We zitten nu in de zogenaamde Drie Weken. Begonnen op 17 tammoez (dinsdag) met de herinnering aan het beleg van Jeruzalem en eindigend op 9 av, de dag waarop zowel de eerste als de tweede tempel in Jeruzalem werd verwoest: het begin van het galoet, de ballingschap waarin we ons nog steeds bevinden.
Door de eeuwen heen vonden er vele pogroms plaats, juist in deze periode. Speciaal in de zogenaamde negen dagen, het laatste gedeelte van de Drie Weken, was het een tijd van narigheid voor het Joodse volk. Vandaar ook dat bij voorkeur er niet nodeloos wordt gereisd in deze periode en men extra voorzichtig is met nodeloos gevaar lopen. Als iemand onverhoopt voor de rechtbank is gedaagd, dan beveelt de Joodse mystiek aan te proberen de rechtszaak tot na de negen dagen uit te stellen, want het gesternte werkt ons Joden in die periode tegen. En dus houd ik toch een beetje in deze periode van de Joodse kalender mijn hart vast. Situatie in Israël, antisemitisme ook hier in ons land … Maar pas op! Niet alles is zwart, er is ook duidelijk zichtbaar wit, om nog maar te zwijgen van grijs.
Neem nou het kennismakingsbezoek, vorige week, met de nieuwe burgemeester van Almere, Hein van der Loo. Rabbijn Stiefel, de rabbijn van Flevoland en in zijn vrije tijd mijn schoonzoon, had mij verzocht mee te gaan naar het gesprek met de burgemeester die hij uiteraard eerder had ontmoet. Wat een betrokkenheid met de Almeerse Joodse gemeenschap, wat een bereidheid om publiekelijk Joods Almere te steunen en überhaupt een duidelijk standpunt in te nemen tegen antisemitisme. De kennismaking gaf mij, Joodse burger, goede moed. En die moed hebben we nodig voor de gemoedsrust, want die staat bij vele Joodse Nederlanders onder druk. Natuurlijk mag er kritiek zijn op het beleid van Israël, maar haat zaaien tegen wie dan ook deugt niet en het importeren van conflicten elders in de wereld in ons vredige landje, is onjuist en ongepast. Mijn kinderen hadden het niet in hun hoofd moeten halen wie dan ook na te schelden omdat ze moslim zijn, een gekleurde huidskleur hebben of hoe dan ook anders dan wij. Maar andersom, en ik ga het nu niet preciseren, is dat gewoon en volledig geaccepteerd. Wat doet de overheid hieraan? Zich uitspreken tegen, maar veel verder komt het niet. Als ik een kenteken doorgeef van de auto van waaruit ik intimiderend word gefotografeerd, verneem ik niets meer. Ik begrijp dat intimiderend fotograferen niet bepaald het zwaarste misdrijf is, maar van het een kan zomaar het ander …
Een van mijn kinderen, woonachtig in Montreal, had een verkeersongeluk. Een ‘RV’, oftewel recreation vehicle, oftewel camper, was op hun auto ingereden met als gevolg dat hun auto total loss was, de hele familie in twee ambulances naar het ziekenhuis werd vervoerd, maar na de gebruikelijke medische controles zijn ze, zonder auto, nu weer thuis. En nu de onverwachte winst: mijn schoonzoon belde me na het ongeluk en gaf aan dat een ‘Arabier’ hem had aangereden. Er zou dus, zo dacht ik in een opwelling, sprake kunnen zijn van een bewust veroorzaakte aanrijding. Waarop baseerde ik dit? ‘RV’ klonk op de krakende telefoonlijn als Ar(a)wie en dat betekent ‘Arabier’. Was dus totale onzin, maar zo kunnen misverstanden ontstaan en vooringenomen denkbeelden gevoed worden. Niet goed, maar zo gaat het helaas te vaak.
Maar nu de winst. Ook in Montreal bloeit het antisemitisme weelderig, althans zo hoor ik. Mijn kinderen hadden dit ook al vele keren gehoord, maar gelukkig nog nooit aan den lijve ondervonden. Maar ja, als je het via de media keer op keer hoort, dan zal het dus wel kloppen, denk je toch onbewust. En nu komt het: bij hun verkeersongeval, dat er in eerste instantie dramatisch uitzag, kwam er van alle kanten hulp. Bewoners uit de straat, passanten, politie, ambulance … zoveel steun, medeleven, opvang. Ontroerd waren mijn kinderen door de onbaatzuchtige liefde die ze mochten ondervinden van niet-Joodse mede-Canadezen. De aanrijding had dus eigenlijk behalve de schrik en de kapotte auto, toch een happy end. Mijn schoonzoon heeft waar mogelijk de hulpverleners, voorbijgangers en bewoners van de huizen van waaruit de hulp is gekomen telefonisch bedankt en heeft zelfs de moeite genomen om naar de plek des onheils terug te gaan (meer dan een uur rijden in een geleende auto) om zijn dankbaarheid kenbaar te maken.
Dus toch nog iets moois voortgekomen uit het autowrak!