Toen ik mijn neef in Gedera belde om mijn bezorgdheid te delen na weer een serie raketaanvallen uit Gaza, reageerde hij nuchter. “Jullie stappen op de fiets, wij leven als het moet in de schuilkelder.” Hij meende oprecht dat de schuilkelder net zoveel deel is van zijn leven als de fiets van het mijne. Vervolgens zei hij vol overtuiging: “We moeten wel keihard terugslaan. In ons belang, maar juist en meer nog in het belang van de Palestijnen. Pas als Palestijnen in Gaza Israël erkennen en vrede met ons sluiten, hebben hun kinderen net zo’n toekomst als onze kinderen. Of willen Gazanen hun hele leven lijden als kinderen in buurlanden als Libanon en Syrië, om van het lot van de vele vrouwen van hun grootste fan Iran maar te zwijgen? Daarom gun ik ze vrede. Ik wil geen oorlog met Palestijnen, ik wil oorlog met niemand en dat klinkt misschien tegenstrijdig, maar juist daarom moeten we hard reageren. Wij leven niet in Europa maar in het Midden-Oosten, oom Frits, daar heerst een andere mentaliteit.”
Zo, daar kon ik het mee doen als inwoner van het land van de compromissen, waar de sympathie voor Israël afneemt. Het zijn kortom zware tijden, want neef Lior is ook groot fan van Ajax. De topwedstrijden kijkt hij met zijn Palestijnse vrienden in een Ajaxbar in Tel Aviv, waar ze gezamenlijk voor de aftrap bidden voor het welzijn van Abdelhak Nouri, het grote Ajaxtalent dat in 2017 werd getroffen door een hartstilstand. Als Lior in Nederland is, bezoekt hij ‘Appie’ Nouri.
Zero tolerance
Het gesprek over Gaza ging moeiteloos over in een gesprek over Ajax, een wending die me ondanks het treurige voetbal van de club vrolijk zou moeten stemmen. Maar het ging niet over voetbal, Lior had mijn publieke ergernis vernomen over de antisemitische uitingen van AZ-supporters op weg naar de Arena en mijn steun aan burgemeester Femke Halsema die 150 van die aanhangers voor de wedstrijd liet oppakken. Eindelijk zero tolerance, eindelijk een grens trekken na tientallen jaren gedogen of voorwenden dat we niets hebben gehoord.
‘Wij leven niet in Europa maar in het Midden-Oosten, oom Frits, daar heerst een andere mentaliteit’
Lior begrijpt mijn pijn, maar deelt mijn verontwaardiging niet over supporters van tegenstanders van Ajax die liederen zingen als ‘Wij gaan op Jodenjacht’ of ‘Hamas, Hamas, Joden aan het gas’ en over clubsupporters die zingen ‘Wij zijn Ajaxjoden, superjoden’. Op Facebook schreef hij in het Ivriet als reactie op de gebeurtenissen rond Ajax-AZ, vrij vertaald: “Weer geef ik vanuit Israël mijn mening, als Ajaxfan en als Jood. Als de aanhangers van de tegenstanders ‘Joden’ zingen, bedoelen ze niet Joden, zoals het woord wordt uitgelegd, ze richten zich net zo goed tot de christelijke en islamitische Ajax-fans. De bijnaam van Ajaxspelers is nu eenmaal ‘Joden’ en daarom gebruiken zowel de eigen fans als die van de tegenstander dat woord als ze Ajax bedoelen. Let wel, de liedjes die de aanhangers van de tegenpartijen zingen, zijn walgelijk, weerzinwekkend en respectloos tegenover de aanhangers van Ajax. Maar: ze zijn niet doelbewust gericht tegen het Joodse volk. Daarom zijn de gezongen liederen geen uiting van antisemitisme en dus niet antisemitisch.”
Geen idee
Ik respecteer Liors mening. En ik wil ook wel geloven dat de meeste meebrullende supporters geen idee hebben van wat ze zingen, maar kan er niets aan doen dat de liederen me raken tot in het diepst van mijn ziel. Mijn broer moest ooit letterlijk overgeven toen voor hem duizenden Feyenoord-supporters in de Kuip – met de rechterhand naar voren – ‘kankerjoden’ en meer scandeerden. Dus steun ik na veertig jaar vergeefs publiekelijk vragen om maatregelen het keiharde zerotolerancebeleid van de KNVB. Ik steun burgemeesters die aanhangers oppakken die zich racistisch uiten en steun scheidsrechters die na wangedrag, in welke vorm dan ook, van spreekkoren tot het gooien van voorwerpen en bier, de wedstrijd staken.
Zijn we er dan? Nee, de volgende taak is trainers en voetballers, met name de mannen, bijbrengen hoe je als sportende man het voorbeeld geeft aan je supporters en aan onze kinderen. Je bent geen acteur of regisseur van een theaterstuk voor een paar honderd liefhebbers, je bent voetballer of trainer met een miljoenenpubliek. Gedraag je dan als zodanig.