Honderdvijftig jaar na zijn geboortedag op 21 maart werd voormalig wethouder Monne de Miranda geëerd in het Amsterdamse stadhuis. Een portret van de politicus dat jarenlang in het depot had gelegen, werd teruggehangen op een prominente plek.
Monne de Miranda (1875-1942) betekende veel voor de hoofdstad. Hij was een fel bepleiter van de tuinsteden, vond dat ieder kind moest leren zwemmen en zorgde ervoor dat veel arme Amsterdammers een woning kregen toegewezen. Ondanks zijn enorme staat van dienst moest hij in 1939 aftreden toen hij werd beschuldigd van corruptie. Later werd hij volledig gerehabiliteerd, maar toen was het al te laat.
In de oorlog kwam hij in Kamp Amersfoort terecht, waar hij als vooraanstaande Jood nog slechter werd behandeld dan de andere gevangenen. Hij bezweek in 1942 aan zijn verwondingen na ernstige mishandelingen. Burgemeester Femke Halsema bevestigde bij de onthulling op 21 maart: “Een bestuurder met een grote staat van dienst hoort op een prominente plek in het stadhuis.”
3 reacties
Bravo! Wanneer je leest hoe deze man aan zijn einde is gekomen … Verschrikkelijk!
Beter Laat dan Nooit: ” Honderdvijftig jaar na zijn geboortedag op 21 maart werd voormalig wethouder Monne de Miranda geëerd in het Amsterdamse stadhuis.
Een portret van de politicus dat jarenlang in het depot had gelegen, werd teruggehangen op een prominente plek”.
Burgemeester Femke Halsema bevestigde bij de onthulling op 21 maart: “Een bestuurder met een grote staat van dienst hoort op een prominente plek in het stadhuis.” Zo is dat!
NIW is nu ineens opvallend lief voor burgemeester Halsema.