Deel 6: De Duitse Marie Curie

In deze serie bespreekt het NIW zeven beroemde en minder beroemde Joodse wetenschappers die een onuitwisbare indruk op hun vakgebied hebben achtergelaten. De reeks kwam mede tot stand dankzij Maror. Deze week deel 6: Lise Meitner, kerngeleerde in haar element.
Kunstwerk ter ere van Lise Meitner in de Universiteit van Wenen
Kunstwerk ter ere van Lise Meitner in de Universiteit van Wenen

Lise Meitner was op talloze gebieden een voorbeeld voor vrouwelijke wetenschappers. Zij ontdekte het principe waarop de atoombom gebaseerd is, maar werd genegeerd door het Nobelprijscomité.

‘Ik wil niets met een bom te maken hebben.’ Wat een ironie. Een van de wetenschappers die de grootste bijdrage leverde aan de ontwikkeling van de atoombom, was overtuigd tegenstander van de ontwikkeling, laat staan het gebruik ervan.

De ‘moeder van de atoombom’ bleef een verklaard tegenstandster van kernbewapening

De Joods-Oostenrijks-Zweedse natuurkundige Lise Meitner weigerde resoluut mee te werken aan het Manhattanproject, zelfs al werden in de concentratiekampen haar familieleden vermoord en had een kernwapen tegen nazi-Duitsland misschien honderdduizenden Joden het leven kunnen redden.

Dat laatste zullen we nooit weten. De twee atoombommen die Hiroshima en Nagasaki verwoestten en een einde maakten aan de Tweede Wereldoorlog waren gebaseerd op Meitners ontdekking: kernsplitsing. Toch zei de wetenschapster na hun gebruik het te betreuren dat de bommen uitgevonden waren. Voor sommigen is die vorm van pacifisme in tijden van oorlog tegen de kwaadaardigheid van nazi-Duitsland of het genocidale keizerrijk Japan onverteerbaar. Het is een discussie van alle tijden, die ook nu de kop opsteekt bij de vraag of er wapens geleverd moeten worden om Oekraïne te verdedigen tegen Poetins agressie.

Meitner zou tot haar dood een verklaard tegenstander blijven van nucleaire bewapening, opvallend voor de natuurkundige die ook wel de ‘moeder van de atoombom’ werd genoemd. Terwijl haar Duits- en Oostenrijks-Joodse collega’s in de woestijn van New Mexico en tientallen andere locaties in de VS aan de ontwikkeling van de Bom werkten, verrichtte Meitner haar onderzoek in ballingschap in Zweden. Daar stond de nucleaire natuurkunde in de kinderschoenen. Het was diezelfde uit nood geboren ballingschap, gekoppeld aan wetenschappelijk egoïsme en mogelijk een stevige dosis misogynie, die haar de Nobelprijs en een grotere rol in de geschiedenisboeken zou kosten.

Sprookjeswereld

Lise – geboren als Elise – was de dochter van Philipp Meitner, een van de eerste Joden in Oostenrijk die als advocaat mocht werken. Philipp was allesbehalve religieus en gaf zijn acht kinderen de kritische blik van de vrijdenker mee. Van jongs af interesseerde Lise zich voor wetenschap. Als achtjarige zette zij haar eerste stappen in de wiskunde en experimenteerde zij met lichtval en kleuren van olievlekken. Maar voor een in 1878 geboren meisje stonden de deuren van het academisch onderwijs nog maar op een klein kiertje, hoe vooruitstrevend haar geboortemilieu ook was. Dat begon met de middelbare school: pas in 1901, op 23-jarige leeftijd, kon zij examen doen. Het was het jaar dat de Universiteit van Wenen haar deuren opende voor de ambitieuze Meitner. Lise voelde zich er ‘als een kind in een sprookjeswereld’ zoals zij later zou schrijven.

Meitner was een van de eerste vrouwen die aan de Universiteit van Wenen natuurkunde studeerde en vanaf dat moment liet zij de voetsporen achter die andere vrouwen zouden betreden. Zij was de tweede vrouw die aan diezelfde universiteit als natuurkundige zou promoveren met haar proefschrift Warmtegeleiding in niet-homogene lichamen (1905). Een aanbod van een baan in een gaslichtfabriek sloeg zij af, haar ware liefde was de wetenschap. In de beginjaren van de twintigste eeuw betekende dat voor ambitieuze fysici een reis naar Duitsland, met name de hoofdstad Berlijn. Voor mannen althans, want Pruisen was aartsconservatief als het om de rol van vrouwen in de wetenschap ging. Meitner trok zich er weinig van aan en klopte aan bij de grote Max Planck, de latere Nobelprijswinnaar naar wie zo ongeveer elk wetenschappelijk instituut in Duitsland genoemd zou worden.

Max Planck zag iets in de verlegen, introverte jonge vrouw

In 1897 had Planck tegen de aanwezigheid van vrouwen in de wetenschap geageerd, die stond volgens hem slechts hun natuurlijke rol als moeder en huisvrouw in de weg. Maar toen Lise Meitner voor zijn bureau stond en hem vertelde dat zij ‘ein wirkliches Verständnis von der Physik’ wilde verkrijgen, zag hij iets in de verlegen, introverte jonge vrouw. Een formele positie als docent of onderzoeker zat er niet in; Planck maakte haar universiteitsassistent aan de Friedrich Wilhelm-nu de Humboldt-Universität. U vermoedt het al: de eerste vrouwelijke in Pruisen. Lise noemde dit haar academische paspoort. In 1909 ontmoette zij in Brussel Marie Curie, het idool van elke vrouw met wetenschappelijke pretenties.

Droog brood en zwarte koffie

Haar eigen ster begon snel te rijzen. Zij verrichtte onbetaald onderzoek naar radioactieve stoffen in het laboratorium van het instituut voor experimentele fysica. Dat deed zij samen met scheikundige en leeftijdsgenoot Otto Hahn. Vanaf het eerste moment dat de twee elkaar ontmoetten in het lab, zouden hun namen onlosmakelijk met elkaar verbonden blijven. Hoewel de samenwerking met Hahn vruchtbaar was, waren het geen gemakkelijke tijden voor Lise. Zij mocht het gebouw alleen via de eigen ingang van haar laboratorium betreden, in de rest was zij niet welkom, niet eens om naar het toilet te gaan. Voor dat laatste moest zij naar een restaurant verderop in de straat. Maar het werk maakte veel goed. Meitner en Hahn leverden een groot aantal academische artikelen van hoog niveau af.

Lise Meitner in 1906 Churchill Archives Centre, Cambridge

In deze serie over de grote wetenschappers komt in bijna elke aflevering wel de naam van het Kaiser Wilhelminstituut in Berlijn voor, het mekka voor natuur- en scheikundigen in het Europa van de eerste decennia van de vorige eeuw. In 1912 werden Hahn en Meitner gevraagd om voor de afdeling chemie van dit topinstituut hun onderzoek te verrichten. Hahn als betaald hoogleraar, Meitner aanvankelijk zonder salaris als ‘gast’. Leven deed zij van Plancks assistentenloon en van geld dat haar familie uit Wenen stuurde. Lise leefde van droog brood en zwarte koffie. Maar langzaam begonnen de zaken te veranderen.

Blijkbaar waren de bazen van het Kaiser Wilhelminstituut stiekem trots op hun ‘Duitse Marie Curie’, zoals Albert Einstein haar noemde. Zij stelden Meitner voor aan keizer Wilhelm II toen hij het naar hem genoemde onderzoeksinstituut bezocht. En toen de Universiteit van Praag haar een onderzoeksplek aanbood, kozen zelfs de conservatieve Pruisen eieren voor hun geld. Het Hahnlaboratorium werd het Hahn-Meitnerlaboratorium, al kreeg Lise een lager salaris dan haar collega – verschil moest er zijn. Het leek haar allemaal weinig te kunnen schelen. Zij deed het werk voor de Wunderbarkeit der wetenschap, niet voor het geld of de roem.

Allesbehalve Joods

De jaren twintig waren een heerlijke tijd voor Meitner. In 1920 vond eindelijk haar habilitatie plaats, een tweede promotie die nodig is voor de titel privaatdocent. Dat betekende dat zij als eerste vrouwelijke natuurkundige in Pruisen op gelijke voet stond met mannelijke collega’s (Hahn was als man dertien jaar gehabiliteerd). Zij leidde haar eigen instituut binnen Kaiser Wilhelm en ontwikkelde zich snel tot de autoriteit op het gebied van straling. Al in 1918 had zij een nieuw element ontdekt, of beter gezegd: de eerdere vondst van een element gecorrigeerd, wat haar het recht gaf dit een naam te geven: protactinium. Nu reisde Meitner Europa door om lezingen te geven aan gerenommeerde universiteiten en onderzoeksinstituten. Zoals in het Zweedse Stockholm, waar zij onder meer contact legde met de Nederlandse fysicus en latere hoogleraar Dirk Coster.

In 1926 werd Meitner als eerste vrouwelijke natuurkundige benoemd tot buitengewoon hoogleraar. Het moeten gelukkige jaren zijn geweest voor Lise, die voor zover bekend geen amoureuze relaties onderhield. Maar Meitner en al die andere succesvolle Duits-Joodse wetenschappers dansten op een vulkaan. 1933 was het rampjaar: de nazi’s namen de macht over en trokken Meitners lesbevoegdheid in. Toch bleef zij het Kaiser Wilhelm trouw. Zoals zoveel anderen moet ze gedacht hebben dat de nazistorm wel over zou waaien. Bovendien waren niet alle rassenwetten op haar, een Oostenrijkse, van toepassing. En had zij in de Eerste Wereldoorlog als op röntgentechnologie gespecialiseerde verpleegster niet haar liefde voor het vaderland afdoende bewezen?

Meitner in haar laboratorium van het Kaiser Wilhelm Institut in Berlijn, jaren dertig

Daar kwam bij dat Meitner zich allesbehalve Joods voelde, zeker niet sinds haar bekering tot het protestantse christendom in 1908. Maar in 1938 verviel na de Anschluss met Duitsland haar Oostenrijkse staatsburgerschap en de nazi’s bekommerden zich niet om haar religie. Lise begon te beseffen dat patriottisme noch protestantisme haar zou redden en begon haar vlucht voor te bereiden. De grote Deens-Joodse fysicus Niels Bohr nodigde haar uit naar Kopenhagen, maar Denemarken weigerde haar toe te laten omdat zij geen paspoort had: de perfecte catch-22. Bohr schakelde Dirk Coster in om een onderzoekplek in Nederland voor haar te vinden. Dat lukte en op 11 juli 1938 smokkelde Coster Lise persoonlijk bij Nieuweschans de grens over.

Anderhalf uur

De titel in haar papieren, Frau Professor, verbood het haar Duitsland te verlaten zonder speciale toestemming, maar waarschijnlijk dachten de grenswachten dat in Meitners geval de andere betekenis van die twee woorden – ‘de vrouw van de professor’ – van toepassing was en lieten haar gaan. De dag van haar vlucht zou Meitner later zo beschrijven: “Om geen argwaan te wekken, bleef ik op de laatste dag van mijn Duitse leven tot acht uur ’s avonds op het instituut en corrigeerde ik nog een ongepubliceerd artikel van een jonge medewerker. Daarna had ik nog precies anderhalf uur tijd om een paar noodzakelijke spullen in twee kleine koffers te pakken en om voor altijd Duitsland te verlaten – met tien mark op zak.” Anderhalf uur voor 31 jaar van haar leven.

Net in Nederland aangekomen, kreeg Meitner te horen dat zij in Stockholm welkom was. De keuze voor Zweden zou haar leven redden. Voor haar carrière was haar gedwongen ballingschap rampzalig. Otto Hahn zette zijn experimenten met uranium voort, maar zijn uitkomsten klopten niet. Althans, niet bij de toenmalige stand van de wetenschap. Wat overbleef na een bombardement van uraniumatomen met neutronen was te licht. Dus schreef Hahn aan Meitner: “Misschien kun jij met een of andere fantastische oplossing komen.” Dat deed ze.

Tijdens een wandeling met haar neef, de briljante natuurkundige Otto Frisch, besefte Lise wat de oplossing moest zijn. De kern van het uranium was bij het neutronenbombardement gespleten. Hahn publiceerde onmiddellijk de uitkomst in een historisch artikel: kernsplitsing was geboren. Alleen noemde hij Meitner, van wie het idee afkomstig was, niet als medeauteur. Opvallend genoeg nam zij dat haar collega niet kwalijk. Lise had er begrip voor dat hij in 1939 niet een Jodin als medeauteur kon opvoeren. Het was typisch voor Meitner, die altijd het beste in de mens bleef veronderstellen. Waarschijnlijk ten onrechte, want Hahn streek wel heel nadrukkelijk de eer voor zichzelf op.

‘Is dit fair?’

Die eer bleek enorm. Kernsplitsing leidde tot een revolutie in de natuurkunde, die zou leiden tot de ontwikkeling van kernenergie en … atoomwapens. Misschien was Lise Meitner achteraf daarom wel blij dat haar naam minder aan de vondst verbonden werd dan zij had verdiend. In 1944 was zij er echter allesbehalve gelukkig mee.

‘Laat mij dat maar doen, Haantje, van natuurkunde begrijp jij niets’

Het was het jaar dat het Nobelprijscomité besloot Otto Hahn de hoogste wetenschappelijke prijs voor de scheikunde toe te kennen. Alleen aan hem. Een bizarre beslissing: Meitner was duidelijk de theoretisch sterkere van het tweetal. Beroemd waren haar woorden aan Hahn uit de tijd dat zij samen in het lab werkten: “Laat mij dat maar doen, Haantje, van natuurkunde begrijp jij niets.”

Ongetwijfeld speelde ook de misogynie van het comité een rol. Meitner werd tot haar groeiende frustratie steeds vaker afgeschilderd als Hahns onderzoeksassistente. Zij had de bui al zien hangen en direct na de cruciale ontdekking haar bezorgdheid in een brief aan Otto Hahn gedeeld. Zij vreesde dat men geloofde “dat ik helemaal niet bijgedragen heb en dat jij alle natuurkunde in Dahlem (de Berlijnse wijk waarin het Kaiser Wilhelminstituut lag, red.) hebt gedaan.” En: “Is dit fair? Wat zou je zeggen als jij als mijn langjarige medewerker betiteld zou worden?”

‘Vanbinnen ben ik leeg als een holle noot’

De frustratie, de machteloosheid over de zich in Europa voltrekkende Shoa, de eenzaamheid in Stockholm en het wantrouwen van haar Zweedse collega’s tegen buitenlandse wetenschappers – en al helemaal tegen vrouwen – leidden tot wanhoop en depressie bij Meitner. Aan een vriendin schreef zij: “Ik zet een vriendelijk gezicht op, maar vanbinnen ben ik leeg als een holle noot.”

Toch zou Meitner Hahn – in ieder geval in de openbaarheid – nooit iets verwijten en verklaarde zij monter aan iedereen die het horen wilde dat hij zijn Nobelprijs volledig had verdiend. Zelfs nadat hij had nagelaten zelfs maar Meitners naam te noemen in zijn acceptatiespeech in 1945. Sterker nog, na de oorlog bleven de twee hechte vrienden, al nam Lise het Hahn wel kwalijk dat hij zich nooit openbaar tegen de vervolging van zijn Joodse collega’s had uitgesproken, laat staan verzet. Daarbij stak zij nadrukkelijk de hand in eigen boezem door toe te geven dat het ‘niet alleen dom, maar fout’ was geweest Duitsland niet al in 1933 te verlaten. Na de oorlog bezocht zij Hahn en zijn familie graag in datzelfde land, maar weigerde ondanks herhaalde uitnodigingen terug te keren naar de Duitse of Oostenrijkse academische wereld. Zij bleef in Zweden, waar zij bijdroeg aan het ontwerp van de eerste kerncentrale van dat land.

Meitnerium

Lise Meitner zou uiteindelijk 48 maal genomineerd worden voor de Nobelprijs: 19 keer voor scheikunde en 29 voor natuurkunde. Tevergeefs. Niet dat zij niet overladen werd met ander eerbetoon. Zij kreeg de Enrico Fermiprijs, een onderscheiding voor kerngeleerden die minder vaak wordt uitgereikt dan de Nobelprijs. Natuurlijk was zij de eerste vrouw die deze eer ten beurt viel. In Duitsland kreeg zij de Pour le Mérite, de hoogste burgerlijke en militaire onderscheiding, de Max Planckmedaille en – ietwat ironisch – de Otto Hahnprijs voor chemie. Een handvol universiteiten kende Meitner eredoctoraten toe en de Koninklijke Zweedse Academie voor de Wetenschappen benoemde haar – opnieuw niet zonder ironie – tot lid van het Nobelprijscomité. Er werden kraters op de maan en op Venus naar haar vernoemd, net als een planetoïde in de Asteroïdengordel.

Oostenrijkse postzegel met beeltenis van Lise Meitner uit 1978
Dreamstime

Maar de grootste eer – een die Hahn niet kreeg – was de vernoeming van een element in het periodiek systeem: meitnerium. Ook hierbij was Lise een wegbereidster, want afgezien van Marie Curie is zij de enige niet-mythologische vrouw naar wie een element is genoemd. En Marie Curie moest die eer – net als haar eerste Nobelprijs – ook nog eens met haar man Pierre delen. Bij de naamgeving van meitnerium in 1997 was Lise al bijna drie decennia dood. Zij stierf op 27 oktober 1968 in een verpleeghuis in Cambridge. In haar slaap. Wat zij niet wist, omdat haar verplegers het nieuws te zwaar vonden voor de broze vrouw, was dat Otto Hahn twee maanden eerder was overleden.

‘Lise Meitner, 1878-1968, een natuurkundige die nooit haar menselijkheid verloor’

Meitner ligt begraven op het kerkhof van het dorpje Bramley in het Engelse graafschap Hampshire. Haar broer Walter ligt vlakbij. Haar neef Otto Frisch koos de woorden die nu nog – zij het met wat moeite – op haar grafsteen te lezen zijn: ‘Lise Meitner, 1878-1968, een natuurkundige die nooit haar menselijkheid verloor’. Een treffender typering is nauwelijks denkbaar.

Onmisbaar bij het onderzoek voor dit artikel was de biografie Lise Meitner. A life in physics door Ruth Lewin Sime. Veel informatie, vooral over Meitners invloed op latere vrouwelijke wetenschappers, is te vinden in de Sonderausgabe Lise Meitner van de Berlijnse Humboldt-Universität uit november 2014.

Deze serie is mede mogelijk gemaakt door Maror

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer Gerelateerde Berichten

Wetenschappers

Deel 1: ‘Redder der mensheid’