De RUG, de universiteit in Groningen, spant dit jaar de kroon. Afgelopen week werd daar de Israëli apartheidsweek afgetrapt met de discussie Israëlische apartheid, kolonisten-kolonialisme en de etnische zuivering van Palestina. De organisatie is in handen van de stichting Groningen–Jabalya van oud FNV-man Bert Giskens en journalist Lejo Siepe, samen met de organisatie Groningen voor Palestina. Onder de sprekers zijn de antropologe Dina Zbeidy, docent recht en rechtvaardigheid aan de hogeschool in Leiden, en Ahmed Abofoul, juridisch medewerker van de omstreden Palestijnse ngo Al-Haq.
De discussie wordt geleid door Marcel Brus, hoogleraar internationaal recht aan de RUG en lid van The Rights Forum. Dat is de club die via een wobverzoek van Nederlandse universiteiten informatie opeiste over banden van hun medewerkers met Israëlische universiteiten, collega’s en Joodse organisaties. In zijn kielzog heeft de hoogleraar zijn studenten internationaal recht meegenomen. Zij werken aan een advies voor de Nederlandse regering hoe om te gaan met de ‘serieuze, juridische onderbouwde beschuldigingen’ over apartheid en mensenrechtenschendingen in de Joodse staat.
Neutraal
Jurist Ahmed Abofoul is momenteel verbonden als gastonderzoeker aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij was vorig jaar op bezoek bij Amnesty International in London en sprak op de manifestatie ‘Bescherming van het boycotrecht’ tegen een mogelijk verbod van BDS in het Verenigd Koninkrijk. Ook op deze avond in Groningen, te volgen via een gammele stream, toont hij zich strijdbaar. Op een vraag uit het publiek of Israël een fascistische staat is, reageert hij: “Dat laat ik aan iedereen zelf over. Fascisme is geen wettelijke term. Apartheid is dat wel en Israël is overduidelijk een racistische apartheidsstaat.”
Dina Zbeidy, bekend van het vorige jaar afgelaste debat op de universiteit van Leiden, houdt het liever bij het begrip nederzettingenkolonialisme, ‘de wortel van alle problemen in Palestina’.
‘Je wordt hier al gauw uitgemaakt voor vieze zionist, babymoordenaar’
Zbeidy, die eerder het verwijt kreeg eenzijdig te zijn, klaagt over het feit dat zij als Palestijnse niet als neutraal wordt gezien. Maar Joden en Israëliërs worden in dit debat net zomin of zelfs nog minder als neutraal gezien. In de Midden-Oostenstudies zijn zij zwaar ondervertegenwoordigd en zij lijken alleen kans op een academische carrière te maken als zij het gewenste narratief volgen.
Dit leidt tot groeiend onbehagen bij Joodse studenten aan Nederlandse universiteiten die zich net als Dina Zbeidy in dit onderwerp willen verdiepen, maar op hun universiteit deze kwesties graag vanuit een andere invalshoek belicht willen zien. Eitan, een student internationaal recht in Leiden die zich alleen met zijn voornaam bekend wil maken, poogt al langer op zijn universiteit over dergelijke kwesties een gelijkwaardig perspectief in te brengen. “Zeker in het Israëlisch-Palestijnse conflict word je niet als Jood gezien, maar als zionist. Zelfs een Israëli wordt niet als autochtoon beschouwd die over dit onderwerp recht van spreken heeft. Je wordt algauw uitgemaakt voor vieze zionist en babymoordenaar.” Zijn pogingen zijn tot nu toe op niets uitgelopen.
Kritisch
Hoogleraar Marcel Brus, die optreedt als moderator van het eerste avondje in Groningen, laat weten dat hij zelf een andere naam voor het evenement hanteert: ‘Een discussie over Israëli apartheid tegen Palestijnen’. Voor de titel die de organisatie aan de avond heeft gegeven is hij niet verantwoordelijk, hoewel hij bevestigt dat erover gesproken is. “Er zijn wel degelijk juridische argumenten te vinden voor etnische zuiveringen in Palestina.”
Brus vindt niet dat hij sprekers met een andere visie hoeft te presenteren op zijn debatavondje: “Wij bespreken de serieuze onderbouwde beschuldigingen van apartheid in Israel. Wij zijn academisch niet verplicht iemand uit te nodigen die dat ontkent. Als wij een avond over oorlogsmisdaden in Oekraïne organiseren, hoeven wij geen Rus uit te nodigen die daar een andere kijk op heeft. Na afloop was er ruime gelegenheid voor vragen. Er zijn ook kritische vragen gesteld.”
De organisaties Groningen Jabalaya en Groningen voor Palestina zetten de antiapartheidsweek voort met Omar Barghouti, mede-oprichter van BDS. Hij staat bekend als de man die één Palestina wil en voor alle nazaten van vluchtelingen recht op terugkeer. Hij wil alleen met Israëli’s en Israëlische organisaties praten die de staat en het zionisme categorisch afzweren.
De apartheidsweek in Groningen wordt compleet gemaakt door de workshop ‘BDS: bouwen aan een studentenbeweging’. Willem van der Sluis van Groningen voor Palestina sluit de eerste ‘discussieavond’ af met de oproep: “Pak in Groningen de medeplichtigheid aan met de zionistische bezetting!” Na afloop laat hij de collectebus rondgaan. Verschillende aanwezige studenten schrijven zich vervolgens in op de mailinglijst.