De voorspelbare reacties na de bloedige aanslag laten zien hoezeer het vredesproces, als je dat zo nog mag noemen, tussen Israëli’s en Arabieren is vastgelopen. Palestijnen vierden de moord op onschuldige Joodse burgers met vuurwerk en snoepgoed. Pro-Palestijnse journalisten in het westen probeerden wanhopig de schuld van het bloedbad in Israëlische schoenen te schuiven: was de aanslag geen reactie op de IDF-operatie in Jenin van een paar dagen eerder? Alsof Arabieren niet al minstens een eeuw Joden in Erets Jisraël proberen te vermoorden.
Ook aan de andere kant is het voorspelbaarheid troef. De rechtse Israëlische regering kondigde nieuwe repressieve sancties aan en werd voor één keer gesteund door de voltallige oppositie. Palestijnse terroristen bereiken vooral eenheid onder gezworen politieke vijanden. Hoewel? Extreemrechtse religieus-zionisten scholden politici van linkse en centralistische partijen uit toen deze de plek des onheils kwamen bezoeken, alsof de aanslag aan hen te wijten was. Aan de andere kant gingen zaterdagavond, een dag na het bloedbad in Jeruzalem, toch nog 60 duizend betogers in Tel Aviv de straat op om hun afkeer van de regering-Netanyahu te tonen.
Doodstraf
Die regering staat voor haar eerste crisis. Netanyahu wordt gezien als de man die Israël veilig houdt en heeft een groot deel van zijn verkiezingsoverwinning van 1 november vorig jaar aan dat imago te danken. De golf aanslagen eerder vorig jaar speelden hem in de kaart tijdens zijn campagne, maar wat doet Bibi als het bloedbad van afgelopen vrijdag slechts het begin is? De Knesset stemde met overweldigende meerderheid in met het voorstel het staatsburgerschap of de verblijfsvergunning in te trekken van veroordeelde terroristen die financiële steun ontvangen van de Palestijnse Autoriteit. Maar als dat niet helpt? Bestaat dan het risico dat de stem van Netanyahu’s extreemrechtse coalitiegenoten de overhand krijgt?

Minister van Nationale Veiligheid Itamar BenGvir heeft al een wetsvoorstel aangekondigd voor het invoeren van de doodstraf voor terroristen. Hij is zeker niet de eerste die dit in de afgelopen jaren doet, maar tot nu toe bleef het slechts bij rechtse retoriek. Ben-Gvir is uit een ander soort hout gesneden, zijn dreigement moet wel degelijk serieus worden genomen: “Wie burgers vermoordt, moet naar de elektrische stoel gestuurd worden.”
Uiteraard geldt dit in Ben-Gvirs ogen alleen voor Palestijnse terroristen, niet voor Joodse. De leider van Otzma Yehudit had zelf jaren een portret in zijn woonkamer hangen van Baruch Goldstein, terrorist en moordenaar van 29 moslims in de Grot van de Aartsvaders in Hebron. Het isolement van Israël is nauwelijks voor te stellen als Ben-Gvir zijn zin krijgt. Te hopen is dat kalmere, verstandige meningen de overhand krijgen.
Perverse cyclus
Aan de andere kant van het conflict wordt het tijd dat de Palestijnen serieus nadenken over de cultuur van dood en geweld waarin zij leven. Hiertoe riep de in Jericho wonende, Palestijnse mensenrechtenactivist Bassem Eid op in het Amerikaans-Joodse tijdschrift Forward. “Nog schokkender dan het bloedbad bij een synagoge in Oost-Jeruzalem is dat deze aanslag […] werd gevierd door Palestijnen en hun aanhangers.” Slechts de meest rabiate Jodenhaters verdedigen de beschamende taferelen van feestende menigten in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever.
De aanslag kon op bijna universele veroordeling rekenen, van Washington tot Moskou en van Den Haag tot de Saoedische hoofdstad Riaad. Maar in de straten van Ramallah, Jenin en Rafah werd de 21-jarige moordenaar Khairi Alqam vereerd als een held. “Er is iets ernstig misgegaan in de Palestijnse straatcultuur die geweld tegen onschuldigen vereert,” schrijft Bassam Eid. “Opeenvolgende generaties Palestijnse jongeren is geleerd Joden en Israëls bondgenoten te haten en aanslagen op burgers gelijk te stellen met aanvallen op militaire doelen.” Eid geeft daarbij ook westerse pers en politici een veeg uit de pan: “Een te groot deel van de westerse wereld heeft deze perverse cyclus vertroeteld. Genoeg is genoeg. Palestijnen en zij die ons oprecht steunen, moeten voor menselijkheid staan.”
Een ander voorbeeld van die straatcultuur van haat en geweld kwam slechts enkele uren na de aanslag bij de synagoge in Jeruzalem: in diezelfde stad opende een 13-jarige Palestijnse jongen het vuur op Joodse voorbijgangers. In een briefje aan zijn moeder schreef Muhammad Aliwat dat zij trots op hem zou zijn: “God of de overwinning of het martelaarschap.” Er mag van uit worden gegaan dat de jonge Muhammad is beïnvloed door zijn Palestijnse schoolboeken, waarin geweld wordt verheerlijkt en leerlingen worden aangespoord zichzelf op te offeren.
Een laatste voorbeeld. Afgelopen zondag werd de Palestijnse Arafat Irfaiya veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf plus twintig jaar wegens de moord op en verkrachting van de 19-jarige Ori Ansbacher in 2019. Ook Irfaiya droomde van het martelaarschap, vertelde hij na zijn arrestatie. Rechter Rafi Carmel verwees bij het uitspreken van zijn vonnis naar Ansbachers liefde voor poëzie: “Het gedicht van Ori’s leven eindigde in een schreeuw.”
Foto: Atia Mohammed / Flashh90