Wie door Egypte reist en met een officiële staatsgids het Suezkanaal oversteekt, zal steevast een lofzang horen op het heroïsche Egyptische leger dat in 1967 en 1973 de oorlog tegen Israël won.
Nog zo’n fabeltje: Israëli’s zouden schepen in het Suezkanaal tot zinken hebben gebracht met als doel het onbevaarbaar te maken. In werkelijkheid was het Nasser zelf, in 1956, die een aantal schepen tot zinken bracht. De Egyptische man in de straat weet nog altijd niet hoe groot het pak voor de broek was waarmee zijn leger bij herhaling werd afgestraft. Tot op de dag van vandaag werkt die propagandamachine onverminderd door.
De Egyptenaar is trots; noemt zichzelf veel liever Egyptenaar dan Arabier. Egypte is corrupt en de werkloosheid is schrikbarend. Dat wordt verbloemd doordat de regering zich tot doel heeft gesteld iedere soldaat die zijn dienstplicht afmaakt van een baan te voorzien. Maar ja, waar laat je al die jongens? Wel, ze staan bijvoorbeeld het verkeer te ‘regelen’ in de chaotische straten van Caïro of zien dag in dag uit, op een paar meter afstand van elkaar, als bewakers van het Suezkanaal, de schepen en het leven aan zich voorbijtrekken. Je kunt niet anders dan meelij hebben met die jonge mannen die de bloei van hun leven verdoen met nietsnutten.
Het geboortecijfer in het land is nog altijd schrikbarend hoog. Ieder jaar komt er een miljoen Egyptenaren bij en de regering staat onder enorme druk om al die monden te voeden met de relatief beperkte landbouwgronden langs de Nijl en de rivierdelta. Een overschot aan jonge mannen zonder doel en een steeds nijpender wordend voedselprobleem zou ook een grote zorg moeten zijn voor Europa want als vanuit Egypte eenmaal een vluchtelingenstroom op gang komt, zal daar de Syrische import bij verbleken.
Gelukkig staan de Egyptische en Israëlische regering nu op heel wat betere voet met elkaar dan onder Morsi en zelfs Moebarak het geval was. Het feit dat in Tel Aviv de Egyptische vlag op het stadhuis werd geprojecteerd na de IS-aanslag op een bus vol Kopten, geeft daar blijk van. Laten we hopen dat de landen naast hun militaire samenwerking in de Sinaï ook op wetenschappelijk vlak gaan samenwerken, om in ieder geval het in Egypte dreigende voedsel- en waterprobleem (lees ook Silicon Wadi, p.27) het hoofd te bieden. Niet alleen voor de Egyptenaren, maar ook voor ons Europeanen.