Een gezin in de buurt van het NDSM-terrein in Amsterdam-Noord was onaangenaam verrast bij terugkomst van vakantie. Van de auto, die verderop was geplaatst omdat het daar vrij parkeren is, bleken de banden lek geprikt. Op de ruiten was het woord ‘Jüde’ [sic] gekalkt. “De dader had zich in eerste instantie vergist, hij schreef op een van de ruiten ‘Judë’, wat hij later dacht te hebben gecorrigeerd,” vertelt de zoon des huizes. Hij is student aan de Universiteit van Amsterdam en meldde de vernieling bij de politie.
De camera van een buurtbewoner was op de parkeerplaats gericht. De bewoner vertelde de politie dat hij de opnamen inmiddels had gewist: “Ik heb op de dag zelf contact gehad met de politie, die ging niet meteen van Jodenhaat uit. Dat vond ik vreemd.” Agenten zouden later nog contact met hem opnemen, maar dat was tot maandag niet gebeurd. Wel meldde het bureau aan dagblad Het Parool dat de zaak ‘zeer serieus’ genomen werd.
De student en zijn familie heeft wel meer te stellen in de buurt. Zo ‘grapte’ de huisbaas dat hij de huur voor ze wilde verdubbelen ‘uit compensatie voor Gaza’. “Eigenlijk moeten we gewoon weg uit deze buurt, we zijn dringend op zoek. Dat blijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar als iemand een tip heeft? We horen het graag.”
2 reacties
De politie is verplicht een aangifte op te nemen, ook al weet je dat er misschien niets aan gedaan wordt.
Laat je niet met een kluitje in het riet sturen.
Anders een dikke brief naar de officier van justitie arrondissement Amsterdam met het verzoek een onderzoek in te stellen en vervolging te eisen van de dader(s).
(gep. politieman)
Het verhaal van deze Joodse familie in Amsterdam-Noord is een pijnlijke illustratie van hoe antisemitisme niet alleen blijft etteren, maar in alle openheid gedijt, terwijl het stadsbestuur en de politie wegkijken of, erger nog, de zaak bagatelliseren. De vernieling van de auto van deze familie, met het walgelijke woord ‘Jüde’ op de ruiten gekalkt, is geen incident, maar een symptoom van een dieper probleem dat Amsterdam al jaren in zijn greep houdt. En wat doet het stadsbestuur onder Femke Halsema? Het strooit met loze woorden, persconferenties vol krokodillentranen en rapporten die niets veranderen, terwijl Joodse Amsterdammers in hun dagelijks leven worden belaagd, vernederd en onveilig voelen in hun eigen stad.
Laten we beginnen met de politie. Het is ronduit schandalig dat agenten bij een melding van een auto met lekke banden en een antisemitisch scheldwoord niet onmiddellijk uitgaan van Jodenhaat. Wat is dit voor een absurde terughoudendheid? Het woord ‘Jüde’ schreeuwt historische haat, en toch lijkt de politie te aarzelen om dit te benoemen voor wat het is. Dat een buurtbewoner meldt dat de opnamen van de bewakingscamera ‘toevallig’ gewist zijn en de politie vervolgens geen spoed maakt om dit verder te onderzoeken, getuigt van een stuitend gebrek aan urgentie. Het bureau mag dan aan Het Parool melden dat de zaak ‘zeer serieus’ wordt genomen, maar waar is die sérieux als er tot dagen later geen follow-up is? Dit is geen prioriteit, dit is laksheid. Het is een klap in het gezicht van deze familie en alle Joodse Amsterdammers die snakken naar bescherming in plaats van bureaucratie.
Dan het stadsbestuur, met Halsema aan het roer. Haar woorden over antisemitisme zijn hol, haar daden nog leger. Na de rellen rond Ajax-Maccabi Tel Aviv in november 2024, waarbij Joodse voetbalsupporters werden opgejaagd en mishandeld, sprak ze van een ‘gitzwarte nacht’ en een ‘uitbarsting van antisemitisme’. Mooie woorden, maar wat is er sindsdien concreet gedaan om Joodse burgers te beschermen? Niets wijst erop dat de situatie veiliger is geworden. Deze familie in Amsterdam-Noord wordt geconfronteerd met antisemitische vernielingen en intimidatie, zelfs door hun huisbaas, die het gore lef heeft om ‘grappen’ te maken over Gaza. Dit is geen incidentele overlast, dit is een patroon van haat dat ongestraft blijft. Halsema’s oproepen tot verbinding en haar excuses voor de rol van Amsterdam in de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog klinken als een goedkope pr-stunt als ze ondertussen toelaat dat Joodse gezinnen in 2025 nog steeds in angst leven. Haar uitspraak over ‘genocidaal geweld’ in Gaza, zoals benoemd door het CJO, heeft de kloof tussen bevolkingsgroepen alleen maar verdiept en Joodse Amsterdammers verder in de kou gezet.
Het recente rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid over de rellen van 7 november 2024 legt pijnlijk bloot hoe de politie weliswaar ‘professioneel’ optrad, maar totaal niet voorbereid was op de ‘flitsaanvallen’ van relschoppers. Halsema wijst naar de NCTV, maar dat is een zwaktebod. Als burgemeester is zij verantwoordelijk voor de veiligheid in haar stad, en het is duidelijk dat zij faalt. De noodverordeningen, demonstratieverboden en extra politie-inzet na de rellen waren te laat en te weinig. Joodse Amsterdammers, zoals deze familie, betalen de prijs voor een stadsbestuur dat antisemitisme wel benoemt, maar niet effectief bestrijdt.
En dan de huisbaas. Dat iemand in Amsterdam-Noord durft te ‘grappen’ over het verdubbelen van de huur als ‘compensatie voor Gaza’ is niet alleen smakeloos, maar een regelrechte bedreiging. Het feit dat deze familie zich genoodzaakt voelt te verhuizen, maar daar geen steun bij krijgt, toont aan hoezeer het stadsbestuur hen in de steek laat. Waar zijn de concrete maatregelen om Joodse inwoners te beschermen? Waar is de steun voor gezinnen die weg willen uit een buurt waar ze worden getreiterd? Het stadsbestuur verschuilt zich achter rapporten en beloftes, maar laat deze mensen aan hun lot over.
Het is tijd dat Halsema en haar driehoek stoppen met het uitspreken van holle frasen en daadwerkelijk leiderschap tonen. De politie moet antisemitische incidenten met de hoogste prioriteit onderzoeken, daders opsporen en keihard aanpakken. Het stadsbestuur moet stoppen met het relativeren van spanningen door vage verwijzingen naar ‘Gaza’ en in plaats daarvan concrete actie ondernemen: veilige woonplekken voor Joodse gezinnen, zerotolerancebeleid tegen antisemitische uitingen en een zichtbare, proactieve inzet om Joodse Amsterdammers te beschermen. Tot die tijd is Halsema’s meeleven niets meer dan een façade, en blijft Amsterdam een stad waar Joodse burgers zich terecht in de steek gelaten voelen.