In Israël verandert alles, behalve Benjamin Netanyahu. Toen Angela Merkel in januari 2006 de Joodse staat bezocht, was Ehud Olmert waarnemend premier (Ariel Sharon was net in een coma geraakt), Moshe Katzav president, Tzipi Livni minister van Buitenlandse Zaken en Amir Peretz leider van Avoda, de Israëlische sociaaldemocraten. Al deze namen zijn verdwenen van het politieke toneel, behalve Netanyahu – toen was en nu is hij oppositieleider. In die bijna zestien jaar heeft Duitsland zich een van Israëls betrouwbaarste vrienden en bondgenoten getoond.
Merkels boodschap was deze week bij haar laatste bezoek in functie dezelfde als in 2006, toen Israël het eerste land buiten Europa en de VS was dat de kersverse bondskanselier aandeed: “Het bestaansrecht van de staat Israël kan nooit in twijfel worden getrokken,” zei Merkel toen. Ditmaal bezwoer zij premier Naftali Bennett dat ‘Israëls veiligheid altijd van centraal belang zal zijn voor iedere Duitse regering’. Wat niet wegneemt dat over de manier waarop meningsverschillen kunnen bestaan. Merkel houdt vast aan een tweestatenoplossing van het conflict met de Palestijnen, iets wat op dit moment voor Jeruzalem niet aan de orde is,. Zij wil ook dat Iran via diplomatieke weg ervan wordt overtuigd af te zien van het ontwikkelen en produceren van nucleaire wapens, terwijl Israël een robuustere aanpak wenst.
Verantwoordelijkheid
Merkels bezoek van vorige week was maar liefst het achtste uit haar periode als bondkanselier. Bij alle oogstte zij respect van de Israëli’s door consequent de Duitse verantwoordelijkheid voor de Shoa geen millimeter uit de weg te gaan. Zo ook deze achtste en laatste keer. In herdenkings centrum Yad Vashem stond Merkel gebogen over de begraven as van Holocaustslachtoffers. “Wij blijven verantwoordelijkheid dragen voor de Shoa op elk moment van de geschiedenis, ook in de toekomst,” zei ze. Het is die openheid die van Angela Merkel een vriend van Israël maakte, bevestigde minister van Buitenlandse Zaken Yair Lapid: “Mijn kinderen zullen zich het moment herinneren waarop hun vader aanwezig was bij een kabinetsvergadering van Israël waar de Duitse kanselier te gast was. Een land dat trots is uw gastheer te zijn om wie u bent en wat u vertegenwoordigt. (…) Het Joodse volk dankt u.”
Onomstreden
Ook premier Naftali Bennett had niets dan lovende woorden voor de Duitse kanselier en noemde haar een ‘moreel kompas’ voor Europa. Het contrast met de woorden van Menachem Begin in 1965, toen Israël en Duitsland voor het eerst diplomatieke betrekkingen aanknoopten, is bijna onvoorstelbaar. Na de aankomst van de Duitse ambassadeur in dat jaar braken er rellen uit in de straten van Tel Aviv, zijn wagen werd bekogeld met stenen en flessen. Begin, de latere premier, zei toen in de Knesset: “Elke Duitser verdient het te sterven. Hun handen zijn doordrenkt van Joods bloed. Daarom kan er geen absolutie of vergiffenis zijn en normale relaties tussen ons zullen nooit mogelijk zijn.”
Merkels afscheidsbezoek, in Israël volledig onomstreden, toont aan hoezeer Begin ongelijk had. Vandaag de dag gaan de Duitse regering en parlement voorop in de strijd tegen antisemitisme van de oude en de nieuwe soort. Trots vertelde de 67-jarige bondskanselier, die zal aftreden zodra er in Berlijn een nieuwe regeringscoalitie is gesmeed, over de heropleving van Joods leven in haar land. Zijn noemde die ‘een uitdrukking van vertrouwen die ons elke dag opnieuw dwingt vastberaden op te staan tegen antisemitisme, haat en geweld.’