TEKST: ESTHER VOET | BEELD: DREAMSTIME E.A.
Noem hem geen starchitect, want dan wordt hij boos. Trots is hij op het feit dat zijn futuristische ontwerpen altijd binnen budget en op tijd worden opgeleverd. Stoppen en van zijn oude dag genieten? Frank Gehry (95) moet er niet aan denken.
Geen enkele stad ter wereld weet beter wat één iconisch gebouw voor je prestige en welvaart kan doen dan Bilbao. Tot in de jaren negentig was de plaats in het Baskenland een verloederde industriestad, getekend door de Spaanse Burgeroorlog, waar je het liefst zo snel mogelijk voorbij reed. Dat veranderde toen in 1997 de deuren van het meteen al legendarische Guggenheim Museum opengingen. Nu komen hele hordes toeristen alleen voor dat gebouw op de stad af, die daar zeer wel bij vaart.
Deze rapsodie in staal en titanium is het geesteskind van Frank Gehry (Toronto, 1929), geboren als Frank Owen Goldberg. Hij groeit uit tot een van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste architect van de afgelopen decennia. Niet slecht voor een jongen wiens vader Irving zich afvroeg wat er in vredesnaam van zijn zoon moest worden. Het Russisch-Pools-Joodse echtpaar Irving en Sadie Goldberg woont met Sadies ouders in het Canadese Toronto als Frank Owen wordt geboren. Later volgt er een zus, Doreen, die carrière zal maken in het onderwijs.
Opa en oma hebben een winkel in bouwmaterialen en gereedschappen. Het restmateriaal fungeert voor hun kleinzoon Frank als speelgoed. Gestimuleerd door oma Leah bouwt hij van de plankjes, sierrandjes en metalen plaatjes in de woonkamer hele steden. Heeft de kleine Frank een idee voor een vorm in zijn hoofd dat niet kan worden gemaakt van de rechthoekige stukjes bouwmateriaal uit opa’s zaak, dan geeft oma hem een stukje challe, zodat hij daarmee zelf de vorm kan boetseren.
Dromer
Van vader Irving leert Frank tekenen, moeder Sadie laat hem kennismaken met de wereld van de kunst.
‘De creatieve genen waren er wel, maar mijn vader vond me maar een dromer’
Gehry: “De creatieve genen waren er wel, maar mijn vader vond me maar een dromer.” Sadie ziet meer in haar spruit en stimuleert hem met haar moeder zijn creativiteit te ontwikkelen. Met oma gaat Frank regelmatig naar de kunstenaarswijk Kensington Market, waar karper wordt gekocht voor de gefilte fisj.
Met opa gaat hij naar sjoel. Bij de bar mitswa geeft opa hem de Joodse naam Ephraïm, maar die zal zowel de familie als Frank zelf nooit meer gebruiken. Opa brengt de tiener de belangrijkste les uit zijn leven bij, uit de Talmoed. Gehry: “Telkens weer liet hij me zien hoe belangrijk het woord ‘waarom’ was. Met die nieuwsgierigheid ben ik opgegroeid. Ik denk dat als je mooie dingen wilt maken, je nieuwsgierig moet zijn, je jezelf ‘waarom’ moet vragen en dat je moet willen ontdekken. Je moet risico willen nemen en kansen willen pakken. Dat komt allemaal voort uit een nieuwsgierige grondhouding zoals die zo mooi beschreven staat in de Talmoed.
‘Ik ben atheïst, maar ik geloof in de Joodse cultuur’
Kijk ook naar de seideravond, waarin alles draait om het woord ‘waarom’. Het zit ingebakken in de Joodse cultuur. Ik ben atheïst, maar ik geloof in die cultuur. Bij alles een vraagteken zetten, dat werd me met de paplepel ingegoten.”
Die houding eist Gehry later ook van zijn opdrachtgevers. Hij blijft ze stimuleren vragen te stellen. “Het gebruik in de architectuur is dat je als architect hoopt dat de opdrachtgever bij je eerste ontwerp al uitroept: ‘O mijn God, je bent een genie!’ Maar zo zit ik niet in elkaar, zo werk ik niet met mensen.”
Goldberg wordt Gehry
Gehry is achttien jaar als hij vertrekt uit Toronto om zijn geluk te beproeven aan de Amerikaanse westkust. Breed heeft hij het niet. Hij neemt allerhande baantjes aan: hij is koerier en vrachtwagenchauffeur, hij probeert het als radiopresentator (geen succes) en als meubelmaker. Lang weet hij niet ‘wat hij later worden wil’. Wel leert hij zijn eerste vrouw kennen, de Joodse Anita Snyder, en trouwt met haar in 1952.
Het is Anita die hem tijdens haar eerste zwangerschap vraagt zijn naam te veranderen. Goldberg klinkt zo Joods en zij is bang dat het altijd aanwezige antisemitisme niet alleen nadelig zal werken voor haar man, maar ook voor hun latere twee dochters. Maar waarom dat Goldberg veranderen in het bepaald niet-alledaagse Gehry? Dat heeft vooral met esthetiek te maken, Frank maakt er een klein sculptuurtje van. Zowel de G als de Y hebben als begin- en eindletter een mooie lus naar beneden. Die letters worden in het midden afgewisseld met een mooie lus van de H, naar boven. Uiteindelijk volgt Frank een opleiding bouwkunde. Het blijkt goed aan te sluiten op die bouwwerkjes van vroeger op oma’s vloerkleed, waar hij zich uren in kon verliezen.
Gehry zit een paar jaar in het leger, waar hij tijdens de opleiding last krijgt van een van zijn benen. Maar klagen doet hij niet. Dat valt een van zijn meerderen op, die hem vraagt: “Wat kun je eigenlijk nog meer?” Gehry antwoordt dat hij architect is. “Kun je aanwijsborden maken?” Gehry, die van de stam ‘ik heb het nog nooit geprobeerd, dus ik denk dat ik het wel kan’ is, antwoordt natuurlijk bevestigend. “Dus,” zo vertelt hij later in The Guardian, “ik kreeg opdracht bordjes te ontwerpen. Daar was ik binnen een week mee klaar. Maar ze hadden me er drie maanden voor gegeven. Dus ontwierp ik nog een stel, en toen nog een stel.” Ook krijgt hij de opdracht ontwerpen te maken voor de militaire kliniek, die hoognodig aan een renovatie toe is, en waar hij zijn been laat behandelen.
Inspiratie
Uiteindelijk wordt Gehry vroegtijdig uit het leger ontslagen en hij schrijft zich in voor een studie stedenbouwkunde op Harvard. Al snel ontdekt hij dat die studie niets voor hem is, hij vindt het er vooral heel saai. “Maar ze gaven me toch een pas waarmee ik allerlei colleges mocht volgen. Dat was het beste wat me ooit is overkomen. Ik ontmoette bij die colleges grote politici en wetenschappers als Oppenheimer.” Afstuderen aan Harvard doet Gehry nooit, maar zijn horizon is verbreed en dat zal hem later geen windeieren leggen.
Eenmaal uit het leger verkast hij enige tijd met vrouw en inmiddels twee dochtertjes naar Parijs, uitgenodigd door een oud-studiegenoot die, een architectuurkantoor heeft opgezet. Daar ontmoet Gehry onder anderen Le Corbusier, wat hij een eer vindt. Hoewel hij de beroemde architect respecteert, vindt hij zijn inspiratie bij anderen. Hij beschouwt zichzelf als een leerling van Frank Lloyd Wright en voelt zich verwant met Pablo Picasso. Maar, vertelt hij tientallen jaren later: “Dit is mijn poolster,” wijzend naar de bronzen Wagenmenner van Delphi, in 470 voor de gewone jaartelling vervaardigd door een anonieme Griek. “Onvoorstelbaar, het roerde mij tot tranen toen ik het voor het eerst zag. Hoe een anonieme kunstenaar iemand duizenden jaren later nog zo kon raken.” De plooien van de kleding van de wagenmenner inspireerden Gehry tot zijn eigen organische ontwerpen. Architectuur, zo zegt hij, werd in de tijd van de antieke stad Delphi net als beeldhouwen beschouwd als een kunst, waar het vak volgens hem ook thuishoort.
Gemiddeld
Gehry’s huwelijk met Anita loopt al in 1956 op de klippen. Hij keert terug naar de Verenigde Staten. Niet naar architectenwalhalla New York, maar opnieuw naar de westkust. Gehry is Los Angeles altijd trouw gebleven, omdat hij vindt dat hij daar creatief veel meer vrijheid geniet. Laat iedereen maar kijken naar New York, met zijn vele regels en veeleisende opdrachtgevers. De werksfeer aan de westkust is veel vrijer en ontspannener, volgens de beginnende architect.

In Los Angeles beginnen de opdrachten binnen te druppelen. Gehry ontwerpt winkelcentra, appartementen en kantoren en experimenteert met materialen die collega’s van hem het liefst links laten liggen, zoals karton – hij maakt er een stoel van – en onbehandeld multiplex. Zijn geesteskinderen brengen geld in het laatje, maar stijgen eigenlijk niet boven het gemiddelde uit. Totdat hij in de jaren zeventig met zijn tweede vrouw, Berta, voor een betaalbaar bedrag een huis uit de jaren twintig koopt dat hij helemaal naar zijn eigen smaak verbouwt. Eigenlijk pakt hij het in, met onalledaagse randen, verschillende materialen, zelfs stalen rasters en platen. Tussen de zichtlijnen door is nog altijd het oorspronkelijke ontwerp te zien in Nederlands-koloniale stijl. “Ons was verteld dat het in het huis spookte. Toen dacht ik: nou, dan hoop ik maar dat het spook een kubist is.”
De Gehry residence leidt tot groot ongenoegen van de buren. Met man en macht proberen ze het in hun ogen spuuglelijke ontwerp tot aan de rechter toe tegen te houden. Tevergeefs. De Gehry’s zijn er dolgelukkig en voeden er hun twee zoons op. Als hij in 1980 thuis een dinertje geeft voor de medewerkers na de opening van een door hem ontworpen winkelcentrum, kijkt de projectontwikkelaar zijn ogen uit. “Is dit wat je echt mooi vindt?” vraagt hij Gehry. De architect antwoordt bevestigend. “Nou, als dat echt zo is, kun je met geen mogelijkheid dat wat je nu van het winkelcentrum hebt gemaakt, mooi vinden. Dus waarom doe je dat dan nog?”
Rijzende ster
Gehry, net de vijftig gepasseerd, neemt die woorden ter harte. Hij rondt de nog lopende commerciële projecten af, neemt geen nieuwe meer aan, slankt zijn kantoor af en begint van voren af aan. En op het moment dat hij zijn hart begint te volgen, begint zijn ster te rijzen. Na het Gehry House in Santa Monica volgt een lange lijst aan meesterwerken. Een kleine greep: het Vitra Design Museum in Weil am Rein in Duitsland en het Chiat-Daykantoor in Venice, Florida, dat bekendstaat als ‘De verrekijker’. De Walt Disney Concert Hall in Los Angeles ontwerpt hij in 1988, maar pas in 2003 gaat het muziekgebouw open. En hij tekent de ‘Dansende huizen’ in Praag, ontworpen in 1992 voor Nationale Nederlanden, geopend in 1996, en nu in het bezit van ING.
En dan, uiteraard, zijn magnum opus: het Guggenheim Museum in Bilbao dat in 1997 de deuren opent. Tal van projecten volgen, waaronder de Fondation Louis Vuitton (een privémuseum in Parijs), en in Arles het Luma Center, geïnspireerd op het werk van Vincent van Gogh. De eredoctoraten en prijzen, waaronder de prestigieuze Pritzker Architectuurprijs, de ‘Nobelprijs’ in Gehry’s vakgebied, beginnen binnen te stromen en de wereld vult zich met zijn altijd herkenbare ontwerpen.
Starchitect
Inmiddels kan Frank Gehry niet meer over straat zonder te worden herkend. Hij is de Messi onder de architecten en mengt zich onder de groten der aarde. Maar noem hem geen starchitect, want dat komt je onherroepelijk op een reprimande te staan. Net zoals hij het niet prettig vindt in een hokje te worden geplaatst. Men noemt hem de koning van de deconstructivisten, maar zelf wuift hij dat weg. Dat hij toch iets heeft met dat sterrendom, bewijst zijn kantoor. Dat hangt vol foto’s waarop hij poseert met Herbie Hancock, Shimon Peres, prinses Diana en Quincy Jones.
In interviews vertelt Gehry smakelijk over internationale celebrity’s
Ook in interviews is de grote architect niet wars van namedropping. Gehry vertelt smakelijk over zijn ontmoetingen met internationale celebrity’s: rapper Jay Z blijkt James Joyce niet te kennen, tot grote hilariteit van Gehry en diens vriend Bono. Hij ontmoet Recep Tayyip Erdogan als die net een maand president van Turkije is: “Ik realiseerde me dat hij een monster was.”. President Maduro van Venezuela vindt hij ‘beangstigend’, en over de Britse oud-premier Boris Johnson zegt hij: “Wat een klootzak.”
Over wie Gehry ook een mening heeft, is Donald Trump. Zodra Trump tot president wordt verkozen, gaat hij emigreren, belooft de architect in 2016. Als ‘The Donald’ tot zijn grote ergernis inderdaad het Witte Huis binnentreedt, nodigt niemand minder dan de Franse president François Hollande hem uit naar Parijs te verhuizen. Gehry blijft toch maar zitten waar hij zit. Hij heeft Trump al in 2010 ontmoet, na de opening van de door hem ontworpen Beekman Tower in New York, vlak bij de Brooklyn Bridge. De wolkenkrabber is precies één voet hoger (30,5 centimeter) dan de Trump Tower iets verderop. Daar is Trump, dan nog handelaar in onroerend goed, niet blij mee. Eerder heeft hij Gehry uitgenodigd om voor hem de hoogste toren van New York te ontwerpen. Een aanbod dat de architect afsloeg.
Gehry: “Hij kon het gewoon niet hebben dat ik ‘nee’ had gezegd. Hij antwoordde: ‘Ik doe het toch, met jou of zonder jou,’ liep de kamer uit en sloeg de deur achter zich dicht. Toen ik hem later weer ontmoette bij een liefdadigheidsdiner, draaide Trump zijn stoel zo dat hij met zijn rug naar me toe kwam te zitten. Ik zei: ‘Dat is toch niet nodig. Waar is je opvoeding?’ Hij antwoordde: ‘Ik heb jou helemaal niet nodig.’ Maar die toren is er nooit gekomen.”
Extravagant
Hoewel Gehry wel voor Nederlandse bedrijven heeft ontworpen, zie Praag, staat er geen enkel gebouw van hem in ons land. Wel heeft hij zich door Nederlandse architecten laten inspireren om ‘groener’ te bouwen. Daartegenover staat dat Nederlandse architecten een en ander van Gehry zouden kunnen leren. Zo weet hij zijn gebouwen ondanks de technische complexiteit altijd binnen budget te houden en worden ze binnen de deadline voltooid. Daarnaast staat Gehry bekend om de kwaliteit van zijn ontwerpen. Ze mogen dan – zeker voor nuchtere Nederlanders – extravagant zijn, zijn gebouwen worden altijd zeer gewaardeerd door de gebruikers.
Dat wil bij egostrelende projecten van collega’s weleens mislopen. Het voormalige hoofdkantoor van ING langs de Amsterdamse Zuidas bijvoorbeeld, van de gerenommeerde ontwerpers Meyer en Van Schooten, leverde vakgenoten die de ontwerpfoutjes moesten herstellen enorme kopzorgen op omdat er technisch van alles mis bleek. Kijken we buiten de Nederlandse grenzen, dan is het oogstrelende, prestigieuze Wetenschapspark in het Spaanse Valencia van Santiago Calatrava berucht omdat het zo lek als een mandje is. Dat zal Gehry, dankzij het gebruik van geavanceerde computersystemen, niet overkomen.
Handtassen
Ook Israël heeft ondanks de enorme bouwwoede die er heerst, nog steeds geen echte Gehry binnen haar grenzen. Daar hoopt men verandering in te brengen. Hoewel diverse ontwerpen van de wereldberoemde architect het niet haalden, lijkt het er nu toch van te komen. Het ontwerp voor het World’s Jewish Museum – niet te verwarren met het Museum van het Joodse Volk, het ANU – ligt klaar om te worden uitgevoerd. Het moet een hommage worden aan wat Joden aan de wereld hebben bijgedragen op het gebied van wetenschap, de kunsten, maatschappelijke ontwikkelingen en de mondiale samenleving. De coronatijd en de oorlog tegen Hamas hebben vooralsnog roet in het eten gegooid. Er zijn geen arbeidskrachten beschikbaar voor de bouw, maar het gaat er vermoedelijk komen.
Intussen hoopt Frank Gehry op 28 februari 2025 zijn 96e verjaardag te vieren. Zijn vermogen wordt geschat op een kleine vijftig miljoen euro en hij werkt nog altijd: dagelijks tot diep in de avond, ook op zaterdagen. Houdt hij zich niet bezig met architectuur, dan ontwerpt hij van alles: zijn eigen jacht Foggy, sieraden voor Tiffany, zelfs handtassen: “Ik hou gewoon van mijn werk. Ik hou ervan dingen uit te denken. Ik ontwerp alles. En ik hou ervan met klanten om te gaan. Het is een spel van fiftyfifty. Ik vind het heerlijk iets moois uit te denken, en dan onder budget uit te komen. Dat gelooft niemand, maar toch is het zo.”

Daarnaast gaf de architect tot voor kort colleges op Columbia University en Yale. Hij was tot zijn 78e fervent ijshockeyer en nam op zijn negentigste nog zijn eerste vlieglessen, naar verluidt samen met Harrison Ford. En hoe zit het met het ontwerp waarmee zijn succes begon, zijn woonhuis in Santa Monica uit 1978? Even werd gedacht dat hij in dat huis wilde sterven. Maar kortgeleden verruilde hij het toch voor een nieuwe locatie. Met zijn tweede vrouw Berta Isabel Aguilera kreeg hij twee zoons. Een van die zoons volgt vader in zijn voetsporen en ontwierp een huis. Daar trok het echtpaar Gehry-Aguilera kortgeleden in.
____________________
Bronnen
Als bronnen voor deze aflevering is onder meer gebruikgemaakt van The Guardian, The atlas of contemporary world architecture, Jewish Journal, The Canadian Jewish News, The Hollywood reporter, Arch20, Albert Einstein College of Medicine en Alain Elkann Interviews.
Deze serie is mede mogelijk gemaakt door Maror. Het artikel verscheen eerder in het NIW10 van 13 december 2024. Frank Gehry is afgelopen week op 96-jarige leeftijd overleden.
