Tientallen Israëlische gevechtsvliegtuigen hebben vanmorgen deelgenomen aan een strafexpeditie tegen het Houthi-regime in Jemen. De bommenwerpers vielen de hoofdstad Sana’a en drie havensteden aan. De operatie was een reactie op ruim een jaar Jemenitische aanvallen op de Joodse staat met ballistische raketten en drones.
Ook vandaag nog schoten de Houthi-terroristen een ballistische raket af op Israël. Deze werd onderschept door het Arrow-antiraketsysteem, waardoor er geen slachtoffers vielen, al richtten de brokstukken ernstige schade aan in de stad Ramat Gan, onder andere aan een school.
De Israëlische luchtmacht doet er alles aan grote aantallen burgerslachtoffers te voorkomen
De maat was vol voor Jeruzalem, dat de Houthi’s lang genegeerd heeft, maar nu het de handen wat meer vrij heeft in Libanon, Gaza en Syrië was het tijd voor vergelding. En waar de sjiitische jihadi’s uit Jemen slechts burgerdoelen weten te treffen, was de Israëlische klap wel op de neus. Israël bombardeerde militaire en economische doelen van de Houthi’s in onder andere de havenstad Hodeida, die bij een eerdere vergelding ook al geraakt was.
De operatie in Jemen was geen gemakkelijke vanwege de grote afstand met Israël, zo’n 2000 kilometer. Daarom namen naast jachtbommenwerpers als de F-15, de F-16 en de F-35 ook spionagevliegtuigen en tankvliegtuigen, waarmee de bommenwerpers in de lucht van brandstof worden voorzien, deel aan de actie. Israël gelooft dat het alle drie de havens die de Houthi’s in handen hebben, lam heeft gelegd. Volgens Jemenitische bronnen kwamen hierbij negen mensen om het leven. Dat dit er zo weinig zijn, bewijst opnieuw dat de Israëlische luchtmacht met chirurgische precisie te werk gaat en er alles aan doet grote aantallen burgerslachtoffers te voorkomen.