Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Nieuws

‘Pathologisch geval of gewoon fraudeur?’

Redactie 11 augustus 2018, 00:00
‘Pathologisch geval of gewoon fraudeur?’

Jacques Barth

Drie zwaargewichten uit Joods Nederland twijfelen aan de wetenschappelijke integriteit van Jacques Barth, de man achter het TreeGenes/Trauma en veerkracht-onderzoek naar effecten van de Shoa op verschillende generaties Nederlandse Joden. Barth blijkt zijn hoogleraarschap uit zijn duim te hebben gezogen. En dat is lang niet alles.

Toen het NIW begin vorig jaar het artikel ‘Over trauma en veerkracht’ publiceerde, stroomden de enthousiaste reacties binnen. ‘Eindelijk’, was het woord waarmee met name tweedegeneratie- Holocaustslachtoffers hun gevoelens het meest onder woorden brachten. Dr. Jacques Barth sprak met kennis en bevlogenheid over zijn onderzoek naar zowel de psychologische als de genetische effecten van de Shoa op slachtoffers van de eerste, tweede en zelfs de derde generatie. Aanmeldingen mee te doen aan het onderzoek kwamen in groten getale binnen en talloze Joodse en niet-Joodse organisaties stonden te trappelen met Barth in zee te gaan.

Dat enthousiasme is inmiddels tot het nulpunt gedaald en omgeslagen in grote scepsis, nu er vraagtekens zijn gerezen over zowel Barths wetenschappelijke als zijn persoonlijke integriteit. Een driemanschap uit de Joodse gemeenschap waarschuwt er nadrukkelijk voor met Barth in zee te gaan. De drie zijn niet de minsten: PvdA-coryfee en bestuurder Harry van den Bergh, Flory Neter, voorzitter van het Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers (VBV) en voormalig bijzonder hoogleraar Holocausteducatie aan de UvA Ido Abram. Van den Bergh, Neter en Abram beschuldigen Jacques Barth ervan zich ten onrechte als hoogleraar te hebben gepresenteerd; onderzoek door het NIW bevestigt de lezing van de drie. Barth zelf hult zich in stilzwijgen.

Ido Abram

Geschrapt
De aanleiding voor de ontmaskering van dr. Jacques Barth leek onschuldig genoeg. Op 16 december 2016 sprak de onlangs overleden hoogleraar Evelien Gans haar afscheidsrede uit aan de Universiteit van Amsterdam. Ido Abram was hierbij aanwezig en trok in de kleedruimte van de Oude Lutherse Kerk zijn toga aan om mee te lopen in het cortège, zoals de academische usance is. Daar trof hij Jacques Barth, cardioloog en een oud-leerling van Abram uit de tijd dat deze nog wiskundeleraar was aan de Joodse Scholengemeenschap Maimonides. “Ik zei tegen Barth: ‘Wat leuk, ik wist niet dat je ook hoogleraar was.’ Toen hij zijn toga aan had, vroeg Barth of iemand een foto van hem kon maken. Dat vond ik raar,” herinnert Abram zich, om te vervolgen: “Ik vertelde dit thuis aan mijn kinderen en die zeiden: ‘Ach papa, dat is typisch Amerikaans, overal een foto van nemen. Maar ik werd nieuwsgierig en stuurde Barth een mail: waar ben je hoogleraar geworden? Amsterdam of Leiden? Daar kreeg ik geen antwoord op, wat ik vreemd vond. Toen las ik dat hij hoogleraar is geweest aan de University of Southern California.”

Negen van de tien collega-hoogleraren hadden het hierbij gelaten (net als negen van de tien journalisten, maar daarover later meer). Zo niet Ido Abram. “Ik check weleens wat,” zegt Abram met een glimlach. Hij schreef de president (het Amerikaanse equivalent van een rector magnificus) van de University of Southern California (USC), een topuniversiteit in Los Angeles met bijna 50.000 studenten en meer dan 20.000 man personeel, met de vraag of Barth er inderdaad een aanstelling als hoogleraar had, zoals deze vermeldt op onder meer zijn LinkedIn-pagina. Abram kreeg een verbluffende mail terug van niemand minder dan Dennis Cornell, chief of staff van USC. In deze mail, in bezit van het NIW, schrijft Cornell dat Jacques Barth vanaf 1986 ‘visiting research assistant professor of medicine’ was, maar dat hij in 1991 terugkeerde naar Nederland en gewist werd uit het personeelsbestand van de universiteit. In 1995 kwam Barth opnieuw naar USC, schrijft Cornell, in afwachting van een benoeming als ’associate professor of medicine and preventive medicine’. ‘Associate professor’ is in het Amerikaanse systeem een rang onder die van hoogleraar, vergelijkbaar met een universitair hoofddocent bij ons. Maar het kwam nooit tot een aanstelling, is te lezen in Cornells e-mail; op 30 juni 1998 vertrok Barth en werd hij opnieuw uit het personeelsbestand geschrapt – zonder dat het ooit tot een aanstelling als associate professor kwam.

‘Hij had geen hypothese, geen theorie, geen voorspellingen, niets’

Doodzonde
Cornell voegt de volgende, veelzeggende woorden toe aan dit overzicht: “Dr. Barth heeft al vele, vele jaren geen relatie meer met USC. Het lijkt erop dat zijn benoeming nooit is goedgekeurd en dat hij vertrokken is. Het is verontrustend [cursivering van het NIW] dat op zijn LinkedIn-profiel staat dat hij nog steeds bij USC werkt.” Inderdaad verontrustend, het ‘opleuken’ van een curriculum vitae is een doodzonde in de wereld van de wetenschap en het verzinnen van een aanstelling als hoogleraar al helemaal. Barth meldt op zijn LinkedIn-pagina dat hij van september 2007 tot april 2016 Professor of Medicine is geweest, verbonden aan het Department of Family Medicine van USC. Kan het om een misverstand gaan? Heeft de USC-chief of staff misschien niet alle data ter beschikking? Het lijkt onlogisch, maar voor de zekerheid neemt het NIW contact op met de Keck School of Medicine, de medische faculteit van USC. Na zesmaal doorverbonden te worden krijgen we Louise Wallace, de personeelscoördinator van het Department of Family Medicine aan de lijn. Nee, zij heeft nog nooit gehoord van een professor Jacques Barth, maar ze zal het uitzoeken.

Wallace schrijft het NIW vervolgens een e-mail met een verklaring die weliswaar juridisch voorzichtig is (je weet immers maar nooit in de litigieuze Amerikaanse samenleving), maar aan duidelijkheid weinig te wensen overlaat: “Ik kan geen relatie vinden tussen Jacques Barth en USC, betaald noch als vrijwilliger.” Feit is dat Barth zich naar buiten toe als hoogleraar van USC heeft gepresenteerd en dat van zijn aanstelling geen enkel bewijs te vinden is, dat deze zelfs door de universiteit ontkend wordt. Volgens Harry van den Bergh, ex-voorzitter van de stichting die Barths onderzoek mogelijk moet maken, heeft Jacques Barth zich ook naar collega’s, partners en potentiële geldschieters toe nadrukkelijk als hoogleraar gepresenteerd. Ook naar het NIW toe heeft Barth zich als zodanig voorgedaan. In een door hem aan ons toegestuurd cv staat inderdaad ‘Hoogleraar University of Southern California, Keck School of Medicine’. In de concepttekst van het artikel ‘Over trauma en veerkracht’ wordt verschillende malen over ‘professor Barth’ geschreven. Hij heeft de tekst vooraf ter inzage gehad maar nagelaten aan te geven dat dit onjuist was. Uiteraard heeft het NIW Jacques Barth de gelegenheid gegeven te reageren op de beschuldigingen. Zijn reactie: “Geen commentaar.”

Harry van den Bergh: ‘Zijn reactie was: ‘Het is allemaal flauwekul’. Hij ontkende alles’

‘Opschonen’
“Was het hier maar bij gebleven,” verzucht Harry van den Bergh in zijn met moderne kunst gevulde villa in Amstelveen. Ondanks de twijfels over Barths academische integriteit – Van den Bergh was inmiddels ingeseind door Abram – wilde de oud-politicus de onderzoeker nog een kans geven. Vanwege het grote belang van het onderzoek voor de Joodse gemeenschap. “Ik heb hem hier naar mijn studeerkamer laten komen en tegen hem gezegd: ‘Je moet je cv opschonen.’ Dat woord heb ik gebruikt. Ik wilde het kind niet met het badwater weggooien. Nu denk ik dat het naïef was te denken dat de zaak daarmee opgelost was. Toch sta ik daar nog steeds achter. Mijn dilemma was: help ik dit onderzoek, deze opzet de vernieling in, ja of nee? Als hij zijn cv had opgeschoond en daar later mee was geconfronteerd, had ik hem verdedigd. Maar zijn reactie was: ‘Het is allemaal flauwekul’. Hij ontkende alles.”

Niet alleen USC werd gebruikt om het cv van Jacques Barth aan te dikken, hij schermde ook met een aanstelling bij de Rijksuniversiteit Leiden. Eric Vermetten, hoogleraar medisch-biologische en psychiatrische aspecten van psychotrauma in Leiden, was in een vroeg stadium betrokken bij Barths project: “Ik heb hem er zelf op aangesproken dat hij zich afficheerde als hoogleraar in Leiden. Dat heeft hij moeten terugtrekken en dat heeft hij ook gedaan. Hij compromitteerde daarmee zijn eigen integriteit en je doet er het belang van het onderzoek teniet mee.” Vermetten en Bart Rutten, hoogleraar in de Neurowetenschappen van Psychische Stoornissen aan de Universiteit van Maastricht, moesten zorgdragen voor de wetenschappelijke integriteit van het onderzoek. De Arq Expert Groep, waaraan Vermetten ook verbonden is, was een belangrijke pijler. Totdat ook bij hen Barths gegoochel met titels aan de orde kwam. Vermetten: “Jacques Barth afficheerde zich met een andere affiliatie dan hij daadwerkelijk had. Daar werd men wakker op en daar heeft men hem op aangesproken. Daarop hebben wij gezegd dat wij niet verder willen met iemand die iets anders blijkt dan hij zegt dat hij is. Toen heeft Arq gezegd: wij stoppen onze bemoeienis met Jacques Barth. Dat heeft ook het Leids Universitair Medisch Centrum gedaan en vervolgens bijna elke andere partij.”

Partnerschap
Inderdaad, de partners die met zoveel enthousiasme op het onderzoek hadden gereageerd verlieten een voor een het zinkende schip. Het NIOD Instituut voor Oorlogs- Holocaust- en Genocidestudies stopte, gevolgd door Flory Neters VBV en het Joods Historisch Museum (JHM). Opvallend is dat het JHM nog wel op Barths TreeGenes-website als partner vermeld staat. Desgevraagd reageert Moncef Beekhof, manager marketing en communicatie van het Joods Cultureel Kwartier (JCK), waar het JHM toe behoort, verbaasd: “Dit is niet correct, dat wisten we niet en we zullen ze vragen ons [van de lijst] te verwijderen.” Verder verwijst Beekhof naar een bericht op de website van het Joods Cultureel Kwartier waarin het JCK zich schaart achter de beslissing van het NIOD van 14 december 2017 alle banden met Barth te verbreken.

Dezelfde verbazing is te bespeuren bij Judith Meijer, directeur van Joods Maatschappelijk Werk (JMW), wanneer zij hoort dat ook haar organisatie als partner op de TreeGenes-site wordt vermeld. “Er is geen relatie met deze meneer [Barth] en we hebben daaraan ook geen behoefte,” zegt Meijer afgemeten in een telefonische reactie. Maar op deze manier is het wel moeilijk na te gaan wie nog wel partner is van TreeGenes. Op de website prijken nog steeds de namen van onder andere de Universiteit van Maastricht, de USC Shoah Foundation (ondanks de stellige woorden van USC-chief of staff Dennis Cornell), het gezaghebbende Max Planck-instituut in München en de Hebrew University in Jeruzalem. De vraag is of deze instellingen zelf allemaal wel op de hoogte zijn van hun ‘partnerschap’ met het project van Jacques Barth. “Je zou diep onder de indruk raken van al die namen,” zegt Harry van den Bergh, “maar in het geval van de Hebrew University weet ik dat het helemaal niet waar is.” Van den Bergh weet als lid van het executive committee van de Board of Governors van de universiteit in Jeruzalem waarover hij spreekt: “Ik heb Barth zelf in contact gebracht met de wereldberoemde hoogleraar [Moleculaire Neurowetenschap] Hermona Soreq. Hij heeft haar een keer gesproken, meer contact is er niet geweest.”

Harry van den Bergh

Vernietigend oordeel
Naast de twijfels over Barths cv zijn er ook vraagtekens bij zijn wetenschappelijke capaciteiten, zeker nu academische zwaargewichten als Rutten en Vermetten niet langer aan zijn project zijn verbonden. Eric Vermetten vindt nog steeds dat Jacques Barth alle lof toekomt voor het initiatief voor zijn onderzoek, maar geeft ook aan dat Barth ‘niet wetenschappelijk geëngageerd’ is: “Hij heeft geen kennis van het doen van wetenschappelijk onderzoek. Laat dat duidelijk zijn. Hij compromitteerde zijn eigen integriteit en heeft het belang van het onderzoek daarmee geschaad.” De kans dat Barth nog een rol kan spelen wanneer zou worden besloten het onderzoek naar de psychische en fysieke consequenties van de Holocaust voor slachtoffers van de eerste, tweede en derde generatie nieuw leven in te blazen, schat Vermetten in als ‘bijna nihil’.

Alfred Lange, emeritus-hoogleraar Klinische Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam, gaat een stap verder. Lange werd door Harry van den Bergh ingeschakeld om ‘eens met Barth te gaan praten’ en een oordeel te geven. “Dat gesprek bij mij thuis heeft nog geen uur geduurd,” vertelt Lange, “Meer was ook niet nodig, hij wist niets van onderzoek.” Volgens Lange had Barth ‘geen hypothese, geen theorie, geen voorspellingen, niets.’ Een vernietigend oordeel voor een onderzoeker, die benadrukt dat hij ook al vóór dit gesprek waarschuwde voor Barth. Lange kan zich niet voorstellen dat zoveel bestuurders, geldschieters en zelfs wetenschappers met hem in zee wilden gaan. “De man is totaal incapabel en er was geen onderzoeksplan. Ik begrijp niet dat men dit niet veel eerder heeft ingezien. Als je er een beetje verstand van hebt, zie je dat zo. Dus heb ik Harry gewaarschuwd: dit kan niets zijn.” Ook al zou het cv wel hebben geklopt , dit onderzoek had nooit op de voorgestelde manier omarmd mogen worden, benadrukt Lange.

Bij dit alles rijst de vraag hoe Barth er aanvankelijk in slaagde zovelen te overtuigen met hem in zee te gaan

Voor Van den Bergh was de maat vol: mei vorig jaar stapte hij op als voorzitter van Barths stichting. Op 30 mei 2017 werd hij volgens gegevens van de Kamer van Koophandel vervangen door Avi Ovadiah, bestuurder bij het Nederlands- Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) in Amsterdam. De andere twee bestuursleden van de ‘Stichting Dr. Jeremias Barth voor (genetisch) onderzoek naar oorlogstrauma’ zijn Maria Judille van Beurden Cahn, ‘onderwijsspecialist’ van het NIOD (ondanks het feit dat deze organisatie zelf gebroken heeft met het project), met wie Barth volgens oud- medewerkers een relatie heeft, en Jacques Barth zelf.

Keihard
Naast zijn schijnbaar verzonnen hoogleraarschap(pen) en zijn volgens kenners gebrekkige wetenschappelijke achtergrond is er nog een aspect aan Jacques Barth dat de wenkbrauwen van bestuurders in Joods Nederland heeft doen fronsen: de keiharde manier waarop hij iedereen aanpakt van wie hij vermoedt dat zij een bedreiging vormen voor zijn imago als onomstreden wetenschapper. Ido Abram kan erover meepraten; toen Barth erachter kwam dat hij informatie aan het inwinnen was over zijn academische kwalificaties, ontving de oud-Maimonidesleraar een dreigende mail van Barth: “Met aanvankelijk verbazing en inmiddels regelrechte afschuw heb ik gemerkt dat jij mij en mijn verleden natrekt,” schrijft Barth in een e-mail die in bezit is van het NIW. Om vervolgens Abram te dreigen met een aanklacht wegens ‘entrapment en slander’ (sic), uitlokking en laster in het Nederlands. Barth beweert dit afgesproken te hebben met USC, wat niet bepaald voor de hand lijkt te liggen, gezien de inhoud van Dennis Cornells eerder genoemde mailwisseling met Abram. Ook dreigt Barth naar het curatorium van de UvA en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) te stappen. “Ik was er niet bijzonder van onder de indruk,” zegt Abram laconiek.

Barth ging verder dan dat. In verschillende e-mails uit hij zijn minachting voor zijn – voormalige – partners in het TreeGenes-project. In een mail aan directeur Frank van Vree van het NIOD schrijft hij over Eric Vermetten dat deze ‘geen enkele ervaring heeft met de problematiek’ en doet hij het voorkomen alsof hij met Arq heeft gebroken in plaats van andersom. Ook beschuldigt Barth Arq ervan de privacy van de deelnemers aan het project ‘niet te kunnen garanderen’. Harry van den Bergh krijgt het zwaar te verduren in verschillende door Barth geschreven mails: hij wordt er samen met Flory Neter van beschuldigd ‘de boel aardig aan het schijten te hebben gekregen’. Barth beweert dat zijn ‘credentials helemaal kloppen’ en begeeft zich vervolgens in het rijk van de complottheorieën: “De overheid stookt inmiddels het vuurtje aardig mee op en brengt veel mensen aan het schrikken.” Waar dit stoken zich op betrekt wordt niet uitgelegd.

In een andere mail beschuldigt Barth Van den Bergh ervan dat zijn beslissing op te stappen als voorzitter van zijn stichting de TreeGenes-studie heeft ‘opgezadeld met een onsmakelijke zaak’ en verzoekt hij Van den Bergh ‘helder en dwingend’ zich te onthouden ‘van alle mededelingen aan derden omtrent de kennis die je in jouw functie opdeed.’ Om er dreigend aan toe te voegen: “Dit voorstel wordt eenmalig gedaan.”

Flory Neter: ‘Ik voelde mij echt geïntimideerd. Barth is een bully’

Maar Barth gaat verder, veel verder. Op 3 oktober vorig jaar stuurt hij een mail naar Flory Neter waarin hij de bestuursvoorzitter van Arq, Jan-Wilke Reerds, ervan beschuldigt ‘vanwege racistische redenen’ zijn project ‘naar de prullenbak te hebben verwezen.’ En een aanvankelijk enthousiaste Joodse pleitbezorger van het TreeGenes-project krijgt, wanneer deze vraagtekens zet bij de wetenschappelijke onderbouwing van het onderzoek, een woedende mail (in bezit van het NIW) waarin Barth refereert aan ‘de gesprekken met jouw kinderen’: “Ik heb hun pijn gezien en hoop dat je in staat zult zijn tot een meer oprechte communicatie,” schrijft Barth. Maar nergens blijkt hoe wild Jacques Barth bereid is om zich heen te slaan, als in zijn behandeling van Flory Neter, voorzitter van het Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers (VBV).

Flory Neter

Nadat Neter is ingeseind over de perikelen rond Barths curriculum vitae besluit zij namens VBV te vragen om zijn ‘geloofsbrieven’. Barth antwoordt haar dat hij deze al aan Harry van den Bergh heeft getoond, die dit echter ten stelligste ontkent. Op vakantie in Zweden ontvangt Neter een e-mail van Barth. Neter: “Bijgevoegd stuurde hij me in het kader van ‘o nee, ben ik geen professor?’ de foto van een kaartje met zijn naam erop. Ik riep tegen mijn echtgenoot ‘hahaha, dit is een kaartje van de fietsenstalling’.” Neter was dichter bij de waarheid dan zij kon vermoeden. Op de foto is een pasje te zien met het logo van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), een foto van Barth en de tekst ‘prof. dr. J.D. Barth’. Als Neter de foto doorstuurt aan professor Pancras Hoogendoorn, decaan van het LUMC, krijgt zij een bericht terug van Bert van Hemert, hoogleraar en hoofd van de afdeling psychiatrie van het LUMC. Van Hemert laat weten dat Barth géén aanstelling heeft in Leiden en er al helemaal geen hoogleraar is of is geweest. Het kaartje in kwestie, schrijft hij verder, geeft niet meer dan toegang tot de bibliotheek en… inderdaad, de fietsenstalling. “Ik heb drie dagen lopen snikken van het lachen,” herinnert Neter zich.

Het lachen vergaat haar snel. Nadat ook het VBV zijn banden met Barth en zijn onderzoek heeft verbroken, besluit Neter dat het tijd wordt de buitenwereld, en dan vooral de kwetsbare (potentiële) deelnemers aan het project, te waarschuwen. Zij schrijft op 29 september vorig jaar een column voor de website van het VBV die een paar dagen later op de website jonet.nl wordt geplaatst. Neter vergelijkt het onderzoek van Barth met een aantal reclameslogans, onder andere het bekende ‘uw kat vraagt erom’ van Whiskas. Het VBV en andere organisaties hebben zich laten verblinden door Barths ideeën en presentatie, is haar stelling. Vervolgens schrijft Neter over zijn academische kwalificaties en spreekt zij de zorg uit dat de onderzoeker zonder medisch-ethische toetsing interviews, maar ook wangslijm en bloedmonsters (voor het genetische deel van zijn project) zal afnemen. Tot op heden heeft het NIW niet kunnen achterhalen of dat laatste ook is gebeurd, Jacques Barth heeft verschillende malen geweigerd onze vragen hierover inhoudelijk te beantwoorden.

Laster en smaad
De consequenties laten niet lang op zich wachten. Barth stuurt maar liefst drie advocaten van drie verschillende kantoren op Neter af, die eisen dat het artikel binnen 24 uur wordt verwijderd: achtereenvolgens mr. H. Loonstein in Amsterdam (op 16 oktober 2017), mr. B.J. de Groot in Haarlem (1 november 2017) en mr. P.C. Knijp in Rotterdam (14 november). Alle drie de advocaten laten de zaak lopen na inhoudelijk verweer van de advocaat van VBV. Toch maken Barths acties indruk: “Het VBV is een vrijwilligersorganisatie, wij hebben geen diepe zakken. Vanaf het moment dat advocaten erbij betrokken raken, gaat de financiële teller lopen,” zegt Neter. Tenslotte doet Barth aangifte tegen Flory Neter wegens laster en smaad, zoals hij ook al in mails aan verschillende personen had
aangekondigd.

‘Laten we niet vergeten dat de klok tikt’

De VBV-directeur ontvangt een brief van de politie dat zij geacht wordt op het bureau in Beverwijk te verschijnen. Neter: “Ik dacht, ik laat gewoon mijn advocaat een briefje schrijven naar de rechercheur in kwestie en dan is het af. Maar nee, dan krijg ik een mail van de rechercheur dat de officier van justitie heeft gezegd: ‘Als die mevrouw niet welwillend komt dan wordt ze gewoon van huis gehaald’. Toen ben ik naar Beverwijk gegaan, het meest droefgeestige politiebureau dat je je kunt voorstellen.” Flory Neter vertelt hoe zij daar vier uur lang wordt verhoord: “Ik was er ziek van, dagenlang. Je krijgt vragen als: bent u aan drugs verslaafd, bent u ooit seksueel misbruikt of mishandeld in uw gezin?” Geconfronteerd met bewijs dat Neter niet meer dan de waarheid heeft gesproken en geschreven besluit het Openbaar Ministerie uiteindelijk de zaak te seponeren. Toch houdt zij er een nare smaak in de mond aan over: “Ik voelde mij echt geïntimideerd. Barth is een bully.”

Dr. Jacques en Mr. Hyde
Bij dit alles rijst de vraag hoe Jacques Barth er aanvankelijk in slaagde zovelen te overtuigen met hem in zee te gaan: bestuurders, wetenschappers en ja, ook de pers. Schrijver dezes was zelf zeer onder de indruk van de charme en kennis – in ieder geval naar de welwillende leek toe – van Barth. Een enthousiast artikel in het NIW, ‘Over trauma en  veerkracht’ was het gevolg. Op geen enkel moment kwam de gedachte bij mij op te controleren of Barths curriculum vitae van verzinsels aan elkaar hing. In alle eerlijkheid, geen enkele journalist zou dat doen – ook niet eentje die werkt voor een dag- of weekblad met meer dan drie schrijvende redacteuren. De mogelijkheid dat een onderzoeker zich ten onrechte als hoogleraar presenteert, ligt simpelweg buiten het voorstellingsvermogen van de meeste journalisten, bestuurders en wetenschappers. Maar niet buiten dat van Ido Abram. “In de Talmoed staat dat als je liegt dat groot moet wezen, dan geloven ze je. Maar ik weet nog steeds niet of Barth een pathologisch leugenaar is of gewoon een fraudeur.”

Ido Abram ‘In de Talmoed staat dat als je liegt dat groot moet wezen, dan geloven ze je’

Uiteindelijk kent de affaire alleen maar verliezers. “We wilden er allemaal ontzettend graag in geloven,” zegt Flory Neter. Harry van den Bergh valt haar bij: “Tot Ido mij belde heb ik geen vermoeden gehad, noch enige aarzeling. Dat zeg ik met nadruk. Integendeel, ik was zeer onder de indruk.” Ook Neter vond Barth aanvankelijk ‘zeer charismatisch’. Van den Bergh benadrukt dat hij zijn verhaal met pijn in het hart uit de doeken heeft gedaan: “Een kwetsbare groep mensen heeft onterecht hoop gekregen, die hoop was op valse gronden gebaseerd, het is in hoge mate fake.” Barths wetenschappelijke geloofwaardigheid lijkt tot een dieptepunt gedaald; zijn afwisseling van charisma en charme met agressie en ongefundeerde beschuldigingen hebben, als bij een moderne Dr. Jekyll – Dr. Jacques in dit geval – en Mr. Hyde ertoe geleid dat hetzelfde is gebeurd met zijn persoonlijke geloofwaardigheid.

Toch willen Van den Bergh en Neter in samenwerking met de hoogleraren Rutten en Vermetten na de zomer ‘als het stof wat is neergedaald’ kijken of zij verder kunnen met het onderzoek. Door het te verbreden en uit te breiden met de tijdens de Tweede Wereldoorlog vervolgde Sinti en Roma, de slachtoffers van de Hongerwinter en de Nederlanders die in de Japanse concentratiekampen werden geïnterneerd, hoopt dit viertal de maatschappelijke waarde te verhogen en op die manier fondsen te kunnen werven. Hoogleraar Eric Vermetten waarschuwt: “De groep waarom het gaat [de eerste generatie Holocaustoverlevenden] wordt steeds kleiner. Wat er allemaal is gebeurd, dient niemands belang. We moeten niet het kind met het badwater weggooien, dit onderzoek blijft onverminderd belangrijk. We moeten nu oppassen dat we niet al onze aandacht stoppen in wat we vinden van Jacques Barth en daarmee de doelgroep waar het om gaat uit het oog verliezen. Laten we niet vergeten dat de klok tikt.”

Foto Barth: Bart Schut
Foto’s Ido Abram, Harry van den Bergh en Flory Neter: Claudia Kamergorodski

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *