Ondanks enkele pogingen is altijd onderbelicht gebleven hoe de Nederlandse omroepen zich in de Tweede Wereldoorlog gedroegen. Na 1945 verschenen weliswaar tal van programma’s over die tijd, maar de eigen rol bleef een opvallend gesloten boek. Dat erkent KRO-coryfee Fons de Poel, jarenlang het gezicht van nieuwsrubriek Brandpunt. “Wij waren kritisch op alles, maar dat thema is nooit aan de orde geweest, ik kan me dat niet herinneren,” verklaart hij in de EO-documentaire Het verraad van Hilversum, die woensdag 28 augustus wordt uitgezonden. Het programma is geproduceerd door de Joodse afdeling van de omroep, onder leiding van Alfred Edelstein die binnenkort met pensioen gaat.
De documentaire legt allereerst uit hoe belangrijk de radio in de jaren twintig en dertig is. Het zijn de hoogtijdagen van het medium. In Nederland hebben wij in die tijd door de verzuiling een heel ander systeem dan bijvoorbeeld in Duitsland. Hier ben je als katholiek lid van de KRO, als protestant van de NCRV, als socialist van de Vara en als liberaal van de oudste omroep, de Avro. Jan Haasbroek, voormalig directeur van VPRO-radio, vertelt hoe Nederland in de jaren dertig helemaal niet bezig is met het gevaar Hitler. Al het nieuws komt van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), dat volstrekt neutraal wenst te blijven. Ook ten opzichte van de bevriende Duitse natie.
Als journalist Meyer Sluyser voor de oorlog Duitsland bezoekt en spreekt over de Jodenvervolging daar, grijpt de Nederlandse censor in. Dat Joden naar Nederland vluchten mag je zeggen, maar dat ze vervolgd worden niet.
De ‘groote leugen’
Een belangrijke figuur in de documentaire is Willem Vogt, oprichter en directeur van de Avro. Bij die omroep is in de jaren 30 Gustav Czopp in dienst, journalist en verantwoordelijk voor de allereerste actualiteitenrubriek. Hij heeft kritiek op het omroepbestel en vindt de journalistiek in de dagen voor de oorlog maar laf. “Er wordt op de radio gelogen,” zegt hij. Hij doelt daarmee op de gebeurtenissen in Duitsland. Czopps protesten zijn niet gewenst, hij kan vertrekken. De journalist schrijft er een boek over, De wereld kreeg radio, waarin hij schrijft: “Wij stonden allen in dienst van den grooten leugen, die facetten aan alle zijden en overal het verblindende licht uitstraalt, waar millioenen met dichtgeknepen oogen instormen.”
Radioprogramma’s zoals de legendarische Bonte dinsdagavondtrein zijn enorm populair in de vooroorlogse jaren. Han Hollander, een Joodse jongen uit een arm gezin in Deventer, verwerft faam met zijn sportverslaggeving. Als Hollander een wedstrijd verslaat, zijn niet alleen de straten stil, maar blijven ook boeven thuis. Avro-voorzitter Vogt gaat graag met Hollander mee naar wedstrijden. De naïeve sportcommentator doet in 1936 verslag van de Olympische Spelen in Berlijn en krijgt nota bene een oorkonde van Hitler als dank voor zijn medewerking. In april 1940 voorziet Hollander nog de voetbalkraker Nederland-België van commentaar. Prinses Juliana zit met leden van de regering op de tribune. Het verslag van de wedstrijd Nederland-België zal een van zijn laatste optredens zijn. Even denkt Hollander nog dat de oorkonde uit 1936 hem het leven zal redden, maar zijn hoop blijkt ijdel.
Verbaasd
Als Duitsland Nederland binnenvalt, is er al op 15 mei overleg tussen de bezetter en de Avro. De nazi’s krijgen een rondleiding door het pand, er is geen enkele weerstand. De KRO, onder leiding van pater Johannes Dito en P.A.M. Speet, is zelfs beledigd dat de Duitsers onder leiding van Arthur Freudenberg, die wordt aangesteld als hoofd propaganda, niet eerst bij die omroep langs is gegaan.
De eerste berichten uit Hilversum, zonder enige dwang van de bezetter, zijn mild positief: die Duitsers zijn zo slecht nog niet, en ze zijn netjes. Er is de nazi’s veel aan gelegen hun propaganda zoveel mogelijk via de ether te kunnen verspreiden en zij willen via dat medium de Nederlandse bevolking voor zich winnen. Willem Vogt wil alles zo normaal mogelijk laten lijken ter wille van de Duitsers, hij en Freudenberg hebben een gemeenschappelijk belang. De amusementsorkesten spelen gewoon door, cabaretuitzendingen blijven bestaan. De Ramblers blijven hun deuntjes spelen – later onderbroken door een kwartier nazipropaganda – en ook de knip- en naaicursussen worden voortgezet. De Duitsers zijn ronduit verbaasd over de medewerking die ze van de omroepen krijgen.
Geen bevel
De NCRV maant de Nederlandse luisteraars tot kalmte: voor zover bekend zijn de Duitsers ‘volkomen correct’ geweest tegenover de Nederlandse burgerbevolking. Volgens de omroep is de bevolking verplicht zich correct tegenover hen te gedragen. Alleen de Vara, onder leiding van Arie Pleysier, kent meer principes. Pleysier maakt propagandachef Freudenberg duidelijk dat zijn omroep geen nationaalsocialistische programma’s zal uitzenden en ook geen onderscheid zal maken tussen Joodse en niet-Joodse medewerkers. In die beginperiode mag de omroep van de bezetter zijn gang blijven gaan, zolang er maar geen uitzendingen tegen de Wehrmacht worden gemaakt. Tot in oorlogstijd prijkt het Joodse jazzduo Johnny en Jones nog op de cover van het Vara-programmablad en de omroep weigert Duitse muziek te spelen.
Bij de Avro loopt het anders. Al in de eerste oorlogsweken ontslaat Vogt op eigen initiatief zijn geliefde sportverslaggever Hollander. Hij hanteert het excuus dat er geen werk meer voor Hollander is, omdat de wedstrijden zouden zijn afgelast. Maar alle wedstrijden gaan gewoon door. Ook Max Tak, componist en recensent bij de Avro, stuurt Vogt de laan uit, evenals zangeres Jetty Cantor. Freudenberg is aangenaam verrast. Hij beschouwt die ontslagen officieel als een ‘interne Avro-kwestie’ maar het past uitstekend in zijn plan. Ook de KRO heeft de nazi’s niet nodig om onderscheid te maken tussen Joods en niet-Joods. Al in 1939, nog voor de Duitse inval dus, begint die omroep met Joodse leden van het KRO-orkest te ontslaan.
Als Han Hollander een wedstrijd verslaat op de radio, is het stil in de straat
Als de bezetting al enkele maanden voortduurt, publiceert Arthur Freudenberg een gids met de namen van duizenden Joodse componisten en musici. Van niemand uit die lijst mag nog muziek op de radio worden gedraaid en er moeten pro-Duitse evenementen worden verslagen. Het gaat allemaal geleidelijk, maar ook alle teksten van de omroepen moeten vooraf door de censuur. Toch wordt een manifestatie van de NSB geweigerd, waarna Freudenberg gewoon een kwartier zendtijd annexeert en de reportage toch uitzendt.
Eenheidsomroep
In mei 1940 vervolgt Willem Vogt zijn ontslagronde: zijn Joodse dirigent en arrangeur Dolf Karelsen moet eraan geloven. De dirigent duikt daarop al snel onder, maar houdt contact met zijn collega Dolf van der Linden. Karelsen stuurt Van der Linden zijn compositie Victory march toe. Als de bezetting, die naar zijn idee niet al te lang zal duren, voorbij is, zullen ze die compositie spelen. Dat is het plan, maar het loopt allemaal anders.
–––––––––––––––––––––––––––
“Er bestaan nog steeds velen, die van geestelijke rasverschillen niet willen horen en eveneens verzet een aantal joden zich ertegen een aangeboren geestelijk verschil tussen zichzelf en niet-Joden te erkennen. Zelfs het woord ras horen zij in dit verband niet gaarne. Maar met een dergelijke overgevoeligheid komen wij niet verder in de hoogst ernstige tijden, die wij thans beleven.”
Aldus Vrije geluiden, het omroepblad van de VPRO, in 1939
––––––––––––––––––––––––––
Freudenberg wil uiteindelijk een eenheidsomroep en die komt er ook. De KRO en NCRV sturen rond de kerst nog hun kalender voor het komende jaar aan de propagandachef op, maar in maart 1941 valt het doek voor de omroepen. Ze worden opgeheven en vervangen door de Nederlandsche Omroep. Tot grote teleurstelling van Vogt stelt Freudenberg niet hem aan als hoofd van die omroep, maar de Nederlandse nazi Willem Herweijer. Alle programma’s komen uit de bestaande omroepstudio’s en worden veelal gemaakt door dezelfde medewerkers die al vertrouwd zijn bij het luisterpubliek. De helft van de programmering blijft amusement, met vrolijke liedjes en hoorspelen. Over het lot van de Joden heerst letterlijk radiostilte, er wordt niet over gesproken.
Willem Herweijer is een bijzonder figuur. Wie als radiomedewerker gewetensbezwaren heeft, kan rekenen op wachtgeld; zelfs Joodse medewerkers die al zijn weggestuurd krijgen dat. Een kwart van de medewerkers vertrekt en mag van die regeling gebruikmaken, een unicum in de houding van de nazi’s. Weerstand is sporadisch, maar incidenten zijn er wel. Zo wordt een op langspeelplaten opgenomen speech van Mussert in een kluis onder water gezet, waardoor de platen onbruikbaar worden. Herweijer reageert door de regels extra aan te scherpen.
Orkest
Na de bevrijding gaan alle omroepen over tot de orde van de dag, alsof er niets is gebeurd. De Avro, KRO, NCRV, Vara en VPRO komen terug en groeien snel. Luisteraars worden vanaf de jaren 50 kijkers. Over hun rol in de oorlog blijft het angstvallig stil. Veel medewerkers die in de oorlog fout zijn geweest, kunnen daarna rustig doorwerken. Ook op hoge posities: er is nooit een zuivering geweest en belastend materiaal wordt weggemoffeld. Van pater Dito, directeur Speet en Willem Vogt is het foute gedrag weliswaar bekend, maar Dito krijgt in 1945 eervol ontslag – inclusief een woord van dank dat hij de KRO door donkere tijden heeft geloodst. Speet komt twee jaar na de bevrijding terug als directeur van die omroep en Willem Vogt wordt in 1953 opgenomen in het Gulden Boek van Hilversum en geëerd als officier in de Orde van Oranje-Nassau.
––––––––––––––––––––––––––––––
‘Dat is die jodenman’
Vertrekkende medewerkers maken ruimte voor ambitieuze artiesten die de wereld van de radio binnenstappen, onder wie Hetty Blok en Wim Sonneveld. De zondagmiddag is voor zanger en cabaretier Jacques van Tol. Hij maakt de vrolijkste liedjes, waarin hij criticasters van de NSB belachelijk maakt. Groot succes heeft Van Tol met een variatie op Louis Davids’ De kleine man, een ode aan de brave burger. Daar maakt hij van: ‘Dat is die jodenman, die dikke jodenman, die uitgekookte, gaargestookte vette jodenman.’
De Duitsers kunnen hun geluk niet op. Veel Nederlanders zingen Van Tols versie mee, want de melodie kennen ze al. Volgens de Nederlandse nazi-leiding heeft het liedje meer effect dan alle propaganda-uitzendingen.
–––––––––––––––––––––––––––––
De rol van de Hilversumse media zou voorgoed in de vergetelheid zijn geraakt als Dick Verkijk in 1974 niet een boek publiceerde na diepgravend onderzoek. Dan pas komt voor het eerst de kwalijke collaboratie aan het licht. De kranten berichten er uitgebreid over, de omroepen zelf blijven stil. De leiding van de Avro toont zich verbaasd: moet dit nu echt? Bij dat oorlogsverleden moet je niet stil blijven staan. De oude Vogt wil Verkijk voor zijn onderzoek wel spreken, maar opnamen mogen niet worden gemaakt.
Op het eerste concert van het Metropole Orkest klinkt de Victory march van de vermoorde Karelsen
Fons de Poel zegt aan het einde van Edelsteins nieuwe documentaire: “Omroepen richten zichzelf heel graag op de toekomst, maar eerlijk kijken naar je verleden … waarom niet?” En die vijftien ontslagen Joodse leden van dat KRO-orkest, die blijven hem maar door het hoofd spelen. Het is onduidelijk wat er met hen gebeurd is. Over anderen weten we meer. Han Hollander wordt in 1943 in Sobibor vermoord, Gustav Czopp in 1944 in Dachau, Hans Mossel in 1944 in Auschwitz. Nol van Wesel en Max Kannewasser, alias ‘Johnny en Jones’worden in 1945 in Bergen-Belsen vermoord, componist Dolf Karelsen ergens in midden Europa in 1944. Maar als na de oorlog het Metropole Orkest wordt opgericht, dirigeert Dolf van der Linden op het eerste concert de Victory march van Dolf Karelsen.
Edelsteins documentaire is terecht opgedragen aan al diegenen die in Hilversum in de periode 1940-1945 monddood zijn gemaakt. De directie van Avrotros vindt het niet wenselijk om te reageren. De omroep zegt niet te willen terugblikken op het oorlogsverleden. Ook de NPO wilde geen reactie geven.

–––––––––––––––––––––––––––––
Persoonlijk project
Dit was het laatste grote project van Alfred Edelstein, die binnenkort afscheid neemt als hoofd Joodse programmering bij de Evangelische Omroep. Voor hem was Het verraad van Hilversum een persoonlijk project: “Mijn vader heeft als technicus eind jaren 40, begin jaren 50 gewerkt voor de NRU, een voorloper van de NOS. Hij vertelde mij, toen ik nog een kind was: ‘Die hele omroep deugt niet. Daar is van alles aan de hand geweest en er hebben heel foute mensen gezeten.’ Hij was blij dat hij na een paar jaar kon vertrekken. Die kwalijke rol werd mij dus met de paplepel ingegoten.”
Edelstein kreeg van de EO niet alleen de vrije hand, maar werd ook gesteund om zijn documentaire van de grond te krijgen. “Deze documentaire gaat over machtsverhoudingen. Wat je ziet, is dat gevestigde instituten zich heel gemakkelijk laten onderwerpen en zelfs collaboreren. Dat is de spiegel die met deze documentaire wordt voorgehouden. Ook in deze tijd, een spannende fase in ons werelddeel, gebeurt dat. Naar aanleiding van deze geschiedenis kun je nadenken over machtsverhoudingen en in hoeverre je volgzaam moet zijn.”
Edelstein hoopt de horizon van de kijkers en Hilversum ermee te verbreden. En bovendien: “Hilversum heeft tachtig jaar weggekeken van zijn eigen geschiedenis. Het zou mooi zijn als er op het Mediapark een monument zou komen voor al die vermoorde Joodse medewerkers. Ik kan melden dat de EO daartoe het initiatief gaat nemen.” Daarnaast roept hij personen op die meer weten over de destijds ontslagen medewerkers: “Van velen zijn de namen niet eens bekend. Er is veel archiefmateriaal verdwenen, dus het zou mooi zijn als we daar via deze weg beter zicht op kunnen krijgen.”
Hoewel de keuze voor het Duits als leidende taal in deze documentaire de kijker wellicht zal verbazen, is Het verraad van Hilversum een uitermate boeiende documentaire geworden die u beslist moet zien. Uitzending woensdag 28 augustus, 22.05 uur, NPO 2. Daarna terug te zien op NPO Start.
2 reacties
Een goede uiteenzetting van wat er aan verraad was in Hilversum in de tweede wereldoorlog in het bovenstaande artikel vermeld. Het was bar en boos. Momenteel is het ook niet best met de NOS gesteld. Wat heeft men nu eigenlijk geleerd van de geschiedenis vraag ik me weer maar eens af. Ondertussen heb ik ook de documentaire hierover gezien. Ik vond het niet zo bijzonder veel toevoegen aan wat ik al wist. Op een gegeven moment ging ik me wel wat ergeren aan elke keer dat Duitse stemmetje in de documentaire. Het Duits klinkt gauw al zo overgeorganiseerd, vind ik. Wel mooi, dat hierover (het verraad), toch door Alfred Edelstein met overgebleven materiaal is gewerkt en deze documentaire tot stand kon komen.
Documentaire heeft mij echt geraakt. Zeer zwak dat de NPO en de AVRO niet reageren.