetenschap zonder nieuwsgierigheid, besefte Sagan
Er is geen wetenschap zonder nieuwsgierigheid, besefte Carl Sagan. In een interview met Time in 1980 vertelde hij over zijn eerste wetenschappelijke ervaring. Als kind in Brooklyn vroeg hij zijn vriendjes wat sterren waren. Hun antwoord dat het lichtjes aan de hemel waren, was onbevredigend voor de kleine Carl. Dus ging hij naar de bibliotheek en vroeg om een boek over de sterren. De bibliothecaris gaf hem er eentje over acteurs en actrices in Hollywood. Pas toen hij door bleef vragen, kreeg hij het juiste boek. Hij las dat sterren enorme zonnen op duizelingwekkende afstand waren. Het maakte een onuitwisbare indruk. “Tot dat moment was de buurt waarin ik woonde mijn universum. Nu probeerde ik mij voor te stellen hoe ver weg ik de zon zou moeten duwen om zijn licht zo zwak te maken als dat van een ster. Ik kreeg voor het eerst een gevoel voor de onmetelijkheid van het heelal. Ik was verslaafd.”
Bij de voorbereiding en het schrijven van dit artikel waren naast Carl Sagans eigen werk – met name de televisieserie Cosmos (1980) en het daarbij verschenen boek – drie artikelen bijzonder behulpzaam: David Morrison, ‘Carl Sagan’s life and legacy as scientist, teacher and skeptic’, in: Skeptical Inquirer 31, nr. 1 (jan/feb 2007); Michael Shermer, ‘The measure of a life. Carl Sagan and the science of biography’, in: Skeptic 7 nr. 4 (1999); Frederic Golden, ‘Science: The cosmic explainer’, in: Time, 20 oktober 1980.
Deze serie is mede mogelijk gemaakt door Maror
