Breaking the Silence, BtS, alleen al de naam van de ngo doet heel rechts Israël en diehard verdedigers van de Joodse staat hier, koken van woede. Vrijwilligers van BtS worden met regelmaat uitgemaakt voor landverraders. In 2016 vielen premier Benjamin Netanyahu en minister van Defensie Moshe Ya’alon de organisatie aan door te zeggen dat BtS het Israëlische leger, de IDF, schade berokkent. Dit is ongetwijfeld waar en het gaat niet te ver te stellen dat dit ook precies de doelstelling van BtS is. IDF-veteranen richtten Breaking the Silence op in 2004 om soldaten een kans te geven openlijk over hun ervaringen te spreken. Hier zit wel degelijk een doel achter, BtS verzet zich tegen de bezetting van de Westelijke Jordaanoever en tegen tal van militaire acties in de strijd tegen terreurbewegingen als Hamas.
Palestijnse extremisten gebruiken dan ook graag BtS-getuigenissen over vermeende Israëlische oorlogsmisdaden in hun anti-Israëlische retoriek, net als de internationale BDS-beweging. Maar dat maakt Breaking the Silence zelf nog geen BDS-organisatie, al wordt zij wel door veel Westerse organisaties gefinancierd, die ook BDS sponsoren (bijvoorbeeld het Human Rights and International Humanitarian Law Secretariat, dat op zijn beurt financieel wordt gesteund door de Nederlandse overheid, die in het verleden BtS ook direct heeft gefinancierd). BtS is door en door Israëlisch, sterker nog, het is ondenkbaar dat er een vergelijkbare organisatie waar dan ook elders in het Midden-Oosten zou bestaan. In die zin is Breaking the Silence juist de ultieme uitdrukking van de Israëlische democratie. En, zegt men bij BtS, al onze getuigenissen zijn goedgekeurd door de censoren van de IDF zelf.
Ernstiger zijn de aantijgingen dat BtS het met de feiten niet altijd even nauw neemt. “Het eerste slachtoffer van oorlog is de waarheid,” zou de Amerikaanse senator Hiram Johnson honderd jaar geleden hebben gezegd, al schrijven sommigen het citaat toe aan de Griekse toneelschrijver Aeschylus (5e eeuw voor Christus). En waar Breaking the Silence juist is opgericht om de waarheid van Israëlische bezettingspolitiek en oorlogvoering aan het licht te brengen, is de organisatie zelf steeds meer het doelwit van beschuldigingen dat zij getuigenissen publiceert die zijn overdreven of zelfs regelrecht verzonnen.
Een probleem is dat BtS de meeste getuigenissen van IDF-militairen anoniem naar buiten brengt, wat het bijna onmogelijk maakt voor critici hun waarheidsgehalte te controleren. Toch deed het televisieprogramma HaMakor in 2016 een poging en kwam tot de conclusie dat van de tien onderzochte getuigenissen er twee waar, twee overdreven en twee onwaar bleken; van vier kon HaMakor niet verifiëren in welke categorie zij vielen. Voorwaar geen erg overtuigende score.

‘Protective Shield’
Met deze informatie in het achterhoofd begon ik aan het lezen van alle 111 getuigenissen, van meer dan zestig militairen, uit This Is How We Fought in Gaza, BtS’ boek over ‘Operatie Protective Shield’. Zelfs als een – flink? – aantal getuigenissen uit de bundel zou zijn verzonnen of overdreven, geven zij een goed beeld van wat er zich in de zomer van 2014 heeft afgespeeld. Om uw geheugen op te frissen nog even de achtergrond: drie Joodse studenten worden op de Westbank door – waarschijnlijk – Hamasleden ontvoerd en vermoord, de IDF kamt de Westelijke Jordaanoever uit op zoek naar de daders en verantwoordelijken, Hamas reageert daar weer op met massale raket beschietingen vanuit Gaza, waarop de Israëli’s de ‘Strook’ binnenvallen om hier een einde aan te maken en Hamas’ tunnels te vernietigen (en om de terreurorganisatie een militaire en morele klap toe te brengen).
‘Protective Shield’, Mivtza Tzuk Eitan in het Hebreeuws, duurt van 8 juli tot 26 augustus. Beide partijen kraaien victorie: de IDF om de enorme klap die zij Hamas’ infrastructuur, leiderschap, manschappen en materieel heeft toegebracht en het feit dat de intensiteit van de raketbeschietingen sterk afneemt; Hamas omdat het na de inval politiek en militair ongebroken is en om de aan de IDF toegebrachte verliezen. Aan Palestijnse kant komen naar schatting 2.200 mensen om het leven, waarvan 50 tot 70 procent burgers, ruim 10.000 Gazanen raken gewond. De IDF verliest 67 militairen. Vijf Israëlische burgers en een Thai komen om, bijna 500 militairen en 87 burgers raken aan Israëlische zijde gewond. Aan de machtsverhoudingen binnen de Gazastrook verandert Protective Shield niets, Hamas zit ook na augustus 2014 stevig in het zadel, tot op de dag van vandaag.
In de inleiding van This Is How We Fought wordt de schuld van vermeende oorlogsmisdaden door de IDF nadrukkelijk niet gelegd bij de individuele soldaten, maar bij de legerleiding. En dan met name bij het militaire principe van ‘minimale verliezen onder onze eenheden, zelfs ten koste van de veiligheid van onschuldige burgers’. Dit principe wordt duidelijk van de hand gewezen door Breaking the Silence, maar daar zit hem direct ook al een van de fundamentele zwakheden in het boek. Er is geen enkel leger op aarde dat niet precies ditzelfde principe huldigt. Sterker nog, bij veel regimes, zeker in het Midden-Oosten, kan het woord ‘zelfs’ in deze stelregel worden vervangen door ‘juist’. Want naast het veilig houden van de eigen soldaten blijkt uit de getuigenissen dat het IDF als leidraad probeert het aantal Palestijnse burgerslachtoffers zoveel mogelijk te beperken.

Enorme verwoesting
Dat dit niet (altijd) lukt, is inderdaad vooral te wijten aan het feit dat de IDF geen risico’s neemt met de veiligheid van zijn militairen. De enorme verwoesting van huizen en infrastructuur in Gaza en de overgrote meerderheid van de burgerslachtoffers komen op conto van dit principe. Uit getuigenis na getuigenis blijkt dat de IDF vóór een aanval de burgerbevolking waarschuwt en probeert te overtuigen hun huizen te verlaten. Dit gebeurt door middel van flyers, luidsprekers en artillerievuur dat niet bedoeld is schade aan te richten. Een voorbeeld is het zogenaamde roof knocking (kloppen op het dak). Als de IDF van plan is een huis onder vuur te nemen, wordt eerst een klein kaliber granaat op het dak afgevuurd, zodat eventueel achtergebleven burgers weten dat zij zo snel mogelijk moeten maken dat zij wegkomen. Pas daarna volgt de zware beschieting. Dit gezegd hebbende, als de Israëlische eenheden ervan overtuigd zijn dat een huis of wijk ‘leeg’ is, gaat men erop en erover. Geen risico’s worden genomen: er wordt geschoten op alles dat beweegt en huizen en gebouwen waarin terroristen worden vermoed, worden met de grond gelijk gemaakt.
Als de IDF ervan overtuigd is dat een huis ‘leeg’ is, gaat men erop en erover
De waarheid is dat elk modern leger zo te werk gaat, althans Westerse legers. Vergeleken met hoe de Syriërs in hun burgeroorlog of de Saoedi’s in Jemen huishouden, is de IDF-handelwijze in Gaza een voorbeeld van humanitaire oorlogvoering. Op één mogelijke uitzondering na is er in 111 getuigenissen geen voorbeeld te vinden van het opzettelijk onder vuur nemen van burgers. Kom daar maar eens om in Syrië of Jemen. Of in Gaza zelf, waar Hamas juist probeert met raketbeschietingen zoveel mogelijk Israëlische burgers te doden (en zelfs tijdens de strijd 23 van zijn eigen burgers executeert). Als we Breaking the Silence mogen geloven, wordt er niet gemoord door de Israëlische soldaten, niet verkracht, zelfs niet geplunderd.
Is dan alles koek en ei tijdens Protective Shield? Natuurlijk niet. Het is onmogelijk tienduizenden jonge soldaten de strijd in te sturen zonder dat zich excessen zullen voordoen. Die zijn zo oud als het fenomeen oorlog zelf. De verwoestingen komen ook op de IDF-soldaten vaak over als overdreven, en de rules of engagement (wanneer wel of niet het vuur mag worden geopend) zijn vaak onduidelijk en voor interpretatie vatbaar. “Fuck, er is niets over van [het dorp] Juhar al-Dik,” zegt een van de soldaten, “het is een woestijn nu, dit is gekkenwerk.” Een ander beklaagt zich erover dat het pantserkorps wel erg trigger happy is. Weer een ander betreurt de racistische haat tegenover Arabieren onder veel van de reservisten. Tankbestuurders rijden expres over auto’s van burgers en bulldozers maken huizen met de grond gelijk als de strijd al voorbij is. Ook is onduidelijk hoeveel collateral damage (bijkomende schade, vooral in mensenlevens) aanvaardbaar is wanneer Hamascommandanten het doelwit zijn. “Vaak hebben we het dan over dubbele cijfers,” verzucht een militair. Een gedode burger wordt achteraf als ‘terrorist’ bestempeld, volgens de perverse logica dat ‘wij alleen op terroristen schieten’.
Is dan alles koek en ei tijdens Protective Shield? Natuurlijk niet
Menselijk schild
Maar nogmaals, dit is de praktijk van oorlog. Handelingen die in moderne oorlogsvoering ontoelaatbaar worden geacht, om nog maar te zwijgen van bewuste oorlogsmisdaden, zult u in This Is How We Fought niet of nauwelijks vinden. Wel de verschrikkingen van een oorlog, gevoerd in een dichtbevolkt gebied, waarbij de vijand zijn eigen bevolking gebruikt als menselijk schild. Het is niet anders dan de verslagen uit Mosul of Raqqa, en – eerlijk is eerlijk – vaak een stuk beter dan die uit Aleppo of Sanaa. De vraag die boven komt drijven is deze: is het verantwoord een modern leger met overweldigende vuurkracht een dichtbevolkt gebied in te sturen? Maar die vraag is politiek, niet militair. Haar met nee te beantwoorden, is misschien legitiem. Pacifisme is voor velen de enige weg. Misschien had de regering in Jeruzalem niet het recht Gaza aan te vallen, zelfs niet uit zelfverdediging.

Wat weer een andere (gewetens)vraag oproept: is Israël het enige land op aarde dat zich niet mag verdedigen? Mag de Joodse staat niet doen wat van andere landen wel geaccepteerd wordt? Is er iemand die tegen de Iraakse regering in Bagdad zei: ‘Hé, laat IS maar lekker zijn gang gaan in Mosul, het is de verwoesting en de burgerslachtoffers niet waard’? De VS mengden zich recent in de oorlogen in Irak en Syrië zónder dat er sprake was van zelfverdediging (of hooguit zeer indirect), en Turkije is zojuist een aanvalsoorlog tegen de Koerden in Syrië begonnen zonder dat het zich tegenover handenvol ngo’s in binnen- en buitenland – en de regeringen die hen steunen – hoeft te rechtvaardigen. Dat Israël dat keer op keer wel moet geeft vooral de enorme hypocrisie van de internationale gemeenschap weer. En dat Breaking the Silence zijn kritiek kan leveren vanuit de Israëlische gemeenschap zelf, is misschien wel het ultieme compliment voor de Joodse staat. Het maakt Israël als samenleving eindeloos superieur aan alle buur- en omliggende staten – tot op grote afstand.
Burgerslachtoffers
“De gedachte was, als je iets waarneemt – open het vuur. Ze [officieren] zeiden tegen ons: ‘Er zouden daar geen burgers meer moeten zijn. Als je iemand ziet, schiet.’ Of er sprake van dreiging was, was niet de vraag, en dat leek mij toen logisch. Als je iemand neerschiet in Gaza is dat oké, niet belangrijk. Ten eerste omdat het Gaza is en ten tweede omdat dit oorlog is. Ook dat werd ons duidelijk gemaakt. Ze zeiden: ‘Wees niet bang te schieten.’ En ze maakten duidelijk dat er geen onschuldige burgers waren.
Sergeant-majoor, infanterie, noordelijke Gazastrook
Collateral damage
“Je stelt de [Palestijnse] bewoners op de hoogte, werpt flyers af – wie vlucht, vlucht – en dan open je het vuur. Het is de bedoeling van de artillerie dat onze troepen zonder verliezen binnen kunnen trekken. Elke plek die door onze inlichtingen is geïdentificeerd [als vijandelijk] en alle open plekken worden geraakt. Maar als je kijkt naar open plekken in Gaza, dat zijn er niet zo veel. Wij praten nu over artillerie, maar [ook] de luchtmacht bombardeerde zonder ophouden. Dat is gericht vuur, maar wat voor collateral damage wordt door dit soort gericht vuur veroorzaakt? Ik weet dat het resultaat in de praktijk volledig platgebombardeerde gebieden was waar ooit huizen stonden. Hele wijken weggevaagd. Weet je welke grap in die tijd binnen het leger de ronde deed? ‘De Palestijnen zingen alleen het refrein want zij hebben geen coupletten meer.’ [Het Hebreeuwse woord voor ‘couplet’ is hetzelfde als ‘huis’.]”
Infanterieofficier, actief in de noordelijke Gazastrook
Plunderen
“Het was duidelijk dat dit niet voor zou komen binnen onze compagnie, dat het niet getolereerd zou worden. Voor sommigen was het een moeilijke ervaring iemands huis binnen te gaan en te beseffen dat het een thuis was. Je ziet de kinderkamer, de slaapkamers, de woonkamer, en je wilt geen misbruik maken van de zaken die je er vindt. Aan de andere kant weet je dat het gebruik van sommige van die spullen je verblijf daar drastisch kan verbeteren. Matrassen bijvoorbeeld. En we wisten dat na ons vertrek deze wijk met de grond gelijk zou worden gemaakt. Wij wisten dat we een huis binnen konden gaan en we ons op ons best konden gedragen, maar dat ook dan een D9 [gepantserde bulldozer] zou komen om het huis te vernietigen. We kwamen er vrij snel achter dat elk huis dat wij verlieten door een D9 met de grond gelijk werd gemaakt.”
Sergeant 1e klasse, gemechaniseerde infanterie, Deir al-Balah
Haat
“Het enige wat hen [reservisten] interesseert is de zorg om hun soldaten en de missie. Zij willen een overwinning voor de IDF, ten koste van alles. En zij slapen ‘s nachts prima, zij hebben daar helemaal vrede mee. Dit zijn geen mensen die de hele dag op zoek zijn naar iets dat zij kunnen doden, helemaal niet. Maar ze zijn ook niet bang te doden. Zij zien het niet als iets slechts. De kick zoveel macht te hebben speelt ook een rol. Ik denk dat veel geleerd kan worden van operatie Protective Edge wat betreft hoe je met burgers omgaat, hoe dat werkt. Er waren er een hoop die Arabieren echt haatten. Die Arabieren echt, echt haatten. Je kon de haat in hun ogen zien.”
Luitenant, Givati-brigade, Rafah
This Is How We Fought in Gaza – Soldiers’ testimonies and photographs from Operation “Protective Edge” (2014) kan gratis gedownload worden bij www.breakingthesilence.org.il
Dit artikel verscheen eerder in NIW 06, 5778.