Wie in Londen de sefardische Bevis Marks sjoel binnenstapt zal onherroepelijk de overeenkomst met de Amsterdamse Esnoga zien. De Bevis Marks is de oudste synagoge van Engeland, werd in 1701 ingewijd, en is een replica van ‘de Portugese’, zij het een slagje kleiner. Maar de oudste asjkenazische sjoel van de Britse hoofdstad heeft ook van alles van doen met Nederland. Zozeer zelfs dat hij bij ingewijden bekendstaat als ‘the Dutch Synagogue’. De Sandys Row-synagoge staat in een smal straatje, Sandy’s Row, verscholen in wat vroeger een Joods hoekje in Eastend was, op een steenworp afstand van de beroemde Petticoat Lane.
Halverwege de 19e eeuw emigreerden veel Joden vanuit Duitsland en Nederland naar het Verenigd Koninkrijk. Volgens historicus Robert Swieringa trokken tienduizend Nederlandse Joden die kant op. Dat was voor het jaar 1881, toen een enorme vluchtelingenstroom uit Oost-Europa op gang kwam. Volgens Lloyd Gartner, een erkend expert op het gebied van Joodse migratie naar Engeland, was de Nederlandse invloed aanzienlijk. Hij spreekt over ‘een uitgesproken Nederlandse invloed op een groot deel van het Engelse jodendom’. Het antwoord op de vraag waarom Nederlandse Joden het Kanaal overstaken is simpel, ze hoopten in Londen een betere toekomst te vinden. Rond 1850 leefde een kwart van de Londense Joden van liefdadigheid, in Amsterdam waren dat er drie keer zoveel. De Hollanders vestigden zich in de armste buurten van Eastend. Daar staat deze sjoel.
Rond 1850 leefde een kwart van de Londense Joden van de steun, in Amsterdam waren dat er drie keer zoveel
Genootschap
Vijftig Amsterdamse families, hoofdzakelijk sigarenmakers (een beroep waarin de Nederlanders domineerden), maar ook diamantbewerkers en fruitverkopers, richtten in 1854 in Londen een genootschap op: Menachem aveliem, chesed we’emet (‘zij die troost bieden aan treurenden, liefde en rechtvaardigheid’). Het genootschap gaf Joden in de rouw tijdens de sjivve een shilling (nu ongeveer 5 euro), zorgde voor minjan en een rabbijn. Een jaar later was het genootschap uitgegroeid tot een echte kille en in 1867 kon er een gebouw worden gekocht, dat eerst dienst had gedaan als kerk voor hugenoten en later andere protestantse groepen. De kerk werd omgebouwd tot synagoge. Omstreeks dezelfde tijd als de inwijding in 1870 ontstond een conflict tussen deze kehilla en de in hetzelfde jaar opgerichte United Synagogue, die probeerde alle Joodse kehillot te centraliseren. De Sandys Row weigerde op te gaan in de United Synagogue, omdat men wilde vasthouden aan de eigen, Nederlands-Joodse tradities. De zaak liep hoog op. Opperrabbijn Nathan Adler was niet aanwezig bij de inwijding van Sandys Row. Chacham Artom, de sefardische opperrabbijn, gaf wel acte de présence. In het jaar 1887 was de gemeenschap van Sandys Row de grootste in Eastend.

Kerstdag, trouwdag
Er zijn veel leuke anekdotes bekend over de sjoel. Zo was tussen 1905 en 1912 Eerste Kerstdag de populairste dag om te trouwen. Klaarblijkelijk kon niemand zich een dag vrij veroorloven, zelfs niet om te trouwen, en raakte die christelijke feestdag daarom in zwang. Aan de Nederlandse invloed kwam al vanaf 1881 een einde. Oost-Europese Joden vestigden zich vanaf toen massaal in Londen. Woonden er in 1850 nog 35.000 Joden, in 1914 was dit aantal al gegroeid tot 300.000. En de onderlinge verhoudingen tussen de Nederlanders en de Oost-Europeanen was niet best. De beroemde Engels-Joodse schrijver Israel Zangwill schrijft in zijn roman Children of the Ghetto: ‘De Hollanders stonden niet achter de deur toen God neuzen uitdeelde. Hun bedrieglijkheid heeft de proportie van hun neuzen.’ Maar de Hollandse Joden staken hun minachting voor de ‘Poolse’ Joden ook niet onder stoelen of banken.
In de jaren 50 van de vorige eeuw was er een tekort aan zitplaatsen tijdens de Hoge Feestdagen, maar vanaf de jaren 70 trokken de Joden weg uit het armoedige Eastend. Bijna had Sandys Row de deuren moeten sluiten. Dankzij een aantal particulieren kon de sjoel gered worden en nu deze Londense buurt weer populair wordt, vestigen zich er ook jonge, Joodse gezinnen. Daarmee wordt Sandys Row nieuw leven ingeblazen. Er is zelfs een parttime rabbijn aangesteld en na de ochtenddienst op sjabbat is er kidoesj.
Nu deze Londense buurt weer populair wordt, vestigen zich er ook jonge, Joodse gezinnen
Verliefd
Anno 2016 is de sjoel door de week een beperkt deel van de dag open: van maandag tot donderdag in de vroege middag, van half 2 tot 2 uur, wanneer Joden werkzaam in The City naar sjoel gaan voor mincha, het middaggebed. In de zomer zijn dat er zo’n 25, in de winter zelfs vijftig personen. Om de veertien dagen is er een sjabbatdienst.
Wie Sandys Row bezoekt ontdekt allerlei Nederlandse karakteristieken in het gebedshuis. Zoals het prachtige gewelfde plafond, dat kortgeleden werd gerestaureerd dankzij een grote donatie van de National Lottery. De omlijsting van het plafond is onmiskenbaar oranje: de kleur die de sigarenmakers bewust uitkozen om uiting te geven aan het Nederlandse karakter. Aan de wand hangt in het Hebreeuws een oorkonde met namen van Joodse vrouwen die zich verdienstelijk hebben gemaakt door Toramantels, parochet en dergelijke te maken. Ze dragen typisch Nederlands-Joodse namen: Nijkerk, Engelsman, Koster, Haringman, Beddekoper en De Kroot, waarmee waarschijnlijk De Groot werd bedoeld.
De Britse schrijfster Rachel Lichtenstein is verliefd geworden op deze synagoge. Zij is voorvrouw van het Londense project Our Hidden Histories en werkt aan een tentoonstelling en een boek over de verborgen geschiedenis van Sandys Row. De sjoel staat aan het begin van een renaissance.
Dit artikel verscheen eerder in NIW 06, 5778.