Nederland stopt definitief met de subsidie aan de Palestijnse hulporganisatie UAWC. Dat hebben demissionair minister De Bruijn van Ontwikkelingssamenwerking en minister Knapen van Buitenlandse Zaken besloten.
Medewerkers van hulporganisatie UAWC, gericht op professionalisering van Palestijnse boeren op de Westelijke Jordaanoever, blijken banden te hebben met terreurorganisaties. Eerder waren er al signalen dat die banden er waren, maar bleef de organisatie Nederlands geld ontvangen.
Vorig jaar zette Sigrid Kaag, de voorganger van De Bruijn, de geldstroom op pauze nadat was gebleken dat twee medewerkers van UAWC betrokken waren bij een bomaanslag waarbij een 17-jarig Israëlisch meisje werd vermoord. De mannen waren lid van terreurorganisatie PFLP. Het hulpgeld van Nederland ging deels naar hun salaris.
Kaag beloofde dat er onderzoek zou worden gedaan naar de banden tussen UAWC en terreurorganisaties. Uit het rapport dat onlangs is verschenen kwam naar voren dat er geen aanwijzingen zijn gevonden van geldstromen tussen UAWC en PFLP. Wel stelt het bureau dat het onderzoek deed dat 34 medewerkers van UAWC banden hadden met de terreurorganisatie. In twaalf gevallen waren zij zelfs zowel werkzaam bij de hulporganisatie als de PFLP.
“Het externe onderzoek heeft volgens het kabinet voldoende aannemelijk gemaakt dat er gedurende geruime tijd op individueel niveau sprake was van banden tussen medewerkers en bestuursleden van UAWC en de PFLP”, schrijft De Bruijn aan de Tweede Kamer. “Met name het grote aantal bestuursleden van UAWC met een dubbelmandaat is zorgelijk.”
Foto: Flash90