Hoe we vooral dankzij sociale media in onze eigen bubbel terecht zijn gekomen, is de laatste tijd goed te zien. Heb je empathie voor de positie van boeren, dan ben je al snel een extreemrechtse klimaatontkenner. Zeg je wat over extreme elementen tijdens hun protesten, ben je een boerenhater. Veel smaken ertussen lijken er niet te zijn. Tot in landelijke kranten zorgen columnisten met grote woorden voor verscherping van de polarisatie, de stem van de rede lijkt niet meer relevant. Nog een voorbeeld van een strijd tussen bubbels: de agressie van personen met een Palestijns vlaggetje bij hun naam, en bij het minste of geringste ‘antisemitisme!’ brullende tegenstanders.
Om een punt te maken worden superlatieven uit de kast getrokken, vaak door personen die hun huiswerk (bewust?) niet doen. Er heerst een heuse stammenstrijd in ons land en er zijn politici – lezen jullie mee, Sylvana, Thierry en Gidi? – die met grote woorden bewust olie op het vuur van de frustratie gooien.
Buiten ons land is het al niet veel beter, sommige stammen voeren daar fysiek strijd. Al jaren pleit ik voor integratie van het begrip groepsdynamica in het onderwijs. Als je al jong leert hoe de mens evolutionair is geprogrammeerd voor kudde-instinct, groepsloyaliteit en de neiging altijd een zondebok te kiezen, kun je je er wellicht beter van losmaken. Op deze door de mens bezette planeet, waar tal van waarheden door elkaar heen krioelen en meningen vaak voor feiten worden aangezien, wordt het er niet gezelliger op. Uit angst voor het grote worden persoonlijke problemen als groter gezien. We zien het ook bij het NIW: het kleinste nieuws, het dichtst bij huis, krijgt vaak veel meer aandacht dan ernstiger uitdagingen, waar toch ook van alles over te zeggen valt.
Deze week publiceerde NASA de eerste adembenemende beelden van de Webbtelescoop die ons de grootsheid van dat oneindig lijkende heelal toont, en waarmee we weer met de neus op de nietigheid van onze planeet worden gedrukt. Ik moest denken aan de aan Albert Einstein toegeschreven woorden: “Twee dingen zijn oneindig: het universum en menselijke domheid, en van dat eerste ben ik niet zeker.” We kunnen na het zien van die prachtbeelden in ieder geval opnieuw vaststellen dat de schepping nog veelomvattender is dan aangenomen. Wat ons eens te meer zou moeten doen beseffen: alles is relatief