Een islamitische activist in Zweden ziet af van zijn voornemen in het openbaar een Tora en een Bijbel te verbranden. De man had toestemming gekregen van de Zweedse politie dat te doen, nadat een Iraakse man twee weken geleden bij een moskee in Stockholm een Koran in brand had gestoken. Dat leidde tot grote woede onder moslims en islamitische autoriteiten, met name in het Midden-Oosten.
“Ik zal geen heilige boeken verbranden, niemand zou dat moeten doen,” gaf Ahmad Alush als verklaring waarom hij afzag van zijn voornemen. “Het is in tegenspraak met de Koran. Ik wil laten zien dat de vrijheid van meningsuiting grenzen heeft waarmee rekening gehouden moet worden.” De Zweedse autoriteiten hadden toestemming gegeven voor zijn actie, net als zij dat eerder hadden gedaan bij de Iraakse man die een Koran verbrandde. In Zweden wordt de vrijheid van meningsuiting ruimer geïnterpreteerd dan in de meeste landen.
‘Provocatief, racistisch, antisemitisch en misselijkmakend’
“We moeten respect voor elkaar hebben, we leven in dezelfde samenleving,” aldus Alush. “Als ik een Tora verbrand, iemand anders de Bijbel en weer iemand anders de Koran, krijgen we een oorlog hier.” Toch lijkt enige twijfel op zijn plaats wat betreft de motieven van Alush. Zijn Tora-verbranding had hij gepland bij de Israëlische ambassade in Stockholm, maar de Joodse staat was in geen enkel opzicht partij in het conflict, voordat Alush met zijn aankondiging kwam. Ook komt de woede over de Koranverbranding wat geforceerd over, gezien alle verboden van boeken in de islamitische wereld, en de consequenties voor schrijvers daarvan – denk aan Salman Rushdie.
Verschillende internationale Joodse organisaties hadden zich uitgesproken tegen de aangekondigde Tora-verbranding in Zweden. De Amerikaanse antisemitismebestrijdster Deborah Lipstadt zei dat dit ‘een klimaat van angst’ zou creëren, met name voor de 15.000 tot 20.000 zielen tellende Joodse gemeenschap in Zweden. Het Europees Joods Congres noemde de actie ‘provocatief, racistisch, antisemitisch en misselijkmakend’. En de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Eli Cohen sprak van een ‘hate crime’, een haatmisdrijf.