Minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgöz-Zegerius (VVD) maakt een einde aan de jarenlange discussie over religieuze symbolen bij het politie-uniform. Die komen er definitief niet. Dat betekent geen hoofddoeken, geen zichtbaar gedragen kruisjes en ook geen keppels voor Joodse agenten.
Al jaren wordt er vooral vanuit islamitische en links-politieke kring gepleit voor het toestaan van het dragen van hoofddoeken door vrouwelijke politieagenten. Maar veel burgers en meer seculier ingestelde politici maken zich zorgen over het imago van de politie wanneer agenten religieuze symbolen dragen. Kunnen de agenten dan nog wel als neutraal beschouwd worden? Bovendien wordt bepleit dat een uniform juist is bedoeld om religieuze, levensbeschouwelijke of politieke verschillen te verbergen.
Yesilgöz-Zegerius geeft met haar beslissing gehoor aan een door Liliane Helder (PVV) ingediende en door de Tweede Kamer aangenomen motie met de strekking dat ‘de neutraliteit van het politie-uniform wordt gewaarborgd’. De ongeschreven regel dat agenten in uniform geen uitingen van geloofs- of levensovertuiging mogen dragen, wordt nu met zoveel worden opgenomen in de kledingvoorschriften. De minister hoopt dat de discussie hiermee afgedaan is.
Opperrabbijn Jacobs: ‘Ik begrijp de minister volledig’
De voormalige hoofdcommissaris van Amsterdam, Pieter-Jaap Albersberg, liet in 2017 weten dat hij geen probleem had met hoofddoeken bij de politie, in de hoop dat de mogelijkheid deze te dragen, zou leiden tot een ‘diverser’ korps. Oud-politieman en inmiddels burgemeester van Arnhem Ahmed Marcouch (PvdA) was uitgesproken vóór de hoofddoek als onderdeel van het uniform. Tenslotte had ook de landelijk coördinator racismebestrijding bij de politie, Johan van Renswoude, geen probleem met hoofddoek dragende agenten.
Opvallend genoeg leken Aalbersberg, Marcouch of Van Renswoude kruisjes of keppeltjes niet te interesseren, waardoor de discussie zich enkel toespitste op de hoofddoek en de islam. Daarentegen laat opperrabbijn Binyomin Jacobs weten vrede met het besluit van minister Yesilgöz-Zegerius te hebben: “Ik begrijp de minister volledig. Als helaas de ongewenste realiteit bestaat dat voor sommige burgers het dragen van een religieus teken de neutraliteit van de agent in twijfel zou trekken omdat, helaas, helaas er tussen de moslims enkelingen rondlopen met onacceptabele denkbeelden, dan begrijp ik haar keuze ter bescherming van de burger.”
Jacobs wijst er bovendien op dat het dragen van een keppel voor Joden geen religieus voorschrift is: “Een Joodse agent kan zijn of haar pet opzetten, de Joodse wet verlangt hoofdbedekking en niet specifiek een keppeltje.”