Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Commentaar

Rotte appel

Commentaar hoofdredacteur Esther Voet

Esther Voet 05 maart 2020, 07:43
Rotte appel

Niets menselijks is de vele spelers in de Tenach vreemd. Alle gevallen van menselijk falen die we in het dagelijks leven anno 2020, 5780 zo u wilt, tegenkomen, kennen hun tegenhanger in die duizenden jaren eerder geschreven verhalen. Liefde, jaloezie, overspel, oorlog, moord: haal het archaïsch taalgebruik weg en je leest geschiedenissen die in een modern jasje gestoken, zo, geheel geloofwaardig, de huidige actualiteit in zouden kunnen springen.

Echte rotte appels vinden we ook in de Tenach, zoals Agag, koning van de Amalekieten, van wie Haman, de grote boosdoener in Megilat Ester, een afstammeling zou zijn. Ik vraag me af wat voor jeugd die verwrongen geesten hebben gehad. Zou Haman als kind van zijn moeder geen liefde hebben gekregen? Zou er een Joodse stiefvader zijn geweest die hem regelmatig in elkaar heeft getremd waardoor die enorme haat tegen Joden is ontstaan? Of zouden er andere verzachtende omstandigheden zijn geweest? Wellicht een persoonlijkheidsstoornis?

Feit is dat intens slechte mensen bestaan. Rotte appels zijn van overal en van alle tijden. Die gedachte kwam in me op toen ik deze week het proces volgde van de al eerder voor verkrachting veroordeelde Gökmen T., de man die vorig jaar, twee dagen voor Poeriem, in Utrecht een aantal trampassagiers de dood injoeg. Verminderd toerekeningsvatbaar zijn hoeft niet te betekenen dat je slecht bent. Een orthodoxe stroming in de islam aanhangen, ook niet. Zijn moeder verdedigde haar zoon nota bene door te zeggen dat Gökmen het ene halfjaar Jood was, het andere halfjaar moslim, om maar aan te tonen dat Gökmen helemaal niet zo radicaal was. Een slechte jeugd houdt niet in dat je gedoemd bent de rest van je leven te mislukken. Er werd niet eens geprobeerd deze man te beschuldigen van een psychose, want als hij die had gehad, zat hij er nog steeds in: zijn minachtende grijns, fluimen naar zijn advocaat, genieten van het verdriet van slachtoffers en familieleden. Niet vaak wordt Nederland zo geconfronteerd met de intense slechtheid die één persoon in zich kan dragen.

Hoe hard we ook proberen goed te zijn, verreweg de meesten van ons zitten tussen goed en kwaad in. Gelukkig overwint in het Poeriemverhaal het goede, waardoor we nu een stevig feestje kunnen bouwen en de redactie onschuldiger en kwaadaardiger grappen kan verzinnen. Geniet ervan. En u bent gewaarschuwd.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *