De kookstijl van de wereldberoemde, in Israël geboren Britse celebrity–kok Yotam Ottolenghi is mij op het lijf geschreven. Ik heb veel van zijn hartige gerechten gemaakt zonder de receptuur nauwkeurig te lezen of te volgen. Zijn Levantijnse kookstijl is namelijk verwant aan wat we vroeger, thuis in Boekarest, kookten en aten. Het zit me in de vingers. Ons menu was een mengelmoes van de Arabische, Turkse, Sefardische en Jiddisje keuken, met uitstapjes naar Italiaanse, Franse, Oostenrijkse en Russische klassiekers. Net zoals in de Londense testkeuken van Ottolenghi, waar koks met verschillende culturele achtergronden werken, experimenteerden we thuis met deze fusion van het Midden-Oosten en Europa. Zelfs in tijden van grote communistische voedselschaarste, lukte dat – misschien is die creativiteit juist extra aangewakkerd door gebrek en de behoefte te ‘mixen en matchen’ tot er iets lekkers op tafel kwam.
Er bestaan, dat wil ik ermee zeggen, geen grenzen tussen eetculturen. Culinaire tradities migreren met mensen mee, ontmoeten andere tradities, nieuwe ingrediënten, kooktechnieken en eetgewoontes. Zowel in de restaurantkeuken als bij de amateurkok thuis ontstaat voortdurend vernieuwing naast koestering van het oude. Dat is het mooie in de culinaire geschiedenis: behoud van het goede en innovatie gaan hand in hand. En iedereen mag meedoen.
Schijnheilig
Je moet wel bijzonder ongeschoold zijn in de culinaire geschiedenis en wars van waarlijke creativiteit om te beweren dat koks zich bij hun culturele erfgoed moeten houden, op straffe van beschuldiging van ‘culturele toe-eigening’: een draak van een term die van een benauwd wereldbeeld getuigt. De televisiekokkinnen Merijn Tol en Nadia Zerouali, beiden bezig met de Arabische keuken, koesteren die intellectuele benepenheid. In Trouw gingen ze twee weken geleden tekeer tegen Ottolenghi. Niet alleen omdat hij zich de Arabische keuken zou hebben toegeëigend, maar ook omdat hij zich niet uitlaat over Gaza. Waarom had hij dat moeten doen? De keffende kokkinnen durfden niet toe te geven wat ze denken: omdat hij een bekende Jood en Israëli is, omdat hij voor hen niet deugt tenzij hij Israël veroordeelt. In plaats daarvan vervielen ze in schijnheilig abacadabra – ze zijn niet voor niets door Esther Voet gefileerd in het vorige NIW, waarin ze hun onmetelijke domheid en kwalijke hypocrisie aanpakte.
‘Culturele toe-eigening’, een draak van een term die van een benauwd wereldbeeld getuigt
De bezopen beschuldiging van Merijn Tol sloeg alles: “Je kunt zijn manier van koken niet los zien van de moord op duizenden Palestijnse burgers.” Wat betekent deze wartaal? Dat Ottolenghi lunchpaketten maakt voor Hamas, de partij die verantwoordelijk is voor het inzetten van de eigen bevolking als menselijk schild? Dat hij gaarkeukens heeft in Gaza en vergif in de potten strooit? Dat zijn recepten moordenaars inspireren tot wandaden? Joost mag het weten, want Trouw interviewde deze halvegaren zonder één kritische vraag.
Trend
Wat bezielde de boekenredactie van het dagblad überhaupt om een rondgang te maken langs koks met de vraag of Ottolenghi in dit conflict deugt? Dachten ze daar ineens tijdens de ochtendvergadering: ha, een Joodse ster in de culinaire wereld, laten we wat koks bellen om te vragen of hij de gewenste politieke mening heeft? Dat is al een dubieus, aan racisme grenzend uitgangspunt voor een artikel. En dan laten ze de eveneens aan racisme grenzende aanvallen op hem onweersproken. Je vraagt je af of dit een nieuwe trend is bij de boekenredactie: alle schrijvers op hun afkomst beoordelen en afhankelijk daarvan bepalen welke politieke posities ze moeten innemen. Want als ze Ottolenghi door deze bril bekijken, kunnen ze het ook met anderen doen. Wordt een Joodse of Israëlische schrijver in Trouw nog fair gerecenseerd als hij geen afstand neemt van Gaza? Wordt dit een criterium voor de recensent? Worden andere (Joodse) kunstenaars langs dezelfde meetlat gelegd; moeten hun genen en geboorteplaats bepalen wat ze moeten zeggen en scheppen?
Je wilt hopen dat dit een grote vergissing was. Maar wat een lelijke en onheilspellende: omdat de voormalige verzetskrant niet op de rem trapte toen deze antisemitische kopij voltooid werd ingeleverd. In 2024 is dit kennelijk volkomen acceptabel voor Trouw.
3 reacties
In 40-45 was je fout of goed.
Fout betekende dat je heulde met de Duitsers. Goed hield in dat je met gevaar voor eigen leven je verzette tegen de bezetter.
Het heeft slechts 80 jaar geduurd dat de betekenis van deze begrippen precies omgekeerd zijn.
Althans het antisemitisme dat de omkering veroorzaakt is al veel langer sluimerend aanwezig in de Nederlandse samenleving.
Tegenwoordig ben je goed als je openlijk de kant van een terroristische organisatie kiest.
Goed ben je wanneer je bijna 80 jaar aan moord en doodslag op Joden goedkeurt.
Goed ben je wanneer je jouw kop in het zand steekt en de bijelkaar gelogen fabels van de palestijnse geschiedenis gelooft.
Fout is alles wat met Israël te maken heeft.
Fout is het bestaansrecht, het zionisme, het Jodendom, het recht op zelfverdediging en het recht op zelfbeschikking, vrede en veiligheid in eigen land.
Trouw is al heel lang het spoor bijster. En van Joden moesten ze bij dat blad toch al nooit veel hebben.
Prima geanalyseerd, Nausicaa Marbe!
Bij de Turk in Lombok (Utrecht) hebben ze nog nooit van Ottolenghi gehoord, lees ik in de uitsmijter van het stuk in Trouw. Met andere woorden je kunt ook best lekker koken zónder de Brits-Israëlische kok.
Geen Mendelsohn maar Wagner, zeg maar. Want Wagner is ook best lekkere muziek.
In een woord en met dikke hoofdletters: WALGELIJK!
Wat me een gesprek jaren geleden met een Duitse oud-diplomaat te binnen riep. In de jaren ’80 was hij in Ankara. Hij moest Turks leren. Oefenen deed hij onder andere op straat. Op de markt vroegen verkopers waar hij vandaan kwam. Oh, Duitsland, waarop het antwoord volgde: “Hitler gut! Hitler gut!”
We bidden en hopen dat verzetskrant Trouw daar niet eindigt.