We zijn weer terug in ons eigen huis na bijna tien dagen Londen voor de choepa van onze kleindochter. Gisteren was ik knettervroeg opgestaan, om 4 uur in de ochtend, omdat onze boot (Harwich–Hoek van Holland) om 9 uur zou vertrekken. Nou had ik dus de gedachte om op de boot in de lounge de hele overtocht te gaan slapen, maar het pakte geheel anders uit. Aanstaande zondag moet ik in Nationaal Monument Kamp Vught een toespraak houden bij de herdenking van de zogenaamde Kindertransporten, die tachtig jaar geleden hebben plaatsgevonden. Er was mij gevraagd om mijn toespraak, zoals te doen gebruikelijk, op papier te zetten voor het geval iemand de tekst zou willen opvragen. Maar eigenlijk spreek ik liever spontaan met uiteraard wel in mijn hoofd de gedachte die ik wil overbrengen, maar niet meer dan dat.
Voordeel is de spontaniteit en de beleving die ik zelf ter plekke ervaar, nadeel is echter de tijd. Spontaan heeft als risico dat ik niet goed zou weten wat te zeggen en misschien ter plekke mijn inspiratie tekort zou schieten en mijn toespraak te kort zou worden. Maar hiervoor ben ik niet bevreesd, zo heeft ervaring mij geleerd. Maar door afhankelijk te zijn van mijn inspiratie (= gevoel) kan de toespraak uitlopen en komt het programma in de knel te zitten omdat er meerdere sprekers zijn, er muziek is en een stiltemoment. En dus had ik net voordat ik mijn uiltje wilde gaan knappen, besloten te voorkomen dat mijn toespraak zondag gaat uitlopen, toch maar mijn overpeinzing gevolgd door een jizkor en twee minuten stilte, aan het digitale papier toe te vertrouwen.
En zo heb ik van de zeven uur overtocht zo’n vier uur zitten schrijven. Voordeel is wel dat ik voor zondag aanstaande ook al mijn dagboek klaar heb, want ik had besloten om die toespraak dan meteen als dagboek te versturen. En omdat ik toch al aan de computer zat, heb ik meteen de e-mails die binnen waren gekomen beantwoord. Omdat op zee, anders dan vorige keren, de wifi perfect werkte, heb ik ook maar meteen de nodige telefoontjes gepleegd. Thuisgekomen om 19:00 uur moest Blouma meteen aan de Zoom voor een vergadering van de Stichting Hebreeuws. De voorzitter, mijn goede vriend Piet van Midden die ook voorzitter is van het OJEC, had een link moeten sturen. Dat had hij gedaan, maar het was een link naar een Volvo-showroom. Dus tot we de juiste link hadden, waren er zo’n tien minuten verstreken en kwam Blouma dus iets te laat in de vergadering. De Stichting Hebreeuws gaat volgende week een uitstapje maken naar Antwerpen.
Misschien zou ter plekke mijn inspiratie tekort schieten en mijn toespraak te kort worden
Nog even reflecterend op de tien dagen in Stamford Hill, Londen: het mag dan een zogenaamde ultraorthodoxe wijk zijn, er is duidelijk sprake van een goede integratie. Het onderwijs is zonder concessies gebaseerd op het traditionele jodendom, maar tegelijkertijd kreeg bijvoorbeeld het children center dat mijn dochter en mijn schoonzoon runnen, een gouden erkenning van de lokale overheid voor hun professionaliteit. Ook zitten er in de lokale deelraad orthodoxe Joden die duidelijk het welzijn van de gehele wijk voor ogen hebben.
Om te voorkomen dat mensen die niet in de wijk wonen, Stamford Hill gebruiken als een soort parkeergarage en hun auto voor het werk parkeren om die na het werk weer op te halen, geldt er een parkeerverbod tussen 10 uur en 12 uur. Alleen bewoners en hun gasten zijn vrijgesteld van dit parkeerverbod. Gasten moeten een parkeervergunning die aan de dag gebonden is, voor hun autoraam leggen. Probleem, dacht ik, hoe doe ik het met Sjavoeot? Maar, en hier zien we de integratie, vanwege jom tov zou de politie geen bekeuringen uitdelen!
Maar nu dus back to normal. Op 15 juni vindt de jaarlijkse herdenking van de genocide op onder meer de Arameeërs plaats in het Volkspark in Enschede. Nou is er dus een hele discussie over de vraag of het nu wel of niet genocide genoemd mag worden. Want als het wel genocide heet, dan wordt Turkije boos. En als het officieel niet erkend wordt als genocide, dan voelen de Arameeërs, de Armeniërs en de Assyriërs zich beschadigd. Het is een heel ingewikkelde materie, die onder de overkoepelende naam te boek staat als de Suryoye-genocide (1915) in het islamitische Ottomaanse Rijk. De Suryoye waren/zijn christenen en de islamieten vreesden dat zij de kant van het christelijke Rusland zouden kiezen. Maar onderling zijn er ook spanningen. En dus is er een hele discussie ontstaan over de vraag of er wel of niet een monument mag komen in het Volkspark in Enschede, waar de meeste Suryoye in Nederland wonen.
Sommige Turkse Nederlanders voelen zich ernstig bezwaard door zo’n monument in het Volkspark
Sommige Nederlanders van Turkse afkomst voelen zich ernstig bezwaard door zo’n monument en nu ben ik ongewild tussen de partijen beland. Ik sprak met de burgemeester van Enschede, die er ook tussen zit, en vertegenwoordigers van beide partijen zijn bij mij op de koffie geweest. Intussen vermoed ik dat de onthulling van het monument is uitgesteld, maar er wel gaat komen. Het pijnpunt en onderwerp van discussie is het woord genocide en de tekst op het monument. Ik probeer er netjes tussendoor te laveren en hoop de diverse partijen (hoeveel dat er zijn is me nog niet geheel duidelijk!) tot elkaar te brengen.
De voorstanders van het gebruik van de term genocide vroegen mij hoe ik me zou voelen als de Holocaust niet onder die noemer zou vallen. Ik dus nadenken en mijn conclusie was: het kan mij niets schelen of de Holocaust wel of niet genocide wordt genoemd, zolang er geen ontkenning plaatsvindt van de moord op zes miljoen Joden. Van het woord genocide had ik vroeger nog nooit gehoord! Maar hier ligt het dus duidelijk anders.
In Israël heeft de Knesset de massamoord van 15 juni 1915 erkend als genocide, maar de regering heeft het niet overgenomen. Idem in Nederland. Tweede Kamer erkent, regering erkent niet. Lekker duidelijk, toch? Maar zoiets heet dus politiek.
Dat er zich een afschuwelijke tragedie heeft afgespeeld staat niet ter discussie, het gaat om de benaming
Dat er zich een afschuwelijke tragedie heeft afgespeeld staat niet ter discussie, het gaat om de benaming. Een beetje vergelijkbaar met ‘Poolse concentratiekampen’. Het waren nazivernietigingskampen en Polen bestond feitelijk niet in de Tweede Wereldoorlog. Polen zat gemangeld tussen Rusland en Duitsland en ik begrijp dus wel de verbolgenheid in Polen als er wordt gesproken over Poolse concentratiekampen. Los hiervan speelt dat velen in Israël de meest afschuwelijke ervaringen hadden opgedaan met de Polen, maar anderen dus juist weer niet. Met andere woorden: de emotionele complexiteit die er in Israël bestaat tegenover Polen is, denk ik, vergelijkbaar met het probleem dat zich nu afspeelt in Enschede. Overigens staat Nederland als één man achter Oekraïne en is tegen Poetin, maar in Israël wordt er toch iets minder pro-Oekraïne en anti-Rusland gedacht. Persoonlijk zit ik er ook niet zwart-wit in. De Russen zijn de bad boys en de Oekraïners allen de good ones? Ik heb te veel massagraven in Oekraïne gezien. Neemt niet weg dat wat er heden geschiedt onacceptabel is, met slachtoffers aan beide kanten. Ik ben ervan overtuigd dat de meeste Russen die als kanonnenvlees naar het front worden gestuurd net zozeer hunkeren naar vrede als de Oekraïners die bij duizenden omkomen.
Ik ga mijn sjioer voor vanmiddag voorbereiden en mijn verplichte dagelijkse 20 minuten snelwandelen uitvoeren en voor de bijeenkomst van JMW over de demografische samenstelling van Joods-Nederland, vanavond, heb ik me afgemeld. Gewoon even te moe. O ja, ik moet ook nog een lamp kopen, want die heeft het begeven op onze slaapkamer. En licht is essentieel, fysiek en geestelijk!